2024_BURG_00008 - 2024-008 Maatregelen ter bescherming van de burgers tegen verstoringen van de openbare orde en veiligheid - Besluit inhoudende OPLEGGEN NULTOLERANTIE en LEGITIMATIE STELSELMATIGE IDENTITEITSCONTROLES EN FOUILLERING IN WELBEPAALDE PERIMETER ROND SCHOLEN

Verwijzende naar: 

• Het bestuurlijk verslag dd. 06 februari 2024 en met nummer BS 97/24 van de lokale politie gericht aan de burgemeester met betrekking tot aanhoudende problemen in en rond een aantal scholen gelegen in de omgeving van de Oudenaardsesteenweg te Kortrijk, te weten de Athene-campus Drie Hofsteden in de Minister De Taeyelaan, en het Guldensporencollege en de Lage Kouter, beide in de Beekstraat ;
• Inlichtingen in dat verslag waaruit blijkt dat in die scholen heel wat leerlingen terecht komen die eerder in andere onderwijsinstellingen uit de brede regio werden geschorst ; dat op die manier dagelijks heel wat jongeren met een problematische achtergrond samenkomen in die scholen en in de onmiddellijke buurt ervan en dat dat steeds vaker leidt tot conflicten met verbaal en fysiek geweld met geregeld (ernstige) verwondingen ;
• 14 processen-verbaal die de politie opstelde in de laatste 4 maanden voor uiteenlopende gerechtelijke inbreuken in die scholen : opzettelijke slagen en verwondingen, drugbezit, pesterijen, bedreigingen, etc. ; dat de schooldirecties en de politie in toenemende mate confrontaties vaststellen tussen groepen jongeren die aanvaringen van op school uitvechten op de openbare weg en daarbij niet zelden filmen hoe ze hun slachtoffers schoppen en slaan; dat discussies ontstaan op sociale media of op de speelplaats meer en meer beslecht worden met aanvallen en slagen en verwondingen ;
• Een zwaar incident op 29 januari waarbij een 15-jarige leerlinge een ander meisje tot tweemaal toe een messteek toediende hoewel een politiepatrouille vlakbij was ; dat de aanwezigheid van die agenten haar er niet van weerhield om een 20 cm lang keukenmes, dat zij bewust was gaan ophalen thuis, te trekken en haar rivale daarmee te lijf te gaan ;
• Tal van andere politionele interventies en oproepen vanuit scholen voor vechtpartijen, bedreigingen, gemolesteerde buschauffeurs, vernielingen, leerlingenbegeleiders die er niet meer in slagen de gemoederen te bedaren op school, e.d. ;
• Meldingen van schooldirecties, omwonenden van scholen en buurtwerkers over druggerelateerde overlast door schoolgaande jongeren in de brede omgeving van die scholen; dat de schooldirecties aangeven dat op de campussen zelf weinig drugs aan te treffen zijn doch dat zij er vrij zeker van zijn dat de leerlingen die verstoppen in aanpalende parken en pleinen;
• Meldingen van omwonenden en leerkrachten over patsergedrag in de onmiddellijke omgeving van de scholen ; dat uit onderzoek van de geciteerde nummerplaten blijkt dat de eigenaars/bestuurders van die voertuigen doorgaans politioneel gekend zijn voor drugsverkoop ;
• Een diepgewortelde angst bij leerkrachten die zo ver reikt dat één directie expliciet politiepatrouilles vraagt rond en op school ; dat de bendevorming en de conflicten de modale leerlingen veel schrik inboezemen en een grimmige sfeer creëren in die scholen ;
• De vraag van de politie aan de burgemeester om passende maatregelen te nemen opdat zij doeltreffend kan optreden tegen deze gelaagde problematieken ;
• De noodzaak binnen de politie om elkeen te kunnen controleren en/of te fouilleren die zich verdacht gedraagt of van wie het vermoeden bestaat dat hij/zij betrokken was bij eerdere overlast ;
• De noodzaak om tijdelijk systematische identiteitscontrole toe te laten van personen die zich in groep ophouden in die schoolomgevingen ; dat deze maatregel tot doel heeft om daar de openbare veiligheid duurzaam te herstellen ;
• Het artikel 34 van de Wet op het Politieambt dat voorschrijft in welke omstandigheden en binnen welke voorwaarden de politie identiteitscontroles kan uitvoeren ;
• Het principe dat identiteitscontroles a priori niet stelselmatig gebeuren maar dat uitzonderlijk, namelijk wanneer bepaalde plaatsen worden bedreigd of bijzondere gebeurtenissen zich voordoen, niet enkel een algemene controle en fouillering van personen toegelaten is maar ook dat die controle van hun identiteit op dusdanige wijze kan georganiseerd en gepland worden dat ze met een zekere stelselmatigheid wordt uitgevoerd ;
• Het feit dat de overheden van bestuurlijke politie, i.c. de burgemeester, teneinde de openbare veiligheid te handhaven en/of de naleving te verzekeren van de wettelijke bepalingen met betrekking tot de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, binnen de perken van hun bevoegdheden identiteitscontroles kunnen voorschrijven, uit te voeren door de politiediensten in de omstandigheden die deze overheden bepalen ;
• Artikel 134 §1 van de Nieuwe Gemeentewet op grond waarvan de burgemeester een politieverordening kan maken in geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners; deze verordening vervalt dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet wordt bekrachtigd;
• Artikel 135 § 2, 1°, 2° en 7° van de Nieuwe Gemeentewet;
• Artikel 63 van het Decreet Lokaal Bestuur op grond waarvan de burgemeester bevoegd is voor het nemen van dringende politieverordeningen;

Overwegende dat:

• De openbare orde in en rond deze scholen zwaar wordt verstoord door het aanhoudend en toenemend conflictgedrag van rivaliserende groepen leerlingen die elkaar treffen in een beperkte geografische ruimte waar, naast henzelf, nog vele honderden jongeren dagelijks bijeenkomen ;
• Deze verontrustende trend erg risicovol is net omdat die zich afspeelt in schoolomgevingen waar kwetsbare jeugd samenkomt en dus alles in het werk moet worden gesteld om te voorkomen dat die jeugd daar wordt blootgesteld aan geweld, bedreigingen, drugs e.d. ;
• Uitgerekend scholen moeten gevrijwaard blijven van agressie en middelengebruik ; dat scholen bij uitstek veilige havens moeten zijn waar jonge mensen in alle rust kunnen ontwikkelen en leren ; dat stress binnen de schoolmuren nefast is voor het welzijn en de prestaties van deze jongeren ;
• Ook patsergedrag, met eender welk vervoersmiddel, kordaat moet worden aangepakt door het tijdelijk in beslag nemen van dat vervoersmiddel ;
• Dat de Lage Kouter onderwijs biedt aan kinderen met lichte mentale beperkingen en leerstoornissen ; dat zeker zulke leerlingen volle bescherming behoeven ; dat bovendien heel wat van de betrokken jongeren eerder geschorst blijken in andere scholen en dus al in een precaire situatie zitten ; dat moet vermeden worden dat hun nieuw begin op een andere school gehypothekeerd wordt doordat de sfeer er vijandig en bedreigend is ;
• Het ongezien is dat een schooldirectie de politie vraagt om op school te patrouilleren ; dat zulks een idee geeft van de spanning die daar heerst ;
• Het voorval waarbij een tiener een leeftijdsgenoot bij volle zinnen en in aanwezigheid van de politie neersteekt een zeer zorgwekkend incident is dat ons moet alarmeren om hier daadkrachtig op te treden en de openbare orde zo snel mogelijk en duurzaam te herstellen ;
• Deze overlastplaag moet beschouwd worden als een bijzondere gebeurtenis, zoals omschreven door het artikel 34 van de Wet op het Politieambt ;
• De perimeter rond die scholen, toneel van deze bijzondere gebeurtenis, moet worden beschouwd als een bijzondere plaats die wordt bedreigd ;
• Burgers op die plaats beschermd moeten worden tegen deze bijzondere gebeurtenis ; dat een bestuurlijke maatregel zich opdringt om te voorkomen dat zij geconfronteerd worden met nieuwe straatcriminaliteit binnen deze perimeter ;
• Stelselmatige identiteitscontroles in combinatie met veiligheidsfouillering in deze omgeving en een nultolerantie voor drugs, geweld en patsergedrag, een gewettigd instrument zijn met het oog op het handhaven van de openbare orde ; dat deze een gerechtvaardigde, proportionele en redelijke maatregel is met het oog op het herstellen en waarborgen van de openbare orde orde, rust en veiligheid;

Oordelende dat:

• Het de burgemeester toekomt uit te maken welke maatregel de meest passende is om in dit geval de openbare orde, rust en veiligheid te herstellen en te voorkomen dat die in de toekomst nog kunnen worden verstoord ;
• Het doel van de politieverordening is de burgers van Kortrijk te beschermen tegen mogelijke nieuwe verstoring van de openbare rust, orde en veiligheid;
• Onderhavige politieverordening hoogdringend is en zonder uitstel moet genomen worden, aangezien verdere verstoring van de openbare rust, orde en veiligheid dient te worden vermeden;
• Een beslissing van de gemeenteraad niet kan worden afgewacht; dat deze verordening moet worden bekrachtigd op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad, op straffe van verval, conform artikel 134 § 1 Nieuwe Gemeentewet;

artikel 134 § 1 van de Nieuwe Gemeentewet

artikel 135 § 2,  1°, 2° en 7° van de Nieuwe Gemeentewet

artikel 63 van het Decreet Lokaal Bestuur

Artikel 34 Wet op het Politieambt