2025_BURG_00030 - 2025-011 Maatregelen ter bescherming van de burgers tegen verstoringen van de openbare orde en veiligheid - Besluit inhoudende MAATREGELEN TER VERMIJDEN VAN OVERLAST EN LEGITIMATIE STELSELMATIGE IDENTITEITSCONTROLES EN FOUILLERING BINNEN EEN PERIMETER IN EN ROND DE OUDENAARDSESTEENWEG

Verwijzende naar:

• Het bestuurlijk verslag dd. 28 augustus 2025 en met nummer BS 431/25 van de lokale politie met betrekking tot overlast aan de bushaltes in de Oudenaardsesteenweg ter hoogte van het Guldensporencollege Campus Engineering, met name vandalisme, vechtpartijen, sluikstorten en (verbale) agressie ; 
• Heel wat klachten van buurtbewoners die aanzienlijke hinder ondervinden door jongeren die, tijdens het wachten op de bus, op de opritten en in de voortuinen rondhangen, op vensterbanken en deurdorpels zitten, leunen of zitten op de op de opritten geparkeerde wagens, eigendommen beschadigen, zwerfvuil achterlaten, enz ; het grote onveiligheidsgevoel dat daardoor is ontstaan en de dagelijkse stress en frustratie onder die bewoners ;
• Heel wat meldingen van buschauffeurs van De Lijn die op de overvolle bussen op het traject van en naar het station geconfronteerd worden met verbale en fysieke agressie door een aantal van die jongeren, met een zwaarwegende impact op hun welzijn en op de kwaliteit van de dienstverlening ;
• De lijst van meldingen en politionele interventies gerelateerd aan deze overlast die opgenomen zijn in dat bestuurlijk verslag ; 
• Het overzicht in dat verslag van de inspanningen die de politie al heeft geleverd (controles, bemiddelingen, processen-verbaal, preventieve patrouilles, dialoog met bewoners, scholen en leerlingen, controleacties op bussen, etc) maar de vaststelling dat, spijts al die inzet, de problematiek blijft aanhouden ;
• De hoge concentratie aan middelbare scholen in en rond de Oudenaardsesteenweg en het zeer grote aantal leerlingen dat daar tijdens het schooljaar voor en na schooltijd elkaar ontmoet ; de vele confrontaties tussen groepjes jongeren die daar hun conflicten uitvechten met verbaal en/of fysiek geweld ;
• De noodzaak om geregeld controleacties te houden op bepaalde druk bezette buslijnen tegen zwartrijden en agressie tegenover chauffeurs ;
• De plaag van fiets- en stepdiefstallen die zich frequent voordoet in de fietsenstallingen van middelbare scholen ;
• Het advies van de politie om in de buurt van de hogergenoemde bushaltes een visuele scheiding aan te brengen tussen het openbaar en het privaat domein, inclusief de mogelijkheid om repressief te kunnen optreden wanneer mensen zich ongevraagd en ongewenst op dat privaat domein begeven ;
• De noodzaak binnen de politie om elkeen te kunnen controleren en/of te fouilleren die zich verdacht gedraagt of die (mogelijks) betrokken was bij criminele of overlastfeiten ;
• De noodzaak om tijdelijk systematische identiteitscontrole toe te laten van personen die zich op verdachte wijze ophouden in de buurt van de scholen langs de Oudenaardsesteenweg ; dat deze maatregel tot doel heeft om daar de openbare veiligheid duurzaam te herstellen door het aantal criminele en overlastfeiten terug te dringen ;
• Het artikel 34 van de Wet op het Politieambt dat voorschrijft in welke omstandigheden en binnen welke voorwaarden de politie identiteitscontroles kan uitvoeren ;
• Het principe dat identiteitscontroles a priori niet stelselmatig gebeuren maar dat uitzonderlijk, namelijk wanneer bepaalde plaatsen worden bedreigd of bijzondere gebeurtenissen zich voordoen, niet enkel een algemene controle en fouillering van personen toegelaten is maar ook dat die controle van hun identiteit op dusdanige wijze kan georganiseerd en gepland worden dat ze met een zekere stelselmatigheid wordt uitgevoerd ;
• Het feit dat de overheden van bestuurlijke politie, i.c. de burgemeester, teneinde de openbare veiligheid te handhaven en/of de naleving te verzekeren van de wettelijke bepalingen met betrekking tot de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, binnen de perken van hun bevoegdheden identiteitscontroles kunnen voorschrijven, uit te voeren door de politiediensten in de omstandigheden die deze overheden bepalen ;
• Artikel 134 §1 van de Nieuwe Gemeentewet op grond waarvan de burgemeester een politieverordening kan opstellen in geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners; dat deze verordening dadelijk vervalt , indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet wordt bekrachtigd;
• Artikel 135 § 2, 1°, 2° en 7° van de Nieuwe Gemeentewet;
• Artikel 63 van het Decreet Lokaal Bestuur op grond waarvan de burgemeester bevoegd is voor het nemen van dringende politieverordeningen;

Overwegende dat:

• Het geen twijfel lijdt dat de openbare orde in de buurt van de scholen langs de Oudenaardsesteenweg ernstig verstoord wordt door groepen mensen en individuen die daar het openbaar domein en publiek toegankelijke plaatsen opzoeken om er overlast te plegen ;
• Forse maatregelen zich opdringen om te voorkomen dat de vele jonge mensen daar en de omwonenden opnieuw blootgesteld worden aan die aanhoudende hinder ;
• Deze onveiligheidsproblematieken moeten beschouwd worden als een bijzondere gebeurtenis, zoals omschreven door het artikel 34 van de Wet op het Politieambt ;
• De perimeter bestaande uit de schoolomgevingen rond de Oudenaardsesteenweg , toneel van deze bijzondere gebeurtenis, moet worden beschouwd als een bijzondere plaats die wordt bedreigd ;
• Burgers op die plaats beschermd moeten worden tegen deze bijzondere gebeurtenis ; 
• Stelselmatige identiteitscontroles in combinatie met veiligheidsfouillering in deze omgeving een gewettigd instrument zijn met het oog op het handhaven van de openbare orde ; dat hiertoe de gecontroleerde en/of gefouilleerde personen gehouden zijn om binnen die perimeter steeds in het bezit te zijn van hun identiteitsdocumenten en deze met een medewerkende houding dienen voor te leggen; 
• Er ook een einde moet komen aan de zware overlast die omwonenden van de Campus Engineering ondervinden door groepjes jongeren die zich ophouden op opritten en in voortuinen ; dat het verleden afdoende leert dat louter sensibiliseren geen soelaas biedt ; dat de enige resterende mogelijkheid om dit op te lossen bestaat in de inname van het openbaar domein aldaar door de stad Kortrijk via het aanbrengen van een geschilderde blauwe lijn op het openbaar domein voor de private eigendommen, blauwe lijn welke niet mag overschreden worden zonder de toestemming van de eigenaars van de privé-eigendommen en/of zonder gegrond reden zodat groepjes jongeren zich niet meer ongevraagd of ongewenst op deze private eigendommen te begeven ; dat dit verbod tot het overschrijden van de betreffende blauwe lijn beperkt wordt tot de looptijd van het schooljaar 2025-2026, waar de overlast door groepjes jongeren tijdens het schooljaar het grootst is;
• Dat zowel de systematische controles als het verbod tot het overschrijden van de blauwe geschilderde lijn gerechtvaardigde, proportionele en redelijke maatregelen zijn met het oog op het herstellen en waarborgen van de openbare orde, rust en veiligheid;

Oordelende dat:

• Het de burgemeester toekomt uit te maken welke maatregelen de meest passende zijn om in dit geval de openbare orde, rust en veiligheid te herstellen en te voorkomen dat die in de toekomst nog kunnen worden verstoord ;
• Het doel van de politieverordening is de burgers van Kortrijk te beschermen tegen mogelijke nieuwe verstoring van de openbare rust, orde en veiligheid;
• Onderhavige politieverordening hoogdringend is en zonder uitstel moet genomen worden, aangezien een verdere verstoring van de openbare rust, orde en veiligheid dient te worden vermeden;
• Een beslissing van de gemeenteraad niet kan worden afgewacht; dat deze verordening moet worden bekrachtigd op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad, op straffe van verval, conform artikel 134 § 1 Nieuwe Gemeentewet;

• Artikel 134 §1 van de Nieuwe Gemeentewet op grond waarvan de burgemeester een politieverordening kan maken in geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners; deze verordening vervalt dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet wordt bekrachtigd;
• Artikel 135 § 2, 1°, 2° en 7° van de Nieuwe Gemeentewet;
• Artikel 63 van het Decreet Lokaal Bestuur op grond waarvan de burgemeester bevoegd is voor het nemen van dringende politieverordeningen;