De voorzitter verwelkomt de raadsleden op de zitting van de gemeenteraad van 19 februari 2024.
Agenda
Er zijn 3 interpellaties toegevoegd aan de agenda van de gemeenteraad, met name:
Punt 21 van de agenda, meer bepaald "2024_GR_00024 - Vastgoed - Verkoop met biedingen van de stadseigendom gelegen te Aalbeke: Lauwsestraat 46. Goedkeuring verkoopsvoorwaarden en instelprijs" wordt op voorstel van schepen Wout Maddens verdaagd. De raad gaat hiermee eenparig akkoord.
Mededelingen
De gouverneur heeft uitspraak gedaan inzake de klacht van raadslid Wouter Vermeersch wegens het niet respecteren van zijn vragen naar briefwisseling in het dossier van de wielerwedstrijd Kuurne-Brussel-Kuurne. De gouverneur verwijst naar de reactie van stad Kortrijk (met name dat het bestuur enkel kan verwijzen naar het antwoord van de bevoegde schepen in de 1ste raadscommissie, zoals opgenomen in het betrokken verslag. Dat antwoord bestond er in hoofdzaak in dat er wel communicatie geweest was tussen beide besturen, maar dat dit niet via brief of mail gebeurde en dat de gemeente Kuurne geen betrokken partij is bij deze overeenkomst. De stad werd benaderd door de organisatoren zelf van de wielerwedstrijd). Aangezien er geen geschreven communicatie is, kan het bestuur dus geen stukken bezorgen aan het raadslid. De gouverneur meldt dat het raadslid in zijn klacht ook niet aanbrengt om welke documenten het zou kunnen gaan.
Hij geeft verder nog mee dat de bewering van het raadslid en het antwoord van het bestuur evenwel buiten de onderzoeksmogelijkheden vallen van de toezichthoudende overheid. De klacht kan dan ook niet verder worden onderzocht.
De gouverneur heeft tevens uitspraak gedaan inzake de klacht van raadslid Wouter Vermeersch m.b.t. het niet-aanvaarden van de interpellatie van Carmen Ryheul op de agenda van de raadszitting van 4 december 2023. De gouverneur wijst de klacht af als ‘ongegrond’ en volgt hierbij de redenering van de Stad: Luidens artikel 31 DLB beschikken de gemeenteraadsleden over het recht om aan de burgemeester en het schepencollege mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. Overeenkomstig artikel 38, eerste lid, 5° DLB komt het daarbij toe aan de gemeenteraad om in zijn huishoudelijk reglement een regeling uit te werken m.b.t. de voorwaarden waaronder ze dit kunnen doen. Het is dus wel degelijk mogelijk om m.b.t. het vraagrecht bepaalde beperkingen te voorzien in het HHR, mits dit gebeurt met respect voor de rechten en plichten van de raadsleden.
In het HHR van de gemeenteraad van stad Kortrijk is in artikel 45 bepaald dat een ‘interpellatie’ een beknopte duidelijke en welomschreven vraag is van politieke aard over het bestuur van de stad of het OCMW, beleidskeuzes of actuele kwesties, die tot de bevoegdheid van de Stad of het OCMW behoren en die het toelaten om de vraag te stellen en het antwoord te geven binnen de daarvoor voorziene spreektijden. Het betreffen geen technische vragen, want deze horen thuis in de raadscommissies. In artikel 45, lid 5 HHR is bepaald dat de voorzitter de ontvankelijkheid van de interpellatie beoordeelt. Bij on-ontvankelijkheid van een interpellatie wordt de vraagsteller verwittigd. Uit voormelde bepaling van het HHR blijkt aldus dat de voorzitter van de gemeenteraad bevoegd is om een ontvankelijkheidstoets uit te voeren over de inhoud van de interpellatie. Het ging dus niet om een marginaal toetsingsrecht van de voorzitter, zoals door raadslid Vermeersch in de klacht werd opgeworpen.
De gouverneur is verder van mening dat de motivering van de voorzitter tot weigering van de interpellatie voldoende duidelijk is en steunt op de juiste motieven. Bijgevolg is de klacht ongegrond.
Raadslid Carmen Ryheul wenst een korte reactie te geven, en vat samen dat haar interpellatie werd geweigerd omdat het stadsbestuur niet kon antwoorden binnen de gestelde tijd en de vragen te technisch waren. Net om die reden werden de vragen opnieuw gesteld in de 2de raadscommissie, waar schepen Axel Weydts beloofde alle antwoorden te bezorgen. Raadslid Carmen Ryheul geeft aan dat ze 12 weken later nog steeds geen antwoorden heeft ontvangen. Ze vraagt de voorzitter of ze dit nog normaal vindt, en of iemand kan zeggen waarom de beloofde antwoorden uitblijven, en vooral, wanneer de antwoorden zullen overgemaakt worden. Ze zegt vast te stellen dat er binnen de huidige stadscoalitie een onwil bestaat om hen als raadsleden op een deftige manier te informeren, en het hen onmogelijk wordt gemaakt om de taken behoorlijk te kunnen uitvoeren.
De voorzitter zegt dat er rekening zal worden houden met de opmerking en vraag van raadslid Carmen Ryheul.
Raadslid Wouter Vermeersch vraagt het woord en benadrukt de voorzitter dat er niet gevraagd wordt om rekening te houden met de vraag, maar dat er gevraagd wordt om de antwoorden te bezorgen. Hij geeft aan dat zijn fractie er zal blijven op hameren en zal blijven stappen ondernemen tot alle vragen beantwoord worden. Hij meent dat ze van het kastje naar de muur worden gestuurd. Raadslid Wouter Vermeersch benadrukt dat het de taak is van de voorzitter om er op te hameren dat er antwoord komt op alle vragen die correct zijn (vragen die tijdig zijn ingediend, die met de gemeenteraad mee te maken hebben, die thuishoren in de gemeenteraad). Hij vindt het schandalig dat er na 12 weken nog geen antwoord is, en kent naar eigen zeggen geen enkele gemeenteraad over gans Vlaanderen waar op die manier wordt gewerkt, en eigenlijk wordt gedweild met de gemeenteraadsleden. Hij roept de voorzitter tot de orde om er eindelijk voor te zorgen dat raadslid Carmen Ryheul haar antwoorden krijgt.
De voorzitter geeft aan dat ze het zal nagaan en een antwoord zal bezorgen. Ze vult nog aan dat ze als voorzitter alleen kan vaststellen dat de interpellatie onontvankelijk was omdat deze niet voldeed aan de vormvereisten.
Raadslid Carmen Ryheul geeft nog mee dat ze naar het stadsbestuur meermaals redelijkheid heeft getoond, onder meer bij de vragen tot termijnverlenging voor de beantwoording van schriftelijke vragen. Ze benadrukt dat ze vanaf nu niet meer akkoord zal gaan met de verlenging van de termijn en dat ze - telkens een termijn wordt overschreden - stappen zal ondernemen en een schrijven zal richten aan de gouverneur.
Schepen Axel Weydts geeft aan intussen zijn mails te hebben nagekeken, en deelt mee dat hij vorige week de antwoorden op haar vragen heeft goedgekeurd. Hij meldt aan raadslid Carmen Ryheul dat ze antwoord zal krijgen op al haar vragen en dat de antwoorden onderweg zijn.
Goedkeuring notulen
Er worden geen opmerkingen geformuleerd op de notulen van de zitting van 15 januari 2024. De notulen zijn derhalve goedgekeurd.
Hamerpunten
Vóór de aanvang van de zitting werd voor alle punten een bespreking gevraagd.
Er zijn bijgevolg geen hamerpunten die door afroeping geacht worden eenparig te zijn goedgekeurd.
Raadslid Wouter Vermeersch deelt mee dat hij wegens een technisch probleem geen punten ter bespreking kon aanduiden in het eDecision-systeem, en dat hij daarom alles als discussiepunt liet aanduiden.
Op 9 juni 2023 werd de nieuwe woonmaatschappij SW+ (Kortrijk - Wevelgem) opgericht.
Met de oprichting van de nieuwe woonmaatschappijen werd ook de manier van toewijzing van sociale huurwoningen hervormd. Op 1 januari 2024 trad het nieuwe toewijzingsmodel in werking. In de Vlaamse Codex Wonen en het Besluit Vlaamse Codex Wonen wordt het wettelijk kader vastgelegd voor de verhuur van sociale huurwoningen in het Vlaams gewest. Binnen dit wettelijk kader werd ruimte gelaten om een beperkt aantal lokale keuzes of accenten te leggen.
Om een lokaal gedragen toewijzingsbeleid te realiseren, werd een toewijzingsraad opgericht voor het volledige werkingsgebied van SW+ Kortrijk-Wevelgem. Deze toewijzingsraad is samengesteld uit vertegenwoordigers van SW+, afgevaardigden van de lokale besturen Kortrijk en Wevelgem, en vertegenwoordigers vanuit de verschillende welzijnssectoren in de regio: CAW Zuid-West-Vlaanderen, integrale jeugdhulp, sector personen met een beperking en geestelijke gezondheidszorg.
De toewijzingsraad stelde op basis van het nieuwe regelgevend kader een ontwerp van toewijzingsreglement op. Hierbij is lokaal maatwerk mogelijk voor enerzijds het instellen van een strengere lokale bindingsvoorwaarde (pijler 1) en anderzijds voor het afbakenen van specifieke doelgroepen (pijler 3). Het betreft één toewijzingsreglement voor het volledige werkingsgebied van SW+, weliswaar met een verschillende invulling voor beide gemeenten gezien de specifieke lokale context.
Daarnaast schrijft de regelgeving ook voor dat de woonmaatschappij de gemeente op de hoogte brengt van de beslissingen met betrekking tot de versnelde toewijzingen (pijler 2).
De gemeenteraad is echter enkel bevoegd voor het goedkeuren van het ontwerp van toewijzingsreglement voor wat betreft de strengere woonbinding en de specifieke doelgroepen.
De woonmaatschappij integreert de goedgekeurde toewijzingsreglementen in het definitieve toewijzingsreglement.
Pijler 1: standaardtoewijzingen
De standaard toewijzing is de reguliere toewijzing van kandidaat-huurders. De chronologie van de wachtlijst en de langdurige woonbinding met de gemeente is hier van toepassing. Minstens 50% van alle toewijzingen moeten gebeuren via deze chronologische volgorde.
De toewijzingsraad heeft ervoor geopteerd om geen strengere lokale woonbinding op te nemen dan door Vlaanderen werd opgelegd. De wettelijke langdurige woonbinding geeft een voorrang aan kandidaat-huurders die in de afgelopen 10 jaar minstens 5 jaar ononderbroken in de gemeente gewoond hebben. Dit is reeds een strengere voorwaarde dan voorheen werd toegepast in Kortrijk (3 jaar in de voorbije 10 jaar, mocht onderbroken).
De lokale woonbinding wordt toegepast op gemeenteniveau, en niet op niveau van het volledige werkingsgebied.
Pijler 2: versnelde toewijzingen
Kandidaat-huurders met een bijzondere woonnood kunnen via versnelde toewijzing worden toegewezen. De chronologie van de wachtlijst en de langdurige woonbinding zijn hier niet van toepassing. Jaarlijks wordt een vast contingent van 20% van het aantal toewijzingen voorbehouden voor versnelde toewijzing.
Volgende doelgroepen komen volgens de Vlaamse Codex Wonen in aanmerking voor versnelde toewijzing:
De afspraken rond versnelde toewijzing werden regionaal uitgetekend en zijn dus voor elke woonmaatschappij in de regio Zuid-West-Vlaanderen dezelfde. Het systeem werd uitgewerkt door een werkgroep van W13 waarin de verschillende lokale besturen en alle betrokken woon- en welzijnsactoren vertegenwoordigd waren.
De werkgroep werkte een puntensysteem uit, genaamd ‘OC Woonnood’ (= Objectieve Criteria Woonnood). Een puntensysteem heeft als voordeel dat er objectief, efficiënt en transparant gewerkt kan worden. OC Woonnood biedt daarnaast een kader om objectief toe te wijzen binnen een pijler waarin de vraag groter is dan het aanbod en dit voor kandidaat-huurders met allen een hoge woonnood.
De raad voor maatschappelijk welzijn besliste op 12 juni 2023 positief advies te geven aan dit voorstel.
Het door de werkgroep uitgewerkte puntensysteem is gebaseerd op drie puntencategorieën:
(De volledige nota rond het puntensysteem OC Woonnood wordt in bijlage toegevoegd.)
De praktische invulling van pijler 2 moet niet worden opgenomen in het toewijzingsreglement, maar in het huishoudelijk reglement van de toewijzingsraad. De werkwijze en afspraken met betrekking tot de invulling van pijler 2 worden ter kennisgave voorgelegd aan de gemeenteraad (Protocol versnelde toewijs pijler 2 in bijlage).
Principes:
Pijler 3: specifieke doelgroepen
Maximaal 1/3de van de sociale huurwoningen in een gemeente kunnen met voorrang worden toegewezen aan of voorbehouden voor specifieke doelgroepen. Dit contingent mag niet overschreden worden. In pijler 3 wordt de voorrang voor kandidaat-huurders met een lokale woonbinding toegepast.
Op 31 december 2023 waren er in totaal 3.315 sociale huurwoningen in Kortrijk. Hiervan kunnen er dus maximaal 1.105 worden voorbehouden of met voorrang worden toegewezen. Het aantal dat in het voorstel van de toewijzingsraad voorzien wordt is 432. Pijler 3 wordt dus niet maximaal ingevuld.
De toewijzingsraad heeft de doelgroepen voor Kortrijk in pijler 3 en de aantallen, gebaseerd op een evaluatie van het huidig lokaal toewijzingsreglement en de effectieve noden die aangegeven werden door de diverse welzijnssectoren.
De toewijzingsraad stelt volgende doelgroepen voor voor Kortrijk:
Voor een aantal van deze doelgroepen worden woningen op adres gelabeld, bv. voor 65+ers of voor personen met een fysieke handicap. Voor deze doelgroepen zijn immers woningen met specifieke woningkenmerken nodig.
Voor andere doelgroepen is ervoor gekozen om een jaarlijks aantal toewijzingen te voorzien, bv. voor personen die dakloos zijn of dreigen te worden. Het is immers niet te voorzien op welk moment er nood zal zijn aan een bepaald woningtype (door o.a. verschillende gezinsgroottes).
Het volledig overzicht wordt weergegeven in de onderstaande tabel.
| Aantal | Type | Voorrangsbepaling |
Totaal sociale huurwoningen in Kortrijk op 31/12/2023 | 3.315 |
|
|
1/3 van totaal patrimonium | 1.105 |
|
|
Aantal voorbehouden voor doelgroep “personen die dak- en thuisloos zijn of dreigen te worden” | 70 | Niet gelabeld | Alternerend |
Aantal voorbehouden voor jongere die met begeleiding zelfstandig woont of gaat wonen (kamerwonen, i.f.v. doorstroming via pijler 4) | 11 | Gelabeld | Absolute voorrang |
Aantal voorbehouden voor doelgroep met mentale beperking | 3 | Niet gelabeld | Alternerend |
Aantal voorbehouden voor doelgroep met een fysieke handicap en in tweede instantie worden voorbehouden aan de doelgroep vanaf 65jr. | 134 | Gelabeld | Absolute voorrang |
Aantal voorbehouden voor doelgroep vanaf 65jr. | 219 | Gelabeld | Absolute voorrang |
Totaal voorbehouden voor alle doelgroepen in Kortrijk | 432 |
|
|
Met de doelgroep dak- en thuislozen wil de toewijzingsraad de kloof dichten tussen het aantal toewijzingen aan personen met een hoge woonnood dat in het oude toewijzingssysteem gedaan werd en het aantal dat in het nieuwe systeem toegelaten is binnen pijler 2. We weten immers dat de aantallen binnen pijler 2 ontoereikend zijn. Bovendien zet het regionaal puntensysteem OC Woonnood sterk in op doorstroom uit tijdelijke opvang en mensen die reeds een lopende begeleiding hebben. Hierdoor zullen bepaalde doelgroepen met een hoge woonnood, zoals mensen die in een onbewoonbaar verklaarde woning wonen, zelden aan bod komen in pijler 2. Om deze redenen werd een overloop voorzien in pijler 3.
Pijler 4: interne mutaties
De woonmaatschappij kan met voorrang woningen toewijzen aan sociale huurders die om dringende redenen moeten worden ge(her)huisvest. Het betreft hier onder andere sloop, renovatie en verkoop van de sociale huurwoning, onderbezetting/overbezetting …
Evaluatie
Het toewijzingsreglement dat door de toewijzingsraad op vandaag ter goedkeuring wordt voorgelegd is het resultaat van een analyse van de actuele noden, een evaluatie van het toewijzingssysteem van de voorbije jaren en prognoses voor de komende jaren. Dit alles in een volledig nieuw Vlaams wettelijk kader. Dit systeem zal echter grondig en op regelmatige tijdstippen geëvalueerd en gemonitord worden door de toewijzingsraad zodat steeds kan bijgestuurd worden indien nodig.
De raad gaat over tot de stemming in openbare zitting, waaraan 39 raadsleden deelnemen en waarvan de uitslag luidt als volgt:
De raad beslist het volgende:
Het toewijzingsreglement, zoals voorgelegd door de toewijzingsraad van Woonmaatschappij SW+ en zoals opgenomen in bijlage, goed te keuren.
Kennis te nemen van de genomen beslissingen door woonmaatschappij SW+ met betrekking tot de versnelde toewijzingen (pijler 2).
De raad gaat over tot de stemming in openbare zitting, waaraan 40 raadsleden deelnemen en waarvan de uitslag luidt als volgt:
De raad beslist het volgende:
In Beste Stad van Vlaanderen ambieert het stadsbestuur onder Hoofdstuk 8 'Een Stad waar elke Vlaming wil komen wonen, werken en spelen' het engagement om voldoende ondersteuning te voorzien voor alle soorten jeugdverenigingen. Naast materiële ondersteuning, educatie & informatie voorziet de stad ook financiële ondersteuning. Het doel hiervan is enerzijds om jeugdverenigingen de mogelijkheid te bieden een structurele en laagdrempelige werking uit te bouwen alsook hen te belonen voor de inspanningen die ze hiermee leveren.
Na interne evaluatie van het huidig subsidiereglement voor Kortrijks jeugdwerk werd duidelijk dat er een aantal bijsturingen noodzakelijk zijn.
Na een voorzichtige raming in 2021 is het duidelijk dat er ruimte is om de waarde per punt te verhogen. De waarde per punt wordt gecorrigeerd naar €2 per punt. Daarnaast willen we het gebruik van internet in het jeugdlokaal toegankelijker maken voor de jeugdverenigingen. Er wordt daarom een ondersteuning van 50% van de internetkosten voorzien.
Inhoudelijke bijsturingen
Algemene bijsturingen
Werkingssubsidie
Infrastructuursubsidie
Interne evaluatie
Op basis van de evaluatie van het subsidiereglement in het najaar van 2023 werd duidelijk dat er een aantal bijsturingen noodzakelijk zijn.
Het eerste aspect daarbij is de bepaling van de vaste waarde per punt. Deze werd in 2021 gebaseerd op de data van de verenigingen, aangevuld met eigen data en een inschatting van 'marge' (nieuwe verenigingen, groei verenigingen zowel kwantitatief als kwalitatief, invoeren ondersteuning leden met MIA-statuut, ...). Het doel was toen om de subsidiebedragen per vereniging niet achteruit te doen gaan en ongeveer tot een totaal subsidiebedrag van 168.000 euro te komen.
Na de eerste twee indienrondes van de werkingssubsidies sinds het nieuwe reglement (werkjaar 2021-2022 en werkjaar 2022-2023) hebben we die waarde per punt geëvalueerd.
We stellen op basis van deze data vast dat dit toen een te voorzichtige raming was. Het totaal uit te betalen subsidiebedrag ligt een stuk lager dan we ingeschat hadden.
Het corrigeren van de waarde per punt naar 2 euro zorgt er voor dat we de oorspronkelijke doelstelling van 2021 halen. We komen dan op een totaal subsidiebedrag van 167.603,40 euro voor werkingsjaar 2022-2023 en dan is er nog een kleine marge voor mochten er nieuwe verenigingen bijkomen of bestaande verenigingen plots sterk groeien.
Daarnaast merken we dat verschillende jeugdwerkvormen de uitdagingen van onze huidige digitale maatschappij voelen. Jeugdverenigingen moeten origineel uit de hoek komen en inspelen op de noden en wensen van de kinderen en jongeren die ze bereiken. In meerdere situaties wil dit ook zeggen dat ze op hun jeugdlocatie een online aanbod moeten kunnen aanbieden. We willen deze jeugdverenigingen tegemoet komen via de infrastructuursubsidie en tussenkomen in 50% van de internetkosten.
Uitzondering
Het nieuwe reglement gaat in vanaf 1 september 2024. Dit betekent dat de eerste subsidies volgens dit nieuwe reglement pas geldig zijn voor werkjaar 2024-2025 en betaald worden in 2026. Voor de ondersteuning van internet vormt dat geen probleem gezien dit een volledig nieuwe ondersteuning is.
Voor de werkingssubsidies zien we dat de nood voor de correctie op het bedrag per punt er op vandaag reeds is. We stellen dan ook voor om hiervoor een uitzondering toe te kennen en dit reeds voor de werkingssubsidies werkingsjaar 2022-2023 (uitbetaling 2024) en werkingsjaar 2023-2024 (uitbetaling 2025) toe te kennen.
De aanpassingen van het 'Subsidiereglement ter ondersteuning van het jeugdwerk in Kortrijk', zoals opgenomen in bijlage, goed te keuren, en het nieuwe reglement te laten ingaan vanaf 1 september 2024.
Een uitzondering om de waarde per punt reeds naar € 2 te verhogen voor het werkjaar 2022-2023 (uitbetaling 2024) en het werkjaar 2023-2024 (uitbetaling 2025) goed te keuren.
De stad Kortrijk beschikt over 2 wijkcomposteerplaatsen op haar grondgebied: één aan het Astridpark en één aan de Drie Hofsteden.
De buurtbewoners kunnen er gratis terecht met hun groente- en fruitafval.
Een stadsmedewerker is tijdens de openingsuren aanwezig, dit soms samen met een compostmeester. Deze wijkcompostering is vooral nuttig voor mensen die zelf niet beschikken over een tuin om te composteren en die in de buurt van de composteerplaatsen woont.
Om alles in goede banen te leiden maakte team 'Net en Groen' een reglement op voor het gebruik van de composteerplaatsen.
Composteren is het recycleren van organisch afval uit de keuken tot een materiaal dat nuttig is voor de bodem en de planten.
Met composteerplaatsen als 3-hofsteden en Astridpark geeft de stad Kortrijk de mogelijkheid aan de buurtbewoners o.a. zonder tuin om toch hun groente- en fruitafval te composteren.
Dat zorgt ervoor dat er minder in de restafvalzak belandt.
Enkele voordelen:
Het reglement composteerplaatsen (3-hofsteden en Astridpark), zoals opgenomen in bijlage goed te keuren.