Terug
Gepubliceerd op 16/04/2024

Notulen  Gemeenteraad

ma 11/03/2024 - 19:00 raadszaal

Samenstelling

Aanwezig

Helga Kints, voorzitter; Vincent Van Quickenborne, burgemeester; Ruth Vandenberghe, schepen; Axel Weydts, schepen; Axel Ronse, schepen; Wout Maddens, schepen; Bert Herrewyn, schepen; Kelly Detavernier, schepen; Wouter Allijns, schepen; Philippe De Coene, schepen; Stephanie Demeyer, raadslid; Jean de Béthune, raadslid; Moniek Gheysens, raadslid; Cathy Matthieu, raadslid; Pieter Soens, raadslid; Koen Byttebier, raadslid; Roel Deseyn, raadslid; Hannelore Vanhoenacker, raadslid; Mohamed Ahouna, raadslid; Liesbet Maddens, raadslid; Mattias Vandemaele, raadslid; David Wemel, raadslid; Philippe Avijn, raadslid; Tiene Castelein, raadslid; Wouter Vermeersch, raadslid; Veronique Decaluwe, raadslid; Nicolas Beugnies, raadslid; Lien Claassen, raadslid; Tine Soens, raadslid; Maxim Veys, raadslid; Philippe Dejaegher, raadslid; Jacques Demeersseman, raadslid; Carmen Ryheul, raadslid; Lies Vercaemst, raadslid; Mia Cattebeke, raadslid; Benjamin Vandorpe, raadslid; Dieter D’Alwein, raadslid; Marc Cottenier, raadslid; Sien Vandevelde, raadslid; Carlo Daelman, algemeen directeur

Verontschuldigd

Niels Lybeer, raadslid; Nawal Maghroud, raadslid

Secretaris

Carlo Daelman, algemeen directeur

Voorzitter

Helga Kints, voorzitter

Agendapunten

Inleiding

Behandeld

Inleiding

Inleiding

Motivering

De voorzitter heet alle raadsleden welkom op deze zitting van de gemeenteraad van 11 maart 2024.

Agenda

Er werden 2 interpellaties toegevoegd aan de agenda van de gemeenteraad:

  • Interpellatie van raadslid Liesbet Maddens: Comfort in stembureaus voor komende verkiezingen
  • Interpellatie van raadslid Wouter Vermeersch: De spiraal van geweld in Kortrijk

Er werden ook 4 voorstellen tot beslissing ingediend voor de agenda van de gemeenteraad, meer bepaald:

  • Voorstel tot beslissing van raadslid Mattias Vandemaele: Pasfotos’s nemen in het stadhuis
  • Voorstel tot beslissing van raadslid Benjamin Vandorpe: Ieder kind leren zwemmen. Convenant tussen scholen, LAGO en stad Kortrijk
  • Voorstel tot beslissing van raadslid Carmen Ryheul: Een dierenrouwplaats in Kortrijk
  • Voorstel tot beslissing van raadslid Carmen Ryheul: Samen met je huisdier begraven worden in Kortrijk

Omwille van het feit dat beide voorstellen tot beslissing van raadslid Carmen Ryheul samenhangend zijn, stelt de voorzitter voor om de voorstellen gezamenlijk te bespreken. Raadslid Carmen Ryheul vraagt echter de afzonderlijke bespreking van haar beide voorstellen tot beslissing.  

Goedkeuring notulen

Er worden geen opmerkingen geformuleerd op de notulen van de zitting van de gemeenteraad van 19 februari 2024. De notulen zijn derhalve goedgekeurd. 

Hamerpunten 

Voor de aanvang van deze zitting werd voor agendapunten 1, 2, 4, 8, 11 een bespreking gevraagd. De punten 3, 5, 6, 7, 9, 10, 12, 13 zijn dan ook hamerpunten en worden door afroeping geacht eenparig te zijn goedgekeurd. Het betreft:

  • Punt 3. Samenwerkingsovereenkomst Child Focus – Opstart samenwerkingsovereenkomst met Child Focus – Goedkeuren.
  • Punt 5. Tijdelijke politieverordening – Tijdelijke privatisering van een deel van het openbaar domein bij diverse evenementen in de maanden maart en april – Vaststellen.
  • Punt 6. Kortrijkse scriptieprijs – reglement scriptieprijs – Goedkeuren.
  • Punt 7. Immobiliën (GB 1279) – Tweede hernieuwing handelshuur stadseigendom gelegen Rijselsestraat 22 te Kortrijk – Goedkeuren.
  • Punt 9. De Groene Verbinding – Deel Zuidstraat – Guido Gezellelaan – Voorwaarden en wijze van gunnen.
  • Punt 10. 2023/00911 - Aanleggen fietspad Molenstraat Bozestraat – zaak van de wegen – Goedkeuren.
  • Punt 12. DRK websites – Evaluatie en Roadmap- DRK – Goedkeuren.
  • Punt 13. Straatnaamgeving – Verkaveling Langwater – Definitief goedkeuren.


IR 2.

2024_IP_00007 - Interpellatie van raadslid Liesbet Maddens: Interpellatie: comfort in stembureaus bij komende verkiezingen

Behandeld
IR 2.

2024_IP_00007 - Interpellatie van raadslid Liesbet Maddens: Interpellatie: comfort in stembureaus bij komende verkiezingen

2024_IP_00007 - Interpellatie van raadslid Liesbet Maddens: Interpellatie: comfort in stembureaus bij komende verkiezingen
IR 3.

2024_IP_00009 - Interpellatie van raadslid Wouter Vermeersch: Interpellatie: De spiraal van geweld in Kortrijk

Behandeld
IR 3.

2024_IP_00009 - Interpellatie van raadslid Wouter Vermeersch: Interpellatie: De spiraal van geweld in Kortrijk

2024_IP_00009 - Interpellatie van raadslid Wouter Vermeersch: Interpellatie: De spiraal van geweld in Kortrijk
IR 1.

2024_VVB_00005 - Voorstel tot beslissing van raadslid Mattias Vandemaele: Pasfoto's nemen in het stadhuis

Behandeld
IR 1.

2024_VVB_00005 - Voorstel tot beslissing van raadslid Mattias Vandemaele: Pasfoto's nemen in het stadhuis

2024_VVB_00005 - Voorstel tot beslissing van raadslid Mattias Vandemaele: Pasfoto's nemen in het stadhuis
IR 4.

2024_VVB_00006 - Voorstel tot beslissing van raadslid Benjamin Vandorpe: Ieder kind leren zwemmen: Convenant tussen Scholen, LAGO en Stad Kortrijk

Behandeld
IR 4.

2024_VVB_00006 - Voorstel tot beslissing van raadslid Benjamin Vandorpe: Ieder kind leren zwemmen: Convenant tussen Scholen, LAGO en Stad Kortrijk

2024_VVB_00006 - Voorstel tot beslissing van raadslid Benjamin Vandorpe: Ieder kind leren zwemmen: Convenant tussen Scholen, LAGO en Stad Kortrijk
IR 5.

2024_VVB_00007 - Voorstel tot beslissing van raadslid Carmen Ryheul: Een dierenrouwplaats in Kortrijk

Behandeld
IR 5.

2024_VVB_00007 - Voorstel tot beslissing van raadslid Carmen Ryheul: Een dierenrouwplaats in Kortrijk

2024_VVB_00007 - Voorstel tot beslissing van raadslid Carmen Ryheul: Een dierenrouwplaats in Kortrijk
IR 6.

2024_VVB_00008 - Voorstel tot beslissing van raadslid Carmen Ryheul: Samen met je huisdier begraven worden in Kortrijk

Behandeld
IR 6.

2024_VVB_00008 - Voorstel tot beslissing van raadslid Carmen Ryheul: Samen met je huisdier begraven worden in Kortrijk

2024_VVB_00008 - Voorstel tot beslissing van raadslid Carmen Ryheul: Samen met je huisdier begraven worden in Kortrijk
IR 7.

2024_MV_00014 - Mondelinge vraag van raadslid Roel Deseyn: Vraag i.v.m. de bomen in de Aubettestraat in Bellegem.

Behandeld
IR 7.

2024_MV_00014 - Mondelinge vraag van raadslid Roel Deseyn: Vraag i.v.m. de bomen in de Aubettestraat in Bellegem.

2024_MV_00014 - Mondelinge vraag van raadslid Roel Deseyn: Vraag i.v.m. de bomen in de Aubettestraat in Bellegem.
IR 8.

2024_MV_00015 - Mondelinge vraag van raadslid Hannelore Vanhoenacker: Vraag om de mogelijke watersnood ten gevolge van de beperkte rioolwaterafvoer in de Molentjesstraat in Kooigem te onderzoeken.

Behandeld
IR 8.

2024_MV_00015 - Mondelinge vraag van raadslid Hannelore Vanhoenacker: Vraag om de mogelijke watersnood ten gevolge van de beperkte rioolwaterafvoer in de Molentjesstraat in Kooigem te onderzoeken.

2024_MV_00015 - Mondelinge vraag van raadslid Hannelore Vanhoenacker: Vraag om de mogelijke watersnood ten gevolge van de beperkte rioolwaterafvoer in de Molentjesstraat in Kooigem te onderzoeken.
IR 9.

2024_MV_00016 - Mondelinge vraag van raadslid Carmen Ryheul: Vraag m.b.t. de opvolging van de vervoerregioraad.

Behandeld
IR 9.

2024_MV_00016 - Mondelinge vraag van raadslid Carmen Ryheul: Vraag m.b.t. de opvolging van de vervoerregioraad.

2024_MV_00016 - Mondelinge vraag van raadslid Carmen Ryheul: Vraag m.b.t. de opvolging van de vervoerregioraad.
IR 10.

2024_MV_00017 - Mondelinge vraag van raadslid Maxim Veys: Vraag m.b.t. het gebruik van de Bredenmolenweg in Bellegem als sluipweg ten gevolge van de trajectcontrole op de Doornikserijksweg richting Bellegem.

Behandeld
IR 10.

2024_MV_00017 - Mondelinge vraag van raadslid Maxim Veys: Vraag m.b.t. het gebruik van de Bredenmolenweg in Bellegem als sluipweg ten gevolge van de trajectcontrole op de Doornikserijksweg richting Bellegem.

2024_MV_00017 - Mondelinge vraag van raadslid Maxim Veys: Vraag m.b.t. het gebruik van de Bredenmolenweg in Bellegem als sluipweg ten gevolge van de trajectcontrole op de Doornikserijksweg richting Bellegem.
1.

2024_GR_00051 - AjKo vzw - Voordracht van een vertegenwoordiger in de algemene vergadering en in de raad van bestuur

Afgekeurd
1.

2024_GR_00051 - AjKo vzw - Voordracht van een vertegenwoordiger in de algemene vergadering en in de raad van bestuur

2024_GR_00051 - AjKo vzw - Voordracht van een vertegenwoordiger in de algemene vergadering en in de raad van bestuur
2.

2024_GR_00052 - Gemeentelijke administratieve sancties - Aanpassing van de Algemene Politieverordening van de stad Kortrijk - Aanpassing van de verordening - Goedkeuren

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Helga Kints, voorzitter; Vincent Van Quickenborne, burgemeester; Ruth Vandenberghe, schepen; Axel Weydts, schepen; Axel Ronse, schepen; Wout Maddens, schepen; Bert Herrewyn, schepen; Kelly Detavernier, schepen; Wouter Allijns, schepen; Philippe De Coene, schepen; Stephanie Demeyer, raadslid; Moniek Gheysens, raadslid; Cathy Matthieu, raadslid; Pieter Soens, raadslid; Koen Byttebier, raadslid; Hannelore Vanhoenacker, raadslid; Mohamed Ahouna, raadslid; Liesbet Maddens, raadslid; Mattias Vandemaele, raadslid; David Wemel, raadslid; Philippe Avijn, raadslid; Tiene Castelein, raadslid; Wouter Vermeersch, raadslid; Veronique Decaluwe, raadslid; Nicolas Beugnies, raadslid; Lien Claassen, raadslid; Tine Soens, raadslid; Maxim Veys, raadslid; Philippe Dejaegher, raadslid; Jacques Demeersseman, raadslid; Carmen Ryheul, raadslid; Lies Vercaemst, raadslid; Mia Cattebeke, raadslid; Benjamin Vandorpe, raadslid; Dieter D’Alwein, raadslid; Marc Cottenier, raadslid; Sien Vandevelde, raadslid; Carlo Daelman, algemeen directeur
Afwezig
Jean de Béthune, raadslid; Roel Deseyn, raadslid
Verontschuldigd
Niels Lybeer, raadslid; Nawal Maghroud, raadslid
Secretaris
Carlo Daelman, algemeen directeur
Voorzitter
Helga Kints, voorzitter
2.

2024_GR_00052 - Gemeentelijke administratieve sancties - Aanpassing van de Algemene Politieverordening van de stad Kortrijk - Aanpassing van de verordening - Goedkeuren

2024_GR_00052 - Gemeentelijke administratieve sancties - Aanpassing van de Algemene Politieverordening van de stad Kortrijk - Aanpassing van de verordening - Goedkeuren

Motivering

Aanleiding en context

De Algemene Politieverordening (APV) van de stad en bij uitbreiding haar bijlagen worden op regelmatige basis gewijzigd. Het betreft immers een zeer nuttig beleidsondersteunend instrument, dat uiteraard bij voorkeur periodiek geactualiseerd wordt. De laatste wijziging dateert van 3 juli 2023.

De werkgroep "Algemene Politieverordening" is momenteel bezig met een grootschalige en dienstoverschrijdende herziening van de tekst van de Algemene Politieverordening. Gelet op de omvang van dit project en het feit dat sommige deelaspecten zich actueel nog in een voorbereidende fase bevinden, zullen de suggesties/aanbevelingen tot wijziging die uit dit project voortvloeien, in drie onderdelen (en bijgevolg evenveel separate nota's) aan de gemeenteraad aangeboden worden.

In deze eerste nota worden - op enkele kleinere, losse wijzigingen na - de hiernavolgende dringende thema's verwerkt:

  • aanpassing van diverse bepalingen uit de Algemene Politieverordening aan de recent gewijzigde inhoud van de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (hierna in de motiverende delen genoemd : "de GAS-wet"), ingevolge de Wet van 11 december 2023 tot wijziging van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, van de Nieuwe Gemeentewet en van de wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instelling van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet (hierna in de motiverende delen genoemd : "de wijzigingswet").
  • herwerking van de bepalingen omtrent het veilig en rein houden van het trottoir, gelet op de toevloed aan vaststellingen ter zake sedert het digitaal referendum van begin 2023.
  • herziening van het Gemeentelijk Reglement m.b.t. kermisactiviteiten op de openbare kermissen en op het openbaar domein buiten de openbare kermissen, zoals gevoegd als Bijlage V bis bij de Algemene Politieverordening, ingevolge de ingrijpende locatiewijzigingen.
  • herziening van het Gemeentelijk Reglement houdende de voorwaarden tot het verkrijgen van een machtiging voor het gebruik van taxistandplaatsen op de openbare weg op het grondgebied van Kortrijk, zoals gevoegd als Bijlage XIX bij de Algemene Politieverordening.

Voor wat betreft de tweede nota, waarmee een gloednieuw door de brandweerdiensten uitgewerkt brandveiligheidsplan zal voorgesteld worden, wordt gemikt op de gemeenteraad van 15 april 2024.

De derde en laatste nota zal tot slot de verzameling van alle andere nog te wijzigen (minder dringende) bepalingen in zich dragen en zal bijgevolg ten vroegste verwacht mogen worden voor de gemeenteraad van 10 juni 2024.

Naar inhoudelijke methodiek wordt tot slot nog meegegeven dat alle voorstellen tot wijziging in het motiverende gedeelte van de nota, zoals gebruikelijk, als volgt aangeduid worden : hetgeen nieuw is, staat tussen vierkante haakjes en is gecursiveerd; hetgeen opgeheven wordt, staat doorstreept. Daarnaast zal men in bijlage bij de nota zowel een APV-versie met aanduiding van alle wijzigingen, als een reeds aangepaste APV-versie zonder aanduiding tekstuele aanpassingen terugvinden.

Argumentatie

1. Motivering wijziging artikel 22: privatieve ingebruikname van het openbaar domein en de openbare weg

In een aantal vergunningen "inname openbaar domein" worden, benevens de gebruikelijke algemene toelatingsvoorwaarden die standaard voor elke vergunning gelden (bv. vergunning beperkt tot de erin vermelde voertuigen, periode en locatie, vergunning verplicht zichtbaar leggen aan de voorruit van het voertuig, enz.), één of meerdere specifieke toelatingsvoorwaarden bepaald. Deze specifieke voorwaarden worden voorzien in functie van de specifieke aard der werken en/of locatie waar zij uitgevoerd worden en kunnen inhoudelijk bijgevolg zeer divers zijn (bv. voorzien van een hulpvoetpad met een minimale breedte van één meter, vrijhouden van een doorsteek voor fietsers, enz.). Het spreekt voor zich dat een schending van deze specifieke toelatingsvoorwaarden op dezelfde wijze moet behandeld worden als een schending van de algemene toelatingsvoorwaarden, nu zij één onlosmakelijk geheel vormen in het licht van de toekenning en naleving van de vergunning "inname openbaar domein".

Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 22

Elke privatieve ingebruikname van het openbaar domein en de openbare weg is verboden, tenzij schriftelijke en voorafgaande machtiging door het college van burgemeester en schepenen wordt verleend.

De algemene [- en in voorkomend geval de specifieke -] toelatingsvoorwaarden, zoals opgenomen in deze machtiging, dienen cumulatief en strikt nageleefd te worden. De niet-naleving van één of meerdere toelatingsvoorwaarden wordt gelijkgesteld met een situatie als zou er voorafgaandelijk geen machtiging tot privatieve ingebruikname afgeleverd geweest zijn.


2. Motivering wijziging artikelen 49, 50,§2 , 70 en 73: vrijwaren van het trottoir van respectievelijk sneeuw/ijs, overhangende planten en afval/onkruid

De Algemene Politieverordening kent actueel drie verplichtingen die bewoners en gebruikers van onroerende goederen dienen na te komen in verband met het rein en vrij houden van het gedeelte van het trottoir dat aan hun onroerend goed grenst, met name :

  1. het ruimen van sneeuw en verwijderen van ijs (artikelen 49 en 50)
  2. het wieden en of verwijderen van (overhangende) beplantingen (artikel 70)
  3. het verwijderen van afval en onkruid (artikel 73)

De vergelijkbare aanpak en principes van deze drie verplichtingen verantwoordt het feit dat de herziening van hun inhoud onder één en dezelfde titel binnen onderhavige nota behandeld worden.

Hoewel perfect gelijklopend naar toepassing en handhaving, krijgen de verantwoordelijken voor de bovenstaande verplichtingen verschillende benamingen. Nu eens worden zij "aangelanden" genoemd, dan weer "hetzij bewoners of gebruikers, hetzij eigenaars". Het verdient uiteraard aanbeveling om de benamingen ter zake op elkaar af te stemmen. De term "aangelanden" kan ter zake perfect dienen als uniforme benaming, doch op voorwaarde dat dit begrip vervolgens omstandig omschreven wordt. Op vandaag is het immers niet duidelijk wat precies onder deze term begrepen dient te worden, vermits de term in hogere wetgeving amper gedefinieerd wordt en de weinige bestaande omschrijvingen ofwel te beperkend lijken, ofwel - erger nog - elkaar lijken tegen te spreken:

  • zo definieert artikel 2, 1° van het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen "aangelanden" enerzijds als "de eigenaars van percelen die palen aan een gemeenteweg of die door een gemeenteweg worden doorkruist" (een definitie die overigens bevestigd lijkt te worden door artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 30 januari 1958 houdende algemeen politiereglement van de polders en van de wateringen, alwaar het de term "aangelanden" duidelijk onderscheiden wordt van de term "gebruikers")
  • maar spreekt de memorie van toelichting van gezegd Decreet anderzijds over "aangelanden op grond van het eigendomsrecht, een erfdienstbaarheid van doorgang, een recht van uitweg, enzovoort" (zie Parlementaire Voorbereiding 1847 (2018-2019), nr. 1, blz. 15) (een begripsomschrijving die vandaag de dag eveneens gehanteerd wordt binnen de verkeerswetgeving, met name in het kader van de interpretatie van de onderborden met vermelding "uitgezonderd aangelanden" bij doorgangsverbodsborden).

Gelet op de doelstellingen die de stad ter zake nastreeft en het feit dat de hoedanigheid van de verantwoordelijke afhangt van het type onroerend goed waarmee men te maken heeft, verdient het aanbeveling om de groep der aangelanden zo ruim mogelijk te interpreteren. Alleszins lijkt geen enkele hogere rechtsnorm zich hiertegen te verzetten.

De artikelen 49, 50§2, 70 en 73 worden als volgt gewijzigd:

Artikel 49

[§1.] Bij sneeuwval of bij ijzelvorming moeten de aangelanden [, zoals nader omschreven in de hierna volgende §§2 tot en met 5,] erover waken dat op het voetpad voor de eigendom die zij bewonen of gebruiken voldoende ruimte voor de doorgang van de voetgangers wordt schoongeveegd en dat het nodige wordt gedaan om de gladheid ervan te vermijden;

[§2. Ingeval van bewoonde ééngezinswoningen rust de verantwoordelijkheid voor de nakoming van de in §1 omschreven verplichting in eerste instantie bij de persoon wiens domicilie geregistreerd werd op het adres van het betreffende pand. Is deze bewoning gebaseerd op een huurovereenkomst, bruikleen of recht van gebruik en bewoning en is de huurder, bruikleennemer of gebruiker afwezig, dan zijn alle zakelijke rechthebbenden (te weten: volle eigenaar, naakte eigenaars, mede-eigenaars en vruchtgebruikers) hoofdelijk verantwoordelijk voor de nakoming van de in §1 omschreven verplichting. Indien meerdere personen de ééngezinswoning huren of lenen, zijn deze personen hoofdelijk gehouden tot nakoming van de in §1 omschreven verplichting;

§3. Ingeval van onbewoonde ééngezinswoningen zijn alle zakelijke rechthebbenden (te weten : volle eigenaar, naakte eigenaars, mede-eigenaars en vruchtgebruikers) hoofdelijk verantwoordelijk voor de nakoming van de in §1 omschreven verplichting;

§4. Ingeval van handels- en bedrijfspanden rust de verantwoordelijkheid voor de nakoming van de in §1 omschreven verplichting in eerste instantie bij de (gedelegeerd) bestuurder of vaste vertegenwoordiger van de éénmanszaak of rechtspersoon die het betreffende pand in gebruik neemt als maatschappelijke zetel of vestigingseenheid voor de uitvoering van zijn professionele activiteit. Is deze uitbating gebaseerd op een handelshuurovereenkomst en is de huurder afwezig, dan zijn alle zakelijke rechthebbenden (te weten: volle eigenaar, naakte eigenaars, mede-eigenaars en vruchtgebruikers) hoofdelijk verantwoordelijk voor de nakoming van de in §1 omschreven verplichting.

§5. Ingeval van onbebouwde percelen zijn alle zakelijke rechthebbenden (te weten : volle eigenaar, naakte eigenaars, mede-eigenaars, vruchtgebruikers, opstalhouders, erfpachters, houders van een gebruiksrecht en begunstigden van een erfdienstbaarheid van uitweg of doorgang) hoofdelijk verantwoordelijk voor de nakoming van de in §1 omschreven verplichting;]

Artikel 50

§1. [...] 

§2. De [in artikel 49, §§2 tot en met 5 bedoelde] aangelanden maken daarbij gebruik van middelen die het milieu zo min mogelijk schaden.

Artikel 70

De bewoners of gebruikers, hetzij de eigenaars van een onroerend goed, gelegen langsheen de openbare weg [in artikel 49, §§2 tot en met 5 bedoelde aangelanden] moeten er [bovendien] voor zorgen dat de beplantingen die op [of langs] dat [het door hen bewoonde of gebruikte onroerend] goed groeien zodanig worden onderhouden dat:

1° geen enkele tak op minder dan 4,50 m van de grond boven de *rijbaan hangt;

2° deze beplantingen niet over het voetpad of over de gelijkgrondse berm groeien tot op een hoogte van 2,50 m;

3° geen enkele beplanting hinder vormt voor de openbare veiligheid of de verkeersveiligheid in het algemeen. Uitzondering hierop kan gemaakt worden voor landbouwgewassen.

Artikel 73

De [in artikel 49, §§2 tot en met 5 bedoelde] aangelanden moeten er [voorts] over waken dat de voetpaden, rioolroosters en de straatgoten voor het onroerend goed dat zij bewonen of gebruiken in nette staat blijven door onder meer vuilnis, modder en onkruid weg te nemen.


3. Motivering wijziging artikelen 51, 71 en 74: vrijwaren van het trottoir van respectievelijk sneeuw/ijs, overhangende planten en afval/onkruid ingeval van meergezinswoningen

Deze titel borduurt voort op de drie verplichtingen die onder bovenstaand titel 2. besproken werden en reikt een suggestie tot wijziging van de bestaande regeling, specifiek voor meergezinswoningen, aan. 

  • Verouderde aansprakelijkheidsregeling 

In de periode 2019 – 2022 heeft de federale wetgever werk gemaakt van een grondige en algehele herwerking van het Burgerlijk Wetboek. Hierbij werd van de gelegenheid gebruikt gemaakt om in het derde Boek aangaande het goederenrecht te voorzien in een nieuwe regeling inzake het mede-eigendomsrecht van meergezinswoningen.

Middels de invoering van artikel 3.84 wordt het bestaan van een Vereniging van Mede-eigenaars (ook gekend onder de afkorting “VME”) nagenoeg steeds van rechtswege vermoed, van zodra er sprake is van privatieve én gemeenschappelijke delen binnen hetzelfde pand. Waar dit vóór de herziening van het Burgerlijk Wetboek nog afhing van de opstelling van een basisakte, is de redenering sedert de herziening omgekeerd en zal de basisakte onder andere vereist zijn om het bestaan van een VME – op omstandig gemotiveerde wijze en bij unanimiteit – uit te sluiten. Dergelijke uitsluitingen zullen evenwel slechts zeer uitzonderlijk aanvaard worden.

De VME heeft rechtspersoonlijkheid, wat betekent dat zij juridisch gezien als een apart persoon/procespartij, met eigen rechten en plichten, beschouwd dient te worden. Haar voornaamste verplichting bestaat in het onderhouden van gemeenschappelijke delen en het behartigen van gemeenschappelijke belangen. Een voorbeeld hiervan is het sneeuw- en ijsvrij, alsook het - in meer algemene termen - rein en ordentelijk houden van het trottoir voor eigen deur en het snoeien van over het trottoir hangende takken en beplantingen. De VME mag - maar is hiertoe wettelijk geenszins verplicht - deze taken van dagelijks algemeen belang delegeren aan een derde, in de persoon van een syndicus.

De thans bestaande aansprakelijkheidsregeling in de Algemene Politieverordening is bijgevolg sedert 1 september 2021 - te weten : de datum van inwerkingtreding van het Boek 3 van het Nieuwe Burgerlijk Wetboek inzake het goederenrecht - verouderd.

  • GDPR-gerelateerde moeilijkheden

De bestaande aansprakelijkheidsregeling maakt het noodzakelijk om de identificatie van de aansprakelijke partij te laten gebeuren via een opzoeking in het Rijksregister op basis van adresgegevens. Indien men niet het correcte busnummer kent - hetgeen zeker naar aanleiding van een eerste confrontatie doorgaans het geval zal zijn - leidt een dergelijke opzoeking steevast tot een zoekresultaat waarbij alle bewoners, die ingeschreven staan op het betreffende adres, weergegeven worden en bijgevolg ook de bewoners die men uiteindelijk de facto niet zal aanspreken.

Bij de VME stelt dit probleem zich niet. Vermits deze beschouwd wordt als een rechtspersoon en beschikt over een eigen KBO-nummer, kunnen haar identificatiegegevens probleemloos teruggevonden worden in het vrij consulteerbare "KMO Public Search". Ook de gegevens van de syndicus - zo er één werd aangesteld uiteraard - zullen in deze KBO-fiche vermeld worden.

Doordat de stad Kortrijk, zoals hierboven reeds aangegeven, de VME - of in voorkomend geval de syndicus - rechtsgeldig kan aanspreken, dient zij geen verder onderzoek te doen naar eventuele aansprakelijke partijen. Bij gebreke aan syndicus, dient de VME uit te maken wie de facto gehouden is op basis van haar reglement van interne orde. Dit betreft hoe dan ook slechts een onderhands document, waarvan de bepalingen niet tegenstelbaar zijn aan de stad, zodat zij zich ondertussen rechtsgeldig kan blijven richten ten aanzien van syndicus of VME. 

Om al deze redenen verdient het aanbeveling om de bestaande aansprakelijkheidsregeling volledig te herschrijven.

De artikelen 51, 71 en 74 worden als volgt gewijzigd :

Artikel 51

[§1.] Wanneer het woningen [meergezinswoningen] betreft, bewoond door meerdere *gezinnen, zijn allen hoofdelijk verantwoordelijk voor [is de natuurlijke persoon of rechtspersoon, belast met het dagelijks onderhoud ervan, verantwoordelijk voor de nakoming van] de verplichtingen bepaald in de artikelen 48 tot en met 50.

[§2. Indien er geen dergelijk persoon aangesteld is, rust de verantwoordelijkheid voor de nakoming van de verplichtingen in de artikelen 48 tot en met 50 bij de Vereniging van Mede-eigenaars.

§3. Bij gebreke aan Vereniging van Mede-eigenaars zijn alle bewoners van de meergezinswoning hoofdelijk verantwoordelijk voor de nakoming van de verplichtingen bepaald in de artikelen 48 tot en met 50.]

Artikel 71

[§1.] Wanneer het woningen [meergezinswoningen] betreft, bewoond door meerdere *gezinnen, zijn allen hoofdelijk verantwoordelijk voor [is de natuurlijke persoon of rechtspersoon, belast met het dagelijks onderhoud ervan, verantwoordelijk voor de nakoming van] de verplichtingen bepaald in artikel 70.

[§2. Indien er geen dergelijk persoon aangesteld is, rust de verantwoordelijkheid voor de nakoming van de verplichtingen in artikel 70 bij de Vereniging van Mede-eigenaars.

§3. Bij gebreke aan Vereniging van Mede-eigenaars zijn alle bewoners van de meergezinswoning hoofdelijk verantwoordelijk voor de nakoming van de verplichtingen bepaald in artikel 70.]

Artikel 74

[§1.] Wanneer het woningen [meergezinswoningen] betreft, bewoond door meerdere *gezinnen, zijn allen hoofdelijk verantwoordelijk voor [is de natuurlijke persoon of rechtspersoon, belast met het dagelijks onderhoud ervan, verantwoordelijk voor de nakoming van] de verplichtingen bepaald in de artikelen 72 en 73.

[§2. Indien er geen dergelijk persoon aangesteld is, rust de verantwoordelijkheid voor de nakoming van de verplichtingen in de artikelen 72 en 73 bij de Vereniging van Mede-eigenaars.

§3. Bij gebreke aan Vereniging van Mede-eigenaars zijn alle bewoners van de meergezinswoning hoofdelijk verantwoordelijk voor de nakoming van de verplichtingen bepaald in de artikelen 72 en 73.]


4. Motivering wijziging artikelen 54 en 156, 5°: barbecues op openbare plaatsen

De thans voorgestelde wijziging is een logisch voortvloeisel uit de kerntaak van de stad Kortrijk om, in het kader van behoorlijk bestuur, de veiligheid van de burgers op haar grondgebied te garanderen. Het spreekt voor zich dat er geen vuur kan ontstoken worden op momenten dat extreme weersomstandigheden het brandgevaar aanzienlijk vergroten (bv. krachtige wind die vuurgensters kan verspreiden, extreme droogte, enz.). De meest objectieve wijze om een dergelijke evaluatie te maken, is door zich te richten op de kleurcodes die ter zake door het Agentschap Natuur en Bos gehanteerd en uitgevaardigd worden en die real time geraadpleegd kunnen worden op haar website.

Door onderhavige wijziging te aanvaarden zal de burgemeester niet langer verplicht zijn om bij elke ongunstige weersomstandigheid twee burgemeestersbesluiten uit te vaardigen (te weten : een eerste om een tijdelijk gebruiksverbod van de openbare barbecuestellen en vuurschalen in het leven te roepen en even later een tweede om dit tijdelijke gebruiksverbod opnieuw op te heffen) en zal bovendien niet telkens een aparte communicatie van deze tijdelijke burgemeestersbesluiten aan de burgers dienen plaats te vinden. Eén en ander leidt tot een substantiële verlaging van de (administratieve) werklast in hoofde van alle betrokken actoren.

De artikelen 54 en 156, 5° worden als volgt gewijzigd :

Artikel 54

[Onverminderd het bepaalde in artikel 156, 5° van deze Algemene Politieverordening], Het is [het] verboden enig vuur aan te leggen waardoor het gebruik of de aanwezigheid van *open vuur of *vlammen een risico ontstaat voor het publiek, zonder voorafgaande machtiging van de burgemeester.  

De aanvraag tot machtiging dient samen met de nodige stukken, tijdig, minstens vierentwintig uur voor de aanvang van de activiteit ingediend te worden.

Het is enkel toegelaten niet-afvalstoffen te gebruiken die geen hinderlijke rookontwikkeling met zich meebrengen.

Artikel 156

In de openbare parken, pleinen en tuinen is het verboden:

1° […]

2° […]

3° […]

4° […]

5° barbecues te houden [of vuurschalen te ontsteken], behoudens :

  • [schriftelijke en voorafgaandelijke] machtiging van de burgemeester [voor zover dit zal plaatsvinden op een niet specifiek daartoe door de stad Kortrijk ingerichte openbare plaatsDeze machtiging wordt - indien daartoe aanleiding bestaat - verleend in de vorm van een “vuurvergunning”;
  • op specifiek daartoe door de stad Kortrijk ingerichte openbare plaatsen, waarbij dan, met inachtneming van het gebruikersreglement, gebruik gemaakt wordt van het ter plaatse door de stad Kortrijk voorziene barbecuestel of de ter plaatse door de stad Kortrijk voorziene vuurschaal (locaties raadpleegbaar via https://www.kortrijk.be/barbecue). In dit geval wordt de vuurvergunning vermoed aanwezig te zijn, op voorwaarde dat het openbaar barbecuestel of de openbare vuurschaal voorafgaandelijk en op regelmatige wijze gereserveerd werd.

Beide bovenstaande uitzonderingen op het algemene barbecueverbod en ontstekingsverbod van vuurschalen gelden enkel voor zover door het Agentschap Natuur en Bos een brandgevaarcode “groen” of “geel” uitgevaardigd wordt (zie www.natuurenbos.be/waarschuwingen). Indien door het Agentschap Natuur en Bos een brandgevaarcode “oranje” of “rood” uitgevaardigd werd, zal de toepassing en uitwerking van de rechtsgeldig verleende vuurvergunning opgeschort worden voor de duurtijd van de uitgevaardigde brandgevaarcode “oranje” of “rood”.]

6° […]

7° […]

8° […]


5. Motivering wijziging artikel 179: Afdeling 1. Tijdelijke privatieve ingebruikname van het openbaar domein en de openbare weg door terrassen en andere voorwerpen

Vergunningen "inname openbaar domein" in het kader van (aannemings)werken en terrassen worden vandaag de dag digitaal aangevraagd aan stadsteam "Minder Hinder" en, indien daartoe grond bestaat, door haar - eveneens digitaal - afgeleverd. Deze werkwijze is tot stand gekomen na delegatie van deze afleveringsbevoegdheid door het College van Burgemeester en Schepenen aan de algemeen directeur (in toepassing van artikel 57, eerste lid van het Decreet van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur), die de bevoegdheid op zijn beurt en in toepassing van het derde lid van datzelfde artikel 57 gedelegeerd heeft aan het subteam "Minder Hinder".

Het is altijd de bedoeling geweest om dit digitaal loket bij subteam "Minder Hinder" eveneens te activeren voor de aflevering van vergunningen "inname openbaar domein" in het kader van de plaatsing van uitstallingen andere dan terrassen. Het probleem dat zich evenwel stelt, is dat de huidige tekst van artikel 179, §2 van de Algemene Politieverordening de afleveringsbevoegdheid in handen van de burgemeester legt en het Decreet over het Lokaal Bestuur nergens voorziet in een delegatiemogelijkheid in hoofde van de burgemeester. Dit doet het Decreet enkel in hoofde van het College van Burgemeester en Schepenen.

Teneinde uniform te kunnen werken is het bijgevolg van belang dat elke verwijzing naar de burgemeester gewijzigd wordt in een verwijzing naar het College van Burgemeester en Schepenen.

Artikel 179, §2 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 179, §2

§1. [...]

§2. Uitstallingen op het openbaar domein en op de openbare weg andere dan terrassen

1° Niemand mag uitstallingen plaatsen of zijn bedrijf uitoefenen op het openbaar domein tenzij minstens vier weken vooraf een schriftelijke machtiging van de [het College van] Burgemeester [en Schepenen] bekomen wordt, dit in afwijking van artikel 31. De aanvraag gebeurt digitaal via https://iod.kortrijk.be/#/aanvraag/new.

Deze verplichting geldt niet voor uitstallingen in de binnenstad die tot categorie 1 behoren (zie hieronder onder punt 5°).

2° De aanvraag is pas ontvankelijk als het formulier volledig ingevuld is en vergezeld van:

  • beschrijving van de gewenste uitstalling inclusief afmetingen, materiaalgebruik, kleur en/of fotomateriaal en technische specificaties voor de gewenste uitstalling, welke voldoet aan de voorwaarden hieronder omschreven;
  • situatieschets van de gewenste positie van de uitstalling (plan op schaal 1/50 of 1/100), inclusief alle hindernissen en hun afmetingen in een straal van minimum 4 meter zoals aanduiding van voetpad, straatmeubilair en verlichting.
  • indien de uitstalling buiten de gevelbreedte van de uitbating wordt geplaatst: schriftelijke toestemming hiertoe van de eigenaar(s) van het betreffende aanpalende of naburige pand

3° In de zones zoals weergegeven op de terrassenplannen in bijlage, dienen uitstallingen bijkomend aan volgende voorwaarden te voldoen:

  • De zichtlijnen op de omliggende panden worden gevrijwaard.
  • De uitstallingen worden niet geplaatst binnen de op het terrassenplan als “vrij te houden zone” aangeduide delen van het openbaar domein.
  • De uitstallingen worden voor de gevel van het eigen handelspand geplaatst, tenzij toestemming van de aanpalende eigenaar, (handels)huurder of gebruiker werd bekomen.

4° Volgende algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle mogelijke uitstallingen op het volledige grondgebied van de stad Kortrijk:

  • Een uitstalling mag niet breder zijn dan de gevelbreedte van de handelszaak
  • Een uitstalling mag niet hinderlijk zijn voor de toegang tot gebouwen
  • Op het voetpad moet steeds een minimale vrije doorgang van 1,5m bewaard worden.

5° In de binnenstad, de zone gelegen binnen de binnenstadsring, worden enkel uitstallingen toegestaan die van voldoende kwaliteit getuigen en inpasbaar zijn in het straatbeeld. Uitstallingen worden daarom ondergebracht onder één van de volgende twee categorieën, die bepalend zijn voor het verdere verloop van de procedure.  

Categorie 1 

Volgende uitstallingen worden van rechtswege geacht het straatbeeld niet aan te tasten en te getuigen van voldoende kwaliteit:

  • Een zaakgebonden stoepbord of menubord bij een handels- of horecazaak, dat voldoet aan de volgende voorwaarden:
    • Een stoep- of menubord is maximaal 1,20m hoog en 0,80m breed
    • Er wordt maximaal één bord per zaak toegelaten
    • Het stoepbord of menubord wordt afgewerkt met kwalitatieve materialen (hout, PVC, aluminium,…) en goed onderhouden.
    • Het stoep- of menubord is eenvoudig verplaatsbaar en wegneembaar 

Voor deze uitstallingen is geen verdere ruimtelijke beoordeling nodig. Daarom is voor het plaatsen van deze uitstallingen geen schriftelijke machtiging van de [het College van] Burgemeester [en Schepenen] vereist, mits strikt voldaan wordt aan bovenstaande voorwaarden.

Categorie 2

Onder categorie 2 vallen alle uitstallingen die niet ressorteren onder categorie 1.  

Voor deze uitstallingen dient altijd een schriftelijke machtiging van de [het College van] Burgemeester [en Schepenen] aangevraagd worden. Bij de beoordeling van deze aanvraag gebeurt een aftoetsing aan de goede ruimtelijke ordening en de geldende reglementering. Hierbij wordt minstens rekening gehouden met volgende criteria:

  • afmetingen
  • materiaalgebruik
  • kleurgebruik
  • wegneembaarheid
  • eventuele hinder
  • algemene beeldkwaliteit en inpasbaarheid in het straatbeeld

Volgende vormen van uitstallingen worden van rechtswege geacht het straatbeeld aan te tasten of van te weinig kwaliteit te getuigen, tenzij uit een gemotiveerde aanvraag blijkt dat de uitstalling afdoende kwalitatief is, bijvoorbeeld door het materiaalgebruik, zodat zij toch geen afbreuk aan het straatbeeld:

  • Het uitstallen van koopwaar, al dan niet door middel van constructies of andere oppervlaktes zoals bijvoorbeeld rekken, tafels, winkelkarren en paletten
  • Beachvlaggen
  • Het plaatsen van meerdere stoepborden voor de gevel van eenzelfde handelspand

Ten tijde van braderieën of gelijkaardige bijzondere gelegenheden geldt het voormelde verbod op het uitstallen van koopwaar niet.


6. Opheffing artikelen 408bis t.e.m. 427bis: Diensten voor individueel bezoldigd personenvervoer

De onder deze bepalingen uiteengezette regelingen werden reeds opgenomen in het Gemeentelijk Reglement houdende de voorwaarden tot het verkrijgen van een machtiging voor het gebruik van taxistandplaatsen op de openbare weg op het grondgebied van Kortrijk, zoals gevoegd als Bijlage XIX bij de Algemene Politieverordening en maken bijgevolg dubbel gebruik uit. Zij kunnen dan ook geschrapt worden uit de tekst van de Algemene Politieverordening, zodat deze niet nodeloos omvangrijk wordt.

Desalniettemin is en blijft het afzonderlijk boekje der bijlagen slechts een accessorium bij de hoofdtekst van de Algemene Politieverordening en is het bijgevolg aangewezen om de bestaande TITEL 10 te behouden, met een voetnoot-tekst waarin verwezen wordt naar de toepassing van het gezegde Gemeentelijk Reglement (bijlage XIX).

De inhoud onder TITEL 10. DIENSTEN VOOR INDIVIDUEEL BEZOLDIGD PERSONENVERVOER wordt als volgt gewijzigd :

TITEL 10. DIENSTEN VOOR INDIVIDUEEL BEZOLDIGD PERSONENVERVOER

In de artikelen 408bis tot en met 427bis wordt de bestaande tekst telkens doorgehaald en vervangen door de vermelding [opgeheven].

De bestaande voetnoot bij TITEL 10 wordt aangevuld met de volgende tekst : [Aanvragen betreffende een vergunning, een bestuurderspas of een machtiging voor een taxistandplaats in het kader van individueel bezoldigd personenvervoer worden behandeld overeenkomstig de bepalingen en instrumenten van het Decreet van 29 maart 2019 betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer en het Besluit van de Vlaamse Regering van 9 juni 2023 betreffende de exploitatievoorwaarden voor het individueel bezoldigd personenvervoer.  

De modaliteiten voor het gebruik van een taxistandplaats in Kortrijk worden bepaald in het “Gemeentelijk Reglement houdende de voorwaarden tot het verkrijgen van een machtiging voor het gebruik van taxistandplaatsen op de openbare weg op het grondgebied van Kortrijk, zoals gevoegd als Bijlage XIX bij de Algemene Politieverordening"]

 

7. Motivering wijziging artikel 428: gemeentelijke vaststellers

De onder dit punt voorgestelde aanpassing van de APV vloeit rechtsreeks voort uit de wijziging van de GAS-wet, die sedert 8 januari 2024 van kracht is.

Artikel 12 van de wijzigingswet herziet de aanstellingswijze van de gemeentelijke vaststellers en verschaft hen bovendien een recht om kennis te nemen van een - weliswaar beperkt en limitatief door de wet opgesomd - aantal persoonsgegevens via het Rijksregister en DIV-register.

Teneinde deze stilaan omvangrijk wordende bepaling bevattelijk en overzichtelijk te houden, wordt er eveneens voorgesteld om deze in verschillende paragrafen op te splitsen. 

Artikel 428 wordt als volgt gewijzigd :

Artikel 428

[§1.] In geval van overtreding van deze verordening kan de politie de overtreder aanmanen om de niet-reglementaire toestand ongedaan te maken. De politieambtenaren aangeduid in artikel 20 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties [met latere wijzigingen,]  zijn bevoegd voor de vaststelling van alle overtredingen vervat in deze politieverordening.

[§2.] Ingevolge de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties [met latere wijzigingen,] kunnen inbreuken die uitsluitend bestraft worden met een administratieve sanctie eveneens het voorwerp uitmaken van een vaststelling door de hiernavolgende personen : 

1° de gemeenteambtenaren die voldoen aan de door de Koning vastgestelde minimumvoorwaarden, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad inzake de selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid en die daartoe door de gemeenteraad worden aangewezen. In geval van een meergemeentepolitiezone, kunnen deze gemeenteambtenaren-vaststellers vaststellingen verrichten op het grondgebied van alle gemeenten die deel uitmaken van deze politiezone, en desgevallend, van de gemeenten van een of meer andere zones, op voorwaarde dat er een voorafgaande overeenkomst daartoe werd afgesloten tussen de betrokken gemeenten van de politiezone van oorsprong van de ambtenaar en, in voorkomend geval, de gemeente die tot een andere politiezone behoort;

2° de personeelsleden van de autonome gemeentebedrijven die hiertoe binnen het raam van hun bevoegdheden door de gemeenteraad worden aangewezen. [De gemeenteraad wijst de betrokken overheid of entiteit aan waarvan de personeelsleden bevoegd zijn voor de vaststelling van de inbreuken die uitsluitend het voorwerp kunnen uitmaken van een administratieve sanctie. De betrokken overheid of entiteit duidt de personeelsleden aan die belast worden met een vaststellingsopdracht en houdt de namen en de rijksregisternummers van deze personen bij. De overheid of entiteit zorgt ervoor dat een gemeente kan nagaan of een personeelslid van de overheid of de entiteit wel degelijk beschikt over een vaststellingsbevoegdheid op het grondgebied van de gemeente. Jaarlijks deelt de betrokken overheid of entiteit aan de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken mee hoeveel ambtenaren of personeelsleden belast werden met een vaststellingsbevoegdheid]. De gemeenteraad somt in het aanstellingsbesluit limitatief de artikelen uit de gemeentelijke politiereglementen op waarvoor deze personen de bevoegdheid hebben om inbreuken vast te stellen. De gemeenteraad kan alleen die artikelen opsommen die in rechtstreeks verband staan met de bevoegdheden van deze personen die voortvloeien uit de regelgeving die op hen van toepassing is. De betrokken overheid of entiteit gaat akkoord met deze bijkomende bevoegdheid. Deze personen moeten voldoen aan de door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, vastgelegde minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving en opleiding.

[§3. Op voorwaarde dat voorafgaandelijk een machtiging werd verkregen van de minister bevoegd voor Binnenlandse zaken, hebben alle onder §2 vermelde personen in het kader van de uitoefening van hun bevoegdheden toegang tot de volgende persoonsgegevens van de overtreder uit het Rijksregister:

  • de identificatiegegevens, meer bepaald de naam, voornamen en geboortedatum van de persoon;
  • de hoofdverblijfplaats;
  • het rijksregisternummer;
  • desgevallend de datum van overlijden

Bovendien hebben alle onder §2 vermelde personen, in het kader van de uitoefening van hun bevoegdheden, toegang tot de hiervoor ter zake dienende gegevens van de Kruispuntbank van de voertuigen, op voorwaarde dat voorafgaandelijk een machtiging werd verkregen, zoals bedoeld in artikel 18 van de wet van 19 mei 2010 houdende oprichting van de Kruispuntbank van de voertuigen.]


8. Motivering wijziging artikelen 429 en 430: administratieve sancties

De onder dit punt voorgestelde aanpassing van de APV vloeit rechtsreeks voort uit de wijziging van de GAS-wet, die sedert 8 januari 2024 van kracht is.

Artikel 3, 1° van de wijzigingswet verhoogt het maximale bedrag van de administratieve geldboete voor klassieke GAS-inbreuken, gepleegd door een meerderjarig persoon, van 350 euro tot 500 euro.

De artikelen 429 en 430 worden als volgt gewijzigd :

Artikel 429

Voor zover bij wetten, decreten, besluiten, algemene of provinciale verordeningen geen straffen of sancties zijn voorzien, kunnen de inbreuken op de bepalingen van deze politieverordening gestraft worden met :

  1. een administratieve geldboete van maximum 350 [500] euro;
  2. een administratieve schorsing van een verleende toestemming of vergunning;
  3. een administratieve intrekking van een verleende toestemming of vergunning;
  4. een tijdelijke of definitieve sluiting van een instelling.

Indien de dader een minderjarige is, die de volle leeftijd van zestien jaar heeft bereikt op het tijdstip van de feiten, bedraagt het maximum van de administratieve geldboete 175 euro.

De in het eerste lid bedoelde schorsing, intrekking of sluiting worden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen. De administratieve geldboete wordt opgelegd door de sanctionerende ambtenaar.

Artikel 430

Er is sprake van herhaling wanneer de overtreder reeds werd gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de vierentwintig maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk.

In geval van herhaling bedraagt de administratieve geldboete ten minste het dubbele van de geldboete die bij de eerste overtreding werd opgelegd, met een maximum van 350 [500] euro.

In geval van een nieuwe herhaling bedraagt de administratieve geldboete ten minste het driedubbele van de geldboete die bij de eerste overtreding werd opgelegd, met een maximum van 350 [500] euro.

Het maximumbedrag van 350 [500] euro vermeld in de voorgaande leden wordt tot een maximum van 175 euro verminderd indien de dader op het ogenblik van de vaststelling van de herhaalde feiten, de volle leeftijd van zestien jaar heeft bereikt en nog geen 18 jaar is geworden.


9. Motivering wijziging artikel 431: alternatieve sancties

De onder dit punt voorgestelde aanpassing van de APV vloeit rechtsreeks voort uit de wijziging van de GAS-wet, die sedert 8 januari 2024 van kracht is.

De wijzigingswet spreekt doorheen haar ganse tekst niet langer over een "lokale bemiddeling", maar over een "GAS-bemiddeling". Bovendien worden in artikel 4 de doelstellingen van deze GAS-bemiddeling voor het eerst nader omschreven en is het bijgevolg de bedoeling om de bestaande reglementaire omschrijving in overeenstemming te brengen met de nieuwbakken wettelijke omschrijving.

Voorts reikt de wijzigingswet geen concrete opsomming van ouderlijke gezagdragers over de minderjarige inbreukpleger meer aan, maar spreekt zij - opnieuw doorheen haar ganse tekst - voortaan in algemenere termen over "iedere titularis die het ouderlijk gezag heeft over de minderjarige

Artikel 431 wordt als volgt gewijzigd :

Artikel 431

§1. De sanctionerende ambtenaar kan zowel voor minderjarige als voor meerderjarige overtreders volgende alternatieve maatregelen voor de administratieve geldboete opleggen :

  1. de gemeenschapsdienst, gedefinieerd als zijnde een prestatie van algemeen belang uitgevoerd door de overtreder ten gunste van de collectiviteit;
  2. de lokale [GAS-]bemiddeling, gedefinieerd als zijnde een maatregel die het voor de overtreder mogelijk maakt om, door tussenkomst van een [onafhankelijk] bemiddelaar, de geleden [veroorzaakte] schade te herstellen of schadeloos te stellen [te vergoeden] of om het conflict te doen bedaren [en recidive te voorkomen].

§2. Een gemeenschapsdienst kan worden voorgesteld mits het akkoord van de overtreder of op zijn verzoek. 

Deze gemeenschapsdienst mag voor meerderjarige overtreders niet meer dan dertig uur bedragen en moet worden uitgevoerd binnen een termijn van zes maanden vanaf de datum van de kennisgeving van de beslissing van de sanctionerende ambtenaar.

Voor minderjarige overtreders mag de gemeenschapsdienst niet meer dan vijftien uur bedragen, dient zij georganiseerd te worden in verhouding tot zijn leeftijd en zijn capaciteiten en moet zij worden uitgevoerd binnen dezelfde termijn als deze die voor de meerderjarigen geldt. Voor minderjarige overtreders kan de sanctionerende ambtenaar beslissen de keuze en de modaliteiten van de gemeenschapsdienst toe te vertrouwen aan de bemiddelaar.

De gemeenschapsdienst bestaat uit :

  1. een opleiding en/of;
  2. een onbetaalde prestatie onder toezicht van de gemeente of van een door de gemeente aangewezen bevoegde rechtspersoon en uitgevoerd ten behoeve van een gemeentedienst of een publiekrechtelijke rechtspersoon, een stichting of een vereniging zonder winstgevend oogmerk die door de gemeente wordt aangewezen.

De procedure van gemeenschapsdienst zal omkaderd worden door een door de gemeente erkende dienst of rechtspersoon. 

De vader, de moeder, de voogd of de personen die de minderjarige onder hun hoede hebben [Iedere titularis die het ouderlijk gezag heeft over de minderjarige] kunnen [kan] op hun [zijn] verzoek de minderjarige begeleiden bij de uitvoering van de gemeenschapsdienst.

In geval van niet-uitvoering van de gemeenschapsdienst of weigering van de gemeenschapsdienst kan de sanctionerende ambtenaar een administratieve geldboete opleggen.

§3. De sanctionerende ambtenaar dient verplicht het aanbod tot [GAS-]bemiddeling aan de minderjarige over te maken, de sanctionerende ambtenaar oordeelt facultatief over het aanbod tot [GAS-]bemiddeling aan de meerderjarige. De artikelen 440 en volgende bepalen het verloop van de [GAS-]bemiddelingsprocedure.

In geval van weigering van het aanbod of falen van de [GAS-]bemiddeling kan de sanctionerende ambtenaar ofwel een gemeenschapsdienst voorstellen ofwel een administratieve geldboete opleggen.


10. Motivering wijziging artikel 432: administratieve procedure klassieke GAS

Artikel 14, 2° van de Wijzigingswet omschrijft voor het eerst de mogelijkheden van de sanctionerend ambtenaar in geval van een onduidelijke of onvolledige inhoud van het vaststellingsverslag. Het is imperatief om de regeling die de stad Kortrijk, bij gebreke aan dergelijke omschrijving, zelf had uitgewerkt, hiermee te aligneren.

Verder kan de aparte termijn voor het overmaken van vaststellingsverslagen in geval van betrapping op heterdaad zonder meer doorgehaald worden, vermits deze reeds enige tijd geleden uit de GAS-wet gehaald werd en in de praktijk ook op geen enkele manier meer toegepast wordt. 

Artikel 432 wordt als volgt gewijzigd :

Artikel 432

Elke overtreding die aanleiding kan geven tot het opleggen van een administratieve sanctie dient te worden vastgesteld door middel van een proces-verbaal of een bestuurlijk verslag. Dit proces-verbaal of dit bestuurlijk verslag wordt binnen de twee maanden na de vaststelling bezorgd aan de sanctionerende ambtenaar, zoals bepaald in artikel 22 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties [met latere wijzigingen]. Als de overtreding wordt vastgesteld bij heterdaad wordt het proces-verbaal of het bestuurlijk verslag binnen de maand overgemaakt aan de sanctionerende ambtenaar.

Indien het proces-verbaal of het bestuurlijk verslag onvoldoende gegevens zou bevatten, kan de sanctionerende ambtenaar de politiediensten verzoeken die gegevens, eventueel na bijkomend onderzoek, nog toe te voegen aan het dossier. [De sanctionerend ambtenaar kan de personen, bedoeld in artikel 428, §1 en §2, 1° en 2° van deze Algemene Politieverordening, verzoeken om bijkomende informatie te verschaffen. Deze bijkomende informatie heeft enkel betrekking op de vastgestelde feiten en/of de geïdentificeerde overtreder met dien verstande dat geen andere persoonsgegevens mogen worden verwerkt dan degene die betrekking hebben op de inbreuk. Het is de sanctionerend ambtenaar niet toegelaten om onderzoeksdaden te stellen.]


11. Motivering wijziging artikel 433, tweede lid: administratieve procedure klassieke GAS

De onder dit punt voorgestelde aanpassing van de APV vloeit rechtsreeks voort uit de wijziging van de GAS-wet, die sedert 8 januari 2024 van kracht is.

Artikel 13 van de wijzigingswet creëert een tweeledige methodiek inzake het overmaken van de vaststellingsverslagen door de vaststellers aan de sanctionerend ambtenaar. Volgens deze bepaling hebben alle gemeentelijke vaststellers de keuze om hun bestuurlijke verslagen, die zij in het kader van GAS 1-inbreuken (niet-gemengde, louter administratieve inbreuken) opstellen, hetzij in originele vorm, hetzij in de vorm van een digitale en elektronisch ondertekende kopie over te maken. Politionele vaststellers dienen de bestuurlijke verslagen die zij in het kader van GAS 1-inbreuken opgesteld hebben, daarentegen nog steeds verplicht in originele vorm over te maken. In de bestaande tekst van artikel 433, tweede lid wordt deze nuance best opgenomen.

Voorts dient in datzelfde lid, alsook in het laatste lid de term "proces-verbaal" geschrapt te worden, vermits het tweede lid zélf stelt enkel te gelden voor "feiten die enkel met een administratieve sanctie kunnen bestraft worden" (lees : GAS 1). De term "proces-verbaal" wordt evenwel voorbehouden voor vaststellingsverslagen die opgesteld worden in het kader van gemengde inbreuken (lees : GAS 2 & 3). 

Artikel 433 wordt als volgt gewijzigd :

Artikel 433

Indien de feiten zowel een strafrechtelijke als een administratiefrechtelijke inbreuk vormen, wordt het proces-verbaal binnen de voormelde termijnen na de vaststelling, toegestuurd aan de Procureur des Konings. Een afschrift wordt verzonden aan de sanctionerende ambtenaar.

Indien de feiten enkel met een administratieve sanctie kunnen bestraft worden, wordt het origineel proces-verbaal of bestuurlijk verslag aan de sanctionerende ambtenaar toegestuurd. [Indien het bestuurlijk verslag opgesteld werd door een persoon, bedoeld in artikel 428, §1 van deze Algemene Politieverordening, dan dient de sanctionerend ambtenaar in het bezit gesteld te worden van het origineel bestuurlijk verslag. Werd het bestuurlijk verslag daarentegen opgesteld door een persoon, bedoeld in artikel 428, §2, 1° en 2° van deze Algemene Politieverordening, dan heeft deze vaststeller de keuze om de sanctionerend ambtenaar in het bezit te stellen van hetzij het originele bestuurlijk verslag, hetzij een digitale kopie ervan, voorzien van een gekwalificeerde elektronische handtekening van de vaststeller in de zin van artikel 22, §8 van de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties met latere wijzigingen.]

Van feiten lastens minderjarigen die enkel met een administratieve sanctie kunnen bestraft worden, wordt steeds een afschrift van het proces-verbaal of van het bestuurlijk verslag overgemaakt aan de Procureur des Konings.


12. Motivering wijziging artikel 434: modaliteiten administratieve sancties

De onder dit punt voorgestelde aanpassing van de APV vloeit rechtsreeks voort uit de wijziging van de GAS-wet, die sedert 8 januari 2024 van kracht is.

De wijzigingswet spreekt doorheen haar ganse tekst niet langer over een "lokale bemiddeling", maar over een "GAS-bemiddeling".

Artikel 434 wordt als volgt gewijzigd :

Artikel 434

De administratieve sanctie is proportioneel naar gelang van de ernst van de feiten die haar verantwoorden en van de eventuele recidive. Wanneer de sanctionerende ambtenaar vaststelt dat de gemeenschapsdienst / lokale [GAS-]bemiddeling correct werd uitgevoerd respectievelijk geslaagd is kan hij geen administratieve geldboete meer opleggen.


13. Motivering wijziging artikel 437, tweede lid: kennisgeving administratieve sancties

De onder dit punt voorgestelde aanpassing van de APV vloeit rechtsreeks voort uit de wijziging van de GAS-wet, die sedert 8 januari 2024 van kracht is.

De wijzigingswet reikt geen concrete opsomming van ouderlijke gezagdragers over de minderjarige inbreukpleger meer aan, maar spreekt doorheen haar ganse tekst voortaan in algemenere termen over "iedere titularis die het ouderlijk gezag heeft over de minderjarige

Artikel 437 wordt als volgt gewijzigd :

Artikel 437

De beslissing wordt door de sanctionerende ambtenaar aan de overtreder ter kennis gebracht door een aangetekend schrijven.

In het geval van een minderjarige overtreder wordt de beslissing op dezelfde wijze ter kennis gebracht aan de minderjarige, evenals aan [iedere titularis die het ouderlijk gezag heeft over de minderjarige].

De sancties opgelegd door het college van burgemeester en schepenen worden eveneens ter kennis gebracht aan de overtreder per aangetekend schrijven.

Beslissingen inzake feiten die tevens met een strafsanctie zijn bekleed worden eveneens toegestuurd aan de Procureur des Konings.


14. Motivering wijziging artikel 439: niet-naleving burgemeestersbevelen

Door in het eerste lid expliciet en uitsluitend te verwijzen naar de toepassing van artikel 429 van de Algemene Politieverordening, zet men de deur open voor discussies wanneer men bij het sanctioneren van schendingen van burgemeestersbevelen :

  1. in geval van recidive toepassing maakt van de ver(drie)dubbelingsregel (artikel 430 van de Algemene Politieverordening)
  2. een alternatieve sanctie zou opleggen (artikel 431 van de Algemene Politieverordening).

Voorts is de huidige formulering van artikel 439 onzorgvuldig, daar waar het in het tweede lid een schending van een burgemeestersbevel uitsluitend aan een geldboete koppelt. Geen enkele wettelijke bepaling verbiedt de sanctionerend ambtenaar immers bij voorbaat om een alternatieve sanctie op te leggen. Wanneer de overtreder minderjarig is, is de sanctionerend ambtenaar zelfs verplicht om het dossier eerst aan de GAS-bemiddelaar aan te bieden (artikel 18, §1 en 2 van de gewijzigde GAS-wet) en ontneemt een geslaagde GAS-bemiddeling of gemeenschapsdienst de sanctionerend ambtenaar de bevoegdheid om nog een geldboete op te leggen (artikelen 11,§1, 18,§5 (a contrario) en 19,§3 (a contrario) van de gewijzigde GAS-wet), zodat er steeds een reële kans bestaat dat één en ander zonder geldboete opgelost wordt.

Artikel 439 wordt als volgt gewijzigd :

Artikel 439

Bevelen van de burgemeester, gegeven in uitvoering van de artikelen 133 tot 135 van de Nieuwe Gemeentewet, dienen te worden nageleefd. De niet-naleving van deze bevelen is strafbaar overeenkomstig [de] artikel[en] 429 [tot en met 431] van deze politieverordening. Iedere persoon, op de openbare weg alsook in alle openbare plaatsen, moet zich voegen naar de bevelen en/of vorderingen hem door de bevoegde overheid in de uitvoering van zijn ambt gegeven.

In geval van niet-naleving van een tijdelijk plaatsverbod opgelegd overeenkomstig artikel 134sexies van de Nieuwe Gemeentewet kan de dader of kunnen de daders van die gedragingen gestraft worden met een administratieve boete [sanctie] overeenkomstig de voorgaande bepalingen.


15. Motivering wijziging artikelen 439ter en 439quater: procedure van ouderlijke betrokkenheid

De onder dit punt voorgestelde aanpassing van de APV vloeit rechtsreeks voort uit de wijziging van de GAS-wet, die sedert 8 januari 2024 van kracht is.

De wijzigingswet reikt geen concrete opsomming van ouderlijke gezagdragers over de minderjarige inbreukpleger meer aan, maar spreekt doorheen haar ganse tekst voortaan in algemenere termen over "iedere titularis die het ouderlijk gezag heeft over de minderjarige".

Verder is het van belang om te weten dat de sanctionerend ambtenaar, op grond van het Protocolakkoord dat op 8 december 2014 afgesloten geweest is tussen de stad Kortrijk en de Procureur des Konings van het gerechtelijk arrondissement West-Vlaanderen, geen bevoegdheid heeft met betrekking tot de handhaving van gemengde inbreuken (lees : GAS 2 & 3) die door minderjarigen gepleegd werden. Derhalve is de sanctionerend ambtenaar, inzake minderjarige overtreders, enkel bevoegd voor feiten die enkel met een administratieve sanctie kunnen bestraft worden (lees : GAS 1). De thans gehanteerde term "proces-verbaal" wordt evenwel voorbehouden voor vaststellingsverslagen die opgesteld worden in het kader van gemengde inbreuken (lees : GAS 2 & 3) en is juridisch-technisch niet correct. In het eerste lid van artikel 439quater dient de term "proces-verbaal" dan ook gewijzigd te worden in "bestuurlijk verslag", 

De artikelen 439ter en 439quater worden als volgt gewijzigd :

Artikel 439ter

Voorafgaand aan het aanbod tot bemiddeling of, desgevallend, de oplegging van een administratieve geldboete, kan de sanctionerend ambtenaar, indien hij dit aangewezen acht of wanneer de ouders van de minderjarige [iedere titularis die het ouderlijk gezag heeft over de minderjarige] of de minderjarige zelf daarom verzoeken, de procedure van ouderlijke betrokkenheid opstarten.

Artikel 439quater

In het geval dat de sanctionerend ambtenaar de procedure van de ouderlijke betrokkenheid opstart informeert hij, per aangetekende brief, de vader en moeder, voogd of personen die de hoede hebben over de minderjarige [iedere titularis die het ouderlijk gezag heeft over de minderjarige] over de vastgestelde feiten. Hij verzoekt hen om, onmiddellijk na het ontvangen van het proces-verbaal [bestuurlijk verslag], hun mondelinge of schriftelijke opmerkingen mee te delen over deze feiten en de eventueel te nemen opvoedkundige maatregelen. Daartoe kan hij een ontmoeting vragen met de vader en de moeder, de voogd of de personen die de minderjarige onder hun hoede hebben [iedere titularis die het ouderlijk gezag heeft over de minderjarige], alsook met de minderjarige.

Indien, na het bekomen van de voormelde opmerkingen en/of nadat hij de minderjarige heeft ontmoet - evenals zijn vader, moeder, voogd of personen die er de hoede over uitoefenen [iedere titularis die het ouderlijk gezag heeft over de minderjarige] - en indien hij tevreden is over de educatieve maatregel die door deze laatsten werden voorgesteld, dan kan de sanctionerend ambtenaar hetzij de procedure afsluiten, hetzij alsnog de administratieve procedure opstarten. De sanctionerend ambtenaar wint het advies van gespecialiseerde organisaties of diensten uit de jeugdhulp in.


16. Motivering wijziging TITEL 2 en HOOFDSTUK 2 onder DEEL 3. STRAF- EN SLOTBEPALINGEN

De onder dit punt voorgestelde aanpassing van de APV vloeit rechtsreeks voort uit de wijziging van de GAS-wet, die sedert 8 januari 2024 van kracht is.

Artikel 8 van de wijzigingswet vervangt het titel "de lokale bemiddelingsprocedure", dat in de GAS-wet het begin van de uiteenzetting inzake de bemiddelingsprocedure aangeeft, in "de GAS-bemiddelingsprocedure", zonder evenwel in het navolgende artikel 18 van de GAS-wet nog enige vermelding van of samenstelling met de term "bemiddeling" te wijzigen. Er werd voor geopteerd om in de Algemene Politieverordening een gelijkaardige methodiek toe te passen, met name : een eenmalige aanpassing van TITEL 2, alsook van het daaronder vermelde HOOFDSTUK 2, en het voorts ongemoeid laten van de reeds bestaande term "bemiddeling" in al zijn verschijnings- en samenstellingsvormen in de navolgende bepalingen.

Tot slot dient deze dubbele aanpassing eveneens gealigneerd te worden in de inhoudstafel van de Algemene Politieverordening.

Zowel TITEL 2, als het navolgende HOOFDSTUK 2 onder DEEL 3. STRAF- EN SLOTBEPALINGEN worden als volgt gewijzigd :

TITEL 2. [GAS-]BEMIDDELINGSPROCEDURE

[...]

HOOFDSTUK 2. De [GAS-]bemiddelingsprocedure

[...]


17. Motivering wijziging artikel 440: bemiddelingsprocedure

De onder dit punt voorgestelde wijziging is louter technisch van aard. De verwijzing naar de GAS-wet dient voortaan aangevuld te worden met de hierboven reeds veelvuldig aangehaalde wijzigingswet van 11 december 2023.

Artikel 440 wordt als volgt gewijzigd :

Artikel 440

In het kader van de door artikel 12,§1,1° en artikel 18 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties [, met latere wijzigingen,] toegekende bevoegdheden kan de gemeenteraad voorzien in een voorafgaande bemiddelingsprocedure.


18. Motivering wijziging artikel 442: bemiddelingsprocedure

De onder dit punt voorgestelde aanpassing van de APV vloeit rechtsreeks voort uit de wijziging van de GAS-wet, die sedert 8 januari 2024 van kracht is.

Artikel 4 van de wijzigingswet omschrijft voor het eerst de doelstellingen van de GAS-bemiddeling nader. Het is de bedoeling om de bestaande reglementaire omschrijving in overeenstemming te brengen met de nieuwbakken wettelijke omschrijving. 

Artikel 442 wordt als volgt gewijzigd :

Artikel 442

De voorafgaande bemiddelingsprocedure heeft als doel de overtreder de mogelijkheid te bieden de geleden [veroorzaakte] schade te herstellen of schadeloos te stellen [te vergoeden] of om het conflict te doen bedaren, die ten gevolge van een inbreuk op de politieverordening is ontstaan [, en recidive te voorkomen]. De schadeloosstelling of herstelling van de schade wordt vrij door de partijen onderhandeld en beslist.


19. Motivering wijziging artikelen 443, 449 en 450: bemiddelingsprocedure

De onder dit punt voorgestelde aanpassing van de APV vloeit rechtsreeks voort uit de wijziging van de GAS-wet, die sedert 8 januari 2024 van kracht is.

Artikel 6, 2° van de wijzigingswet schrapt de verplichte identificatie van een slachtoffer als essentiële toepassingsvoorwaarde voor het opstarten van een bemiddelingsprocedure. Dit betekent concreet dat bemiddelingsprocedures voortaan zullen opgestart mogen (en kunnen) worden :

  1. zonder dat er een (burgerrechtelijk) benadeelde persoon is en;
  2. zonder dat het einddoel van de bemiddelingsprocedure ipso facto ofwel het vergoeden van ingevolge de inbreuk aangerichte schade, ofwel het oplossen van een conflict, dient te zijn

Het wordt dan ook aanbevolen om elke verwijzing schadeherstel, waarbij dit schadeherstel als voorwaarde beschouwd wordt, te schrappen. Niet omdat schadeherstel niet langer beoogd zou worden, doch veeleer omdat de GAS-bemiddeling vandaag de dag te allen tijde mogelijk is en bijgevolg eenvoudigweg geen precisering meer nodig is.  

De artikelen 443, 449 en 450 worden als volgt gewijzigd :

Artikel 443

Het bemiddelingsaanbod is verplicht van toepassing voor minderjarige overtreders die op het ogenblik van de feiten de volle leeftijd van zestien jaar hebben bereikt. Voor meerderjarige overtreders is de toepassing van de bemiddelingsprocedure facultatief.  De sanctionerende ambtenaar beoordeelt hierbij of het opstarten van de bemiddelingsprocedure wenselijk en nuttig is. De overtreder dient echter in te stemmen met de bemiddeling en het slachtoffer moet geïdentificeerd zijn. De betrokken partijen worden gestimuleerd tot actieve deelname aan het bemiddelingsproces.

De sanctionerende ambtenaar stelt het welslagen van de bemiddeling vast en kan geen administratieve geldboete meer opleggen wanneer deze bemiddeling geslaagd is. In geval van weigering van het aanbod of falen van de bemiddeling kan de sanctionerende ambtenaar ofwel een gemeenschapsdienst voorstellen ofwel een administratieve geldboete opleggen.

Artikel 449

Tijdens het bemiddelingsgesprek zal de bemiddelingsambtenaar de bemiddelingsprocedure binnen het kader van de gemeentelijke administratieve sancties verduidelijken voor de betrokken partijen. Zij worden geïnformeerd dat ze de mogelijkheid hebben om al dan niet op het aanbod in te gaan en op elk moment de bemiddeling kunnen beëindigen.

Beide partijen krijgen in het gesprek de mogelijkheid een voorstelling van de feiten te geven en toe te lichten hoe ze dit hebben ervaren.

De nadruk ligt tijdens het gesprek in de ondersteunende taak van de bemiddelingsambtenaar ten aanzien van de betrokken partijen bij het zoeken naar een voor allen aanvaardbare, haalbare en proportionele oplossing; in de vorm van een materieel, moreel, emotioneel en/ of financieel herstel voor de geleden schade bij het slachtoffer.

De bemiddelingsambtenaar voert de bemiddeling uit volgens de principes van onafhankelijkheid, neutraliteit en vertrouwelijkheid. Daarnaast houdt hij zich strikt aan het beroepsgeheim wat betreft de identiteit van de betrokken partijen en de onderzoeksgegevens in het dossier.

Artikel 450

Indien beide partijen een akkoord bereiken omtrent het herstel van de schade, wordt er een overeenkomst opgemaakt. De overeenkomst geeft het resultaat van de bemiddelingsprocedure weer. De gemaakte afspraken tussen de betrokken partijen worden expliciet vermeld.

Na ondertekening van de overeenkomst krijgen alle betrokken partijen een ondertekend exemplaar. Een kopie van de overeenkomst wordt aan de sanctionerend ambtenaar overgemaakt.

Wanneer één van de partijen een beroep doet op een advocaat, wordt de overeenkomst eerst aan de advocaat bezorgd en heeft deze één week de tijd om bemerkingen op de overeenkomst ter kennis te brengen van de bemiddelingsambtenaar. Zonder tegenbericht wordt de overeenkomst ter ondertekening aan de partijen voorgelegd en nadien aan de sanctionerend ambtenaar overgemaakt.

Indien de overeenkomst aan de sanctionerend ambtenaar wordt overgemaakt en op dat moment geen verdere opvolging meer behoeft dan meldt de bemiddelaar dat de overeenkomst correct werd uitgevoerd.


20. Motivering wijziging artikelen 444 en 447: bemiddelingsprocedure

De onder dit punt voorgestelde aanpassing van de APV vloeit rechtsreeks voort uit de wijziging van de GAS-wet, die sedert 8 januari 2024 van kracht is.

De wijzigingswet reikt geen concrete opsomming van ouderlijke gezagdragers over de minderjarige inbreukpleger meer aan, maar spreekt doorheen haar ganse tekst voortaan in algemenere termen over "iedere titularis die het ouderlijk gezag heeft over de minderjarige".

De artikelen 444 en 447 worden als volgt gewijzigd :

Artikel 444

Wanneer de overtreder een minderjarige is, die op het moment van de feiten de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt, kan deze bijgestaan worden door een advocaat die door de stafhouder van de orde van advocaten wordt aangeduid. Deze advocaat kan ook aanwezig zijn tijdens de bemiddelingsprocedure.

De vader, de moeder, de voogd of personen die de minderjarige onder hun hoede hebben [Iedere titularis die het ouderlijk gezag heeft over de minderjarige] worden [wordt] op de hoogte gebracht van de bemiddelingsprocedure en bij de procedure betrokken per aangetekend schrijven. Voormelde personen kunnen op hun verzoek de minderjarige begeleiden bij de bemiddeling.

Artikel 447

Na ontvangst van het bemiddelingsdossier nodigt de bemiddelingsambtenaar de betrokken partijen en hun eventuele advocaat tegelijk uit per brief, fax of email tegen ontvangstbewijs. Er worden minstens twee weken voorzien tussen de datum waarop de uitnodiging wordt verstuurd en de datum van het bemiddelingsgesprek.  

Indien de overtreder minderjarig is, worden de vader, de moeder, de voogd of de personen die de minderjarige onder hun hoede hebben [wordt iedere titularis die het ouderlijk gezag heeft over de minderjarige] ook aangeschreven.

Indien de betrokken partij geen natuurlijk persoon is, dan vraagt de bemiddelingsambtenaar aan de betrokken partij om een vertegenwoordiger aan te duiden, die aan het bemiddelingsgesprek kan deelnemen.

Het staat de bemiddelingsambtenaar vrij alle vereiste maatregelen te nemen en contacten te leggen die nodig zijn om de bemiddelingsprocedure op te starten en tot een goed einde te brengen.


21. Motivering wijziging artikel 13.1, §3 van het Terrasreglement, zoals gevoegd als Bijlage I bij de Algemene Politieverordening

De onder dit titel voorgestelde wijzigingen betreffen een loutere technische en beperkte bijsturing van het kader voor vaste terrasconstructies op de Grote Markt naar aanleiding van technische bouwvoorwaarden.

Artikel 13.1, §3 van Bijlage I bij de Algemene Politieverordening wordt als volgt gewijzigd :

Artikel 13. Specifieke inrichtingsvoorwaarden terrasmachtiging

[...]

13.1. Horecazone "Grote Markt"

§1. Parasols

[...]

§2. Zonneluifels

[...]

§3. Vaste terrasconstructies

De bestaande en vergunde vaste terrasconstructies zijn zowel naar uitzicht als naar beschikbaarheid van vervangstukken zo verouderd dat de stad na een inspraakproces met de ondernemers van de Grote Markt een nieuw kader neerlegt.

->  Overgangsperiode: alle houders van vaste constructies op vandaag moeten uiterlijk 30/06/2028 in regel zijn met de nieuwe voorwaarden. Zo niet moet de constructie afgebroken worden en wordt in overleg met de stad gekeken om het openbaar domein voor te bereiden op parasols met verankering.

->  Vergunningsplicht: voor het plaatsen van een vaste terrasconstructie geldt de stedenbouwkundige vergunningsplicht (https://www.omgevingsloket.be). Vooroverleg met de teams Onderneem in Kortrijk, Bouwen Milieu Wonen en desgevallend de veiligheidsdiensten wordt aangeraden

->  Uitgesloten voor vaste terrasconstructies :

        o  Panden geklasseerd als monument, behoudens ze een bestaande vaste terrasconstructie hebben

        o  Grote Markt 15-25, in functie van veilige mobiliteit over het plein, doorgang en opstelplaats voor veiligheidsdiensten en belevering

        o  Hoekpanden (Doorniksestraat 1-5, OLV-straat 2, Grote Markt 38). Grote Markt 1 is gedeeltelijk mogelijk in overleg met de stad. De zicht- en looplijnen ter hoogte van deze hoekpanden is essentieel voor veilig verkeer.

->  Oppervlakte: de oppervlakte van de constructie is dezelfde als de oppervlakte van de bestaande vergunde vaste constructie. Voor panden die op vandaag geen constructie hebben, wordt de oppervlakte bepaald door de stad conform de naburige panden.

->  Vorm: de constructie is een klassieke zelfdragende pergola, horizontaal gealigneerd op de gevel van het pand. De hoogte van de constructie situeert zich tussen het gelijkvloers en de eerste verdieping en is te bepalen in overleg met de stad. De constructie kan aan de voorzijde een dakoversteek van maximum 1 meter bevatten. Zolang de doorgang voor veiligheidsdiensten, belevering of andere aspecten van het terrascontourplan niet in het gedrang komen. Dit afdak bestaat uit hetzelfde materiaal als de constructie. De invulling van het centrale gedeelte van dit afdak volgt de afwerking van het plafond van de constructie zoals verder beschreven.

->  Materiaal: de constructie bestaat uit gepoederlakt aluminium (Ralkleur 7016) en glas (ontspiegeld veiligheidsglas).

[->  Indien een uitbating meerdere panden beslaat, zal de breedte van de afzonderlijke voorgevels vertaald moeten worden in de gevel van de constructie (door een extra dragende kolom te plaatsen). Daarnaast dient per afzonderlijke voorgevel één vrije doorgang te worden voorzien in de gevel van de constructie.]

->  Openheid van de structuur :

        o  De stad is voorstander van open structuren. Een constructie waar maximaal 50% van de voor- en zijwanden (in m2) gesloten zijn, draagt dan ook de voorkeur. [50% van de totale oppervlakte van de voor- en zijkanten is onbelemmerd open]

        o  De stad wil echter ook tegemoetkomen aan de vraag van sommige ondernemers om meer dan 50% te sluiten in functie van return on investment en efficient (energie) beheer. Ondernemers kunnen hiervoor de toelating krijgen om tussen 01/10 en 30/03 de constructie meer dan 50% te dichten. Deze tegemoetkoming zal gehandhaafd worden. Ondernemers die hun constructie volledig dichten buiten de afgesproken periode worden aangesproken en ingeval de ondernemer zich niet schikt kunnen alle maatregelen (gasboete, al dan niet tijdelijke schorsing van de terrasmachtiging,..) zoals vermeld in artikel 6 aangewend worden door de stad. [alle in/uitgangen van het pand moeten in rechte lijn terugkeren als in/uitgang van de constructie en onbelemmerd zijn van vloerpas tot plafond met een minimum breedte van 1,5 meter. Als de capaciteit in de zaak en de constructie > 49 personen moeten er minstens 2 in/uitgangen voorzien zijn in de constructie. De in/uitgangen in de constructie moeten minstens 30% van de gevelbreedte bedragen]

        o  Meer dan 50% sluiten kan echter enkel en alleen als :

                *  de bijkomende maatregelen die verplicht worden opgelegd door de veiligheidsdiensten naar de veiligheid van klanten, medewerkers, andere bewoners van het pand waarin de ondernemer zich bevindt, zijn tegemoetgekomen. Evenals de bijkomende verplichte normen waaraan de constructie moet volstaan. Het advies van de veiligheidsdiensten kan preventief aangevraagd worden vooraleer de omgevingsvergunningsaanvraag wordt ingediend.

                *  bij de bevraging van de aanpalende horecazaak (eigenaar en ondernemer) die ook een constructie wenst en kan plaatsen geen bezwaren worden geuit in het proces van de omgevingsvergunning.

->  Configuratie :

        o  Alle in/uitgangen van het pand moeten in rechte lijn terugkeren als in/uitgang van de constructie en onbelemmerd zijn als doorgang met een zelfde breedte en een minimum van 1 meter. Als de capaciteit in de zaak en de constructie > 49 personen moeten er 2 in/uitgangen voorzien zijn in de constructie

        o  Configuratie :

        o  Plafond kan gesloten (sandwichpaneel afgewerkt in gepoederlakt aluminium) of open zijn (lamellen) of een combinatie van beide. [Het dakpakket mag niet dikker zijn dan 25cm. Ingeval van een vast plafond is verankering in de gevel toegestaan. Dit moet zich beperken tot het minimum ifv stabiliteit en duidelijk toegelicht zijn in de omgevingsvergunning]

        o  Zijkant en voorkant : Maximum 80cm van de vloerpas op mag volledig afgesloten zijn met een aluminium paneel. Alle vlakken boven die 80cm moeten glaspartijen zijn al dan niet in een aluminium kader.

                [*  Wanden mogen maximum 1,6m hoog zijn gemeten vanaf de vloerpas. 

                *  Deze wanden zijn opgedeeld in 2 panelen van 80cm in glas met aluminimumprofiel. Dit kan één wand betreffen of een guillotinesysteem.

                *  Alle panelen [wanden] zijn horizontaal georiënteerd; verticale schuifdeuren of - systemen zijn uitgesloten.

                *  De bevestiging in het openbaar domein moet beperkt blijven tot bouten; geen sleuven in functie van verankering

        [o  De ruimte tussen bovenkant van de wanden en de onderkant van de dakligger kan voorzien worden van een windvaste verticale zonwering in glasvezeldoek met ritssysteem in de geleiders. 

                *  Deze zonwering in glasvezeldoek moet een minimale windgarantie 3 hebben, diagonaal geweven zijn en een openheidsfactor van 5%. 

                *  RALkleur van het doek is 7021.

                *  De zonwering in glasvezeldoek mag niet lager kunnen dan de bovenzijde van de wanden (dus niet lager dan 1,6m vanaf de vloerpas)]

->  Belettering: De naam van de zaak en eventuele sponsoring kan in stickervorm aangebracht worden op de horizontale ligger van de dakconstructie in RAL 1015

->  Energie :

        o  Alle bekabeling en belevering van energie moet in de constructie verwerkt zijn. Opbouw is niet toegestaan.

        o  Bij de omgevingsvergunningsaanvraag moet een uitgewerkt licht- en verwarmingsplan zitten. De stad zal de ambitie van de ondernemer met verlichting en verwarming afwegen tegen het karakter, esthetiek van plein en pand.

        o  Het licht moet warm wit zijn, de kleurtemperatuur tussen de 2700-3000K

->  Transparantie: de constructie en de cumul van constructies heeft een invloed op het pand en de algemene uitstraling van de Grote Markt. Daarom :

        o  Moeten alle glaspartijen onbelemmerd doorzichtig zijn. Raampartijen met steellook of esthetische profielen die geen dragende functie hebben zijn uitgesloten.

        o  Geen gordijnen, screens, bestickering, aankondigingen.. of andere die de doorkijk, inkijk belemmeren.


22. Motivering wijziging artikel 4 van het Gemeentelijk Reglement m.b.t. kermisactiviteiten op de openbare kermissen en op het openbaar domein buiten de openbare kermissen, zoals gevoegd als Bijlage V bis bij de Algemene Politieverordening

De omgevingswerken in het stadscentrum en het hierdoor voortdurend wijzigen van batige locaties voor de opstelling van kermiskramen en -attracties, hebben aan het licht gebracht dat het vermelden van specifieke locaties een bron van voortdurende APV-wijzigingen vormt. Een administratief belastende situatie die, met het oog op alle nog te realiseren veranderingswerken, de komende jaren niet van de baan zal zijn. Er wordt daarom voorgesteld om deze specifieke locaties niet langer bij benaming op te sommen, doch louter de verwijzing naar het Kortrijkse openbaar domein te behouden. De stad zou dan in de praktijk gewoon per editie het openbaar domein kunnen beoordelen.

Alleszins komt het inderdaad voor dat niemand een reële meerwaarde haalt uit een opsomming der batige kermislocaties. Vanuit stadsteam "Stadsvernieuwing en Omgevingsbeleid" wordt alvast bevestigd dat de thans voorgestelde werkwijze absoluut werkbaar is.

Artikel 4 van Bijlage V bis bij de Algemene Politieverordening wordt als volgt gewijzigd :

Artikel 4. Toepassingsgebied

De gemeente richt op het openbaar domein volgende openbare kermissen in :

Paasfoor Kortrijk

Grote Markt, Graanmarkt, Schouwburgplein, Casinoplein, Conservatoriumplein, Dolfijnkaai, Kasteelkaai, Handelskaai, Nelson Mandelaplein

vanaf witte donderdag tot en met de tweede zondag na Pasen


Deelgemeenten

Marke

Septemberkermis

Centrum Marke

WE van 1e zondag van sept.

 

Bellegem

Centrumfeesten

Centrum Bellegem

WE van 1e zondag na 29 juni

 

 

Septemberkermis

Laatste WE van september

 

Heule

Tinekesfeesten

Centrum Heule

2e WE van september

 

Aalbeke

Corneliusfeesten

Centrum Aalbeke

3e WE van september

 

Bissegem

Septemberkermis

Centrum Bissegem

Laatste WE van september


De gemeenteraad machtigt het College van Burgemeester en Schepenen om de data voor de kermissen te bepalen, de soort attracties en de wijzigingen aan het oorspronkelijk plan van de opstelling goed te keuren.

De standplaatsen, ingenomen ter gelegenheid van voornoemde kermissen, mogen niet langer bezet worden dan door het College van Burgemeester en Schepenen vermelde periodes.


23. Motivering wijziging artikel 6.2 van het Gemeentelijk Reglement m.b.t. kermisactiviteiten op de openbare kermissen en op het openbaar domein buiten de openbare kermissenzoals gevoegd als Bijlage V bis bij de Algemene Politieverordening

Het streven naar het verzekeren van een maximaal aantal standplaatsen tijdens de Paasfoor, zoals omschreven onder bovenstaand punt 22, neemt evenwel niet weg dat de toekomstige "vergroening" van het stadscentrum met zich zal meebrengen dat het de komende jaren moeilijker zal worden om alle kermisattracties nog een standplaats te gunnen, waardoor een strengere selectie zich opdringt. Een dergelijke strengere selectie kan op objectieve en transparante wijze bewerkstelligd worden door de eenvoudige toevoeging van een bepaling stellende dat het niet voldoen aan één van de bestaande selectiecriteria kan leiden tot een weigering van standplaats.

Artikel 6.2 van Bijlage V bis bij de Algemene Politieverordening wordt als volgt gewijzigd :

Artikel 6. Toewijzingsregels van standplaatsen op openbare kermissen

6.1 Vacature en kandidatuurstelling standplaats (art. 13 en 14 van KB)

[...]

6.2 Onderzoek van de kandidaturen (art. 15 van KB)

Voor de vergelijking van de kandidaturen onderzoekt de gemeente of voldaan is aan de voorwaarden inzake toewijzing vermeld in artikel 2 van dit reglement.

De standplaatsen worden toegewezen op basis van één of meer van de volgende criteria :

a) de aard van de attractie of van de vestiging;

b) de technische specificaties van de attractie of van de vestiging;

c) de graad van veiligheid van de attractie of van de vestiging;

d) de aantrekkingskracht van de attractie of van de vestiging;

e) de deskundigheid van de uitbater, van de « aangestelde - verantwoordelijken » en van het tewerkgesteld personeel;

f) desgevallend, de nuttige ervaring;

g) de ernst en het zedelijk gedrag van de kandidaat

Het openen van de kandidaturen, hun vergelijkend onderzoek, de controle van de voorwaarden en de gemotiveerde beslissing tot toewijzing van de standplaats worden opgenomen in een proces-verbaal. [Indien de foorreiziger bij één of meerdere vorige edities van de Paasfoor aan een van bovenstaande zaken niet heeft voldaan, dan heeft de organisatie het recht om deze foorreiziger te weigeren.]

6.3 Bekendmaking van de toewijzing van de stand plaats (art. 15, §5 van KB)

[...]


24. Motivering wijziging artikelen 12 en 13 van het Gemeentelijk Reglement m.b.t. kermisactiviteiten op de openbare kermissen en op het openbaar domein buiten de openbare kermissenzoals gevoegd als Bijlage V bis bij de Algemene Politieverordening

Het streven naar het verzekeren van een maximaal aantal standplaatsen tijdens de Paasfoor, zoals omschreven onder bovenstaand punt 22, neemt evenwel niet weg dat de toekomstige "vergroening" van het stadscentrum met zich zal meebrengen dat het de komende jaren moeilijker zal worden om alle kermisattracties nog een standplaats te gunnen, waardoor een strengere selectie zich opdringt. Een dergelijke strengere selectie kan op objectieve en transparante wijze bewerkstelligd worden door, benevens de toevoeging van bijkomende selectiecriteria, zoals besproken onder bovenstaand punt 23, te voorzien in ruimere de schorsings- en opzeggingsmogelijkheden van het kermisabonnement, zoals opgenomen in artikel 12 van het Reglement, en ruimere verplaatsingsmogelijkheden van de standplaatsen der houders van deze kermisabonnementen, zoals opgenomen in artikel 13 van het Reglement.

De artikelen 12 en 13 van Bijlage V bis bij de Algemene Politieverordening worden als volgt gewijzigd :

Artikel 12. Schorsing en opzegging van het abonnement door het stadsbestuur (art. 12, §6 KB)

De gemeente kan het abonnement intrekken of opschorten:

  1. hetzij omdat de titularis van de standplaats niet langer voldoet aan de wettelijke verplichtingen betreffende de uitoefening van kermisactiviteiten of aan deze die van toepassing zijn op de betrokken attractie of vestiging [(onder meer het niet (tijdig) aanleveren van de geldende attesten)];
  2. hetzij omdat de titularis herhaaldelijk de richtlijnen van de marktleider met betrekking tot de openbare orde, de openbare veiligheid, de goede werking van het kermisgebeuren, onder meer wat de openingsuren, de plaatsing van attracties en bijhorigheden en schade aan het openbaar domein betreft, niet naleeft;
  3. hetzij omdat de titularis van de standplaats de standplaatsvergoeding niet betaald heeft op de datum vermeld op de toegestuurde factuur. Bij niet-tijdige betaling van het bedrag kan zonder enige verwittiging of ingebrekestelling de betreffende standplaats ingetrokken worden. Het stadsbestuur zal dan naar eigen goeddunken over deze plaats kunnen beschikken;
  4. hetzij bij werken aan openbare of privé-gebouwen;
  5. hetzij bij werken van openbaar nut [, onder andere werkzaamheden aan het openbaar domein];
  6. hetzij bij manifestaties.

Inbreuken worden vastgesteld door de kermisverantwoordelijke(n).

De beslissing tot schorsing wordt betekend bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs of per e-mail met ontvangstmelding of bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding.

[Indien de foorreiziger bij één of meerdere vorige edities van de Paasfoor aan een van bovenstaande zaken niet heeft voldaan, dan heeft de organisatie het recht om deze foorreiziger te weigeren.]

Artikel 13. Tijdelijk of definitief verplaatsen van een standplaats met abonnement door het stadsbestuur

Het College van Burgemeester en Schepenen kan beslissen dat de standplaatsen van abonnementhouders tijdelijk of definitief kunnen verplaatst worden naar een andere locatie binnen of buiten het kermiscircuit zonder enig recht op schadevergoeding bij:

  1. werken aan openbare of privé-gebouwen;
  2. werken van openbaar nut [, onder andere werkzaamheden aan het openbaar domein];
  3. manifestaties;
  4. Bij herlocatie [het verplaatsen] van de kermis.

De termijn van de vooropzeg die moet gegeven worden aan de houders van een standplaats wanneer de manifestatie of een deel van de standplaatsen definitief wordt opgeheven zal niet minder zijn dan één jaar behalve in geval van absolute noodzakelijkheid.


25. Motivering wijziging artikel 19 van het Gemeentelijk Reglement m.b.t. kermisactiviteiten op de openbare kermissen en op het openbaar domein buiten de openbare kermissen, zoals gevoegd als Bijlage V bis bij de Algemene Politieverordening

De onder dit titel voorgestelde wijziging is miniem en zuiver met de bedoeling om de theorie meer af te stemmen op de praktijk. Hoewel thans voorgeschreven wordt dat het Foorcomité uit maximaal twaalf deelnemers mag bestaan, blijken dit er in de praktijk jaarlijks veertien te zijn.  

Artikel 19 van Bijlage V bis bij de Algemene Politieverordening wordt als volgt gewijzigd :

Artikel 19. Adviescomités voor openbare kermissen

19.1 Voor de Paasfoor wordt een foorcomité opgericht bestaande uit minimum 8 en maximum 12 [14] leden met een evenredige verdeling van afgevaardigden van het stadsbestuur en de foorreizigers.

19.2 [...]

19.3 [...]

19.4 [...]


26. Motivering wijziging naam en structuur van het Huishoudelijk reglement stedelijke sportcentra, zoals gevoegd als Bijlage XI bij de Algemene Politieverordening, met toevoeging van artikel 55 aan ditzelfde reglement

In het huidige huishoudelijk reglement wordt enkel gesproken over de outdoor sport/beweeginfrastructuur die zich in/op de stedelijke sportcentra bevinden. De afspraken die hier gelden zijn niet altijd van toepassing voor de outdoor sport/beweeginfrastructuur in/op het openbaar domein. Teneinde meer duidelijkheid te creëren werd een extra bepaling opgenomen die expliciet verwijst naar de sportaccommodatie in/op het openbaar domein die niet verbonden is aan een stedelijk sportcentrum. Om gezegd onderscheid nóg meer naar voren te brengen, gaat de toevoeging van deze nieuwe bepalingen gepaard met 1) een aanvulling van de bestaande naam van het Huishoudelijk reglement en 2) de toevoeging van twee hoofdtitels.

Uiteraard wordt de aanvulling van de naam van het Huishoudelijk reglement eveneens doorgevoerd in de lijst der bijlagen helemaal op het einde van de Algemene Politieverordening, alsook in de inhoudstafel van het boekje der bijlagen bij de Algemene Politieverordening.

De naam, structuur en inhoud van de nieuwe artikelen 55 tot en met 58 van het Huishoudelijk reglement worden als volgt gewijzigd :

Bijlage XI : Huishoudelijk reglement stedelijke sportcentra [en overige sportaccommodatie op openbaar domein]

[A.  STEDELIJKE SPORTCENTRA]

[...]

[B.  OVERIGE SPORTACCOMODATIE

ART. 55    De omnisportterreinen gelegen aan de Diksmuidekaai, kennen op schooldagen - inclusief woensdagnamiddag - overdag prioritair gebruik voor de sportactiviteiten van het Guldensporencollege campus Diksmuidekaai.]


27. Motivering wijziging artikel 12 van het Huishoudelijk reglement stedelijke sportcentra, zoals gevoegd als Bijlage XI bij de Algemene Politieverordening

De onder dit punt voorgestelde wijziging is louter technisch van aard, teneinde geen tegenspraak te creëren tussen enerzijds de inhoud van artikel 12, dat nu nog bepaalt dat alle alcoholische dranken verplicht in de cafetaria van het sportcentrum dienen genuttigd te worden, en anderzijds de inhoud van artikel 13, volgens hetwelk het weldegelijk toegelaten is om alcoholische dranken te nuttigen in de tribunes van zaal 1 en 2 van sportzaal "Lange Munte". 

Artikel 12 van Bijlage XI bij de Algemene Politieverordening wordt als volgt gewijzigd :

ART. 12    Er worden geen alcoholische dranken verbruikt in de kleedkamers, gangen en zalen. Daarvoor kan u terecht in de cafetaria [, behoudens wanneer er voldaan is aan de in artikel 13 opgesomde voorwaarden].


28. Motivering algemene wijziging van het Gemeentelijk Reglement houdende de voorwaarden tot het verkrijgen van een machtiging voor het gebruik van taxistandplaatsen op de openbare weg op het grondgebied van Kortrijk, zoals gevoegd als Bijlage XIX bij de Algemene Politieverordening

De onder titel voorgestelde herziening van het zogenaamde "Taxireglement" is gestoeld op drie redenen :

  1. de inhoud van het reglement dient gealigneerd met de bepalingen uit het recent uitgevaardigde Besluit van de Vlaamse Regering van 9 juni 2023 betreffende de exploitatievoorwaarden voor het individueel bezoldigd personenvervoer
  2. de omgevingswerken aan en de veranderingen van het openbaar domein ter hoogte van de stationsbuurt, het Casinoplein en het Conservatoriumplein
  3. een aantal klachten, zowel uitgaande van burgers (met betrekking tot grotere transparantie en klantgerichtheid op de taxistandplaatsen), als van de taxibestuurders zélf (met betrekking tot de stijgende parkeerdruk)

Alle voorgestelde wijzigingen - waaronder de bepaling van het aantal standplaatsmachtigingen op veertig, de vergroting van de herkenbaarheid van de gemachtigde standplaatstaxi's en de invoering van twee Kortrijkse tarieven, waarbij 24/7 een vast tarief gehanteerd wordt voor ritten vertrekkende van de standplaats naar eindbestemming binnen de R36 en naar AZ Groeninge - zijn tot stand gekomen na grondig overleg met de taxisector.

(Gelet op de aard van de voorgestelde wijzigingen en de hernummering der titels en bepalingen die hieruit voortvloeit, wordt voor wat betreft deze wijzigingen verwezen naar de gemarkeerde tekst in bijlage bij deze nota).


29. Motivering vervanging van het standaardmodel van "Aanvraag van een machtiging voor het gebruik van de taxistandplaatsen op de openbare weg", zoals gevoegd als Bijlage XX bij de Algemene Politieverordening, door plan "R36"

Het aanvraagformulier dat de bestaande bijlage XX bij de Algemene Politieverordening uitmaakt, zal geen bestaansreden meer hebben, vermits alle aanvragen voortaan via een webapplicatie zullen verlopen.

Anderzijds is het noodzakelijk om het plan van "Centrum Kortrijk" (R36) toe te voegen aan het "boekje van de bijlagen bij het APV". Niet alleen omdat het nieuwe artikel 20, §1 van het Gemeentelijk Reglement houdende de voorwaarden tot het verkrijgen van een machtiging voor het gebruik van taxistandplaatsen op de openbare weg op het grondgebied van Kortrijk, zoals gevoegd als Bijlage XIX bij de Algemene Politieverordening, ernaar verwijst (zie punt 28 van deze nota), maar bovendien - en vooral - omdat de kaart die op heden aangewend wordt, ruimte laat voor interpretatie en discussie in verband met de exacte locatie der buitengrenzen van de R36-zone. Om dit soort discussies - die actueel door taxichauffeurs en klanten ook effectief gevoerd worden - in de toekomst uit te sluiten, wordt aan de Gemeenteraad gevraagd om de buitengrenzen, zoals afgebeeld op onderstaande afbeelding, definitief vast te stellen.

De vervanging van Bijlage XX gaat gepaard met een aanpassing van de opsomming der bijlagen bij het APV, helemaal op het einde van de Algemene Politieverordening.

Bijlage XX bij de Algemene Politieverordening wordt als volgt vervangen :

Bijlage XX. [Bijlage bij Bijlage XIX – Plan R36]


Juridische grond

Artikel 119, 119bis en 135 van de Nieuwe Gemeentewet.
Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sanctie, laatst gewijzigd door de Wet van 11 december 2023 tot wijziging van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, van de Nieuwe Gemeentewet en van de wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instelling van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 29 december 2023 - inwerkingtreding vanaf 8 januari 2024).

Regelgeving bevoegdheid
De GR is bevoegd op basis van artikel 40-41 decreet lokaal bestuur.

Besluit

De raad beslist eenparig het volgende:
De gemeenteraad beslist:

Punt 1

De tekst van artikel 22 van de Algemene Politieverordening als volgt goed te keuren:

Artikel 22

Elke privatieve ingebruikname van het openbaar domein en de openbare weg is verboden, tenzij schriftelijke en voorafgaande machtiging door het college van burgemeester en schepenen wordt verleend.

De algemene - en in voorkomend geval de specifieke - toelatingsvoorwaarden, zoals opgenomen in deze machtiging, dienen cumulatief en strikt nageleefd te worden. De niet-naleving van één of meerdere toelatingsvoorwaarden wordt gelijkgesteld met een situatie als zou er voorafgaandelijk geen machtiging tot privatieve ingebruikname afgeleverd geweest zijn.

Punt 2

De tekst van de artikelen 49, 50,§2, 70 en 73 van de Algemene Politieverordening als volgt goed te keuren: 

Artikel 49

§1. Bij sneeuwval of bij ijzelvorming moeten de aangelanden, zoals nader omschreven in de hierna volgende §§2 tot en met 5, erover waken dat op het voetpad voor de eigendom die zij bewonen of gebruiken voldoende ruimte voor de doorgang van de voetgangers wordt schoongeveegd en dat het nodige wordt gedaan om de gladheid ervan te vermijden;

§2. Ingeval van bewoonde ééngezinswoningen rust de verantwoordelijkheid voor de nakoming van de in §1 omschreven verplichting in eerste instantie bij de persoon wiens domicilie geregistreerd werd op het adres van het betreffende pand. Is deze bewoning gebaseerd op een huurovereenkomst, bruikleen of recht van gebruik en bewoning en is de huurder, bruikleennemer of gebruiker afwezig, dan zijn alle zakelijke rechthebbenden (te weten: volle eigenaar, naakte eigenaars, mede-eigenaars en vruchtgebruikers) hoofdelijk verantwoordelijk voor de nakoming van de in §1 omschreven verplichting. Indien meerdere personen de ééngezinswoning huren of lenen, zijn deze personen hoofdelijk gehouden tot nakoming van de in §1 omschreven verplichting;

§3. Ingeval van onbewoonde ééngezinswoningen zijn alle zakelijke rechthebbenden (te weten : volle eigenaar, naakte eigenaars, mede-eigenaars en vruchtgebruikers) hoofdelijk verantwoordelijk voor de nakoming van de in §1 omschreven verplichting;

§4. Ingeval van handels- en bedrijfspanden rust de verantwoordelijkheid voor de nakoming van de in §1 omschreven verplichting in eerste instantie bij de (gedelegeerd) bestuurder of vaste vertegenwoordiger van de éénmanszaak of rechtspersoon die het betreffende pand in gebruik neemt als maatschappelijke zetel of vestigingseenheid voor de uitvoering van zijn professionele activiteit. Is deze uitbating gebaseerd op een handelshuurovereenkomst en is de huurder afwezig, dan zijn alle zakelijke rechthebbenden (te weten: volle eigenaar, naakte eigenaars, mede-eigenaars en vruchtgebruikers) hoofdelijk verantwoordelijk voor de nakoming van de in §1 omschreven verplichting.

§5. Ingeval van onbebouwde percelen zijn alle zakelijke rechthebbenden (te weten : volle eigenaar, naakte eigenaars, mede-eigenaars, vruchtgebruikers, opstalhouders, erfpachters, houders van een gebruiksrecht en begunstigden van een erfdienstbaarheid van uitweg of doorgang) hoofdelijk verantwoordelijk voor de nakoming van de in §1 omschreven verplichting.

Artikel 50

§1. [...]

§2. De in artikel 49, §§2 tot en met 5 bedoelde aangelanden maken daarbij gebruik van middelen die het milieu zo min mogelijk schaden.

Artikel 70

De in artikel 49, §§2 tot en met 5 bedoelde aangelanden moeten er bovendien voor zorgen dat de beplantingen die op of langs het door hen bewoonde of gebruikte onroerend goed groeien zodanig worden onderhouden dat:

1° geen enkele tak op minder dan 4,50 m van de grond boven de *rijbaan hangt;

2° deze beplantingen niet over het voetpad of over de gelijkgrondse berm groeien tot op een hoogte van 2,50 m;

3° geen enkele beplanting hinder vormt voor de openbare veiligheid of de verkeersveiligheid in het algemeen. Uitzondering hierop kan gemaakt worden voor landbouwgewassen.

Artikel 73

De in artikel 49, §§2 tot en met 5 bedoelde aangelanden moeten er voorts over waken dat de voetpaden*, rioolroosters en de straatgoten voor het onroerend goed dat zij bewonen of gebruiken in nette staat blijven door onder meer vuilnis, modder en onkruid weg te nemen.  

Punt 3

De tekst van de artikelen 51, 71 en 74 van de Algemene Politieverordening als volgt goed te keuren: 

Artikel 51

§1. Wanneer het meergezinswoningen betreft, is de natuurlijke persoon of rechtspersoon, belast met het dagelijks onderhoud ervan, verantwoordelijk voor de nakoming van de verplichtingen bepaald in de artikelen 48 tot en met 50.

§2. Indien er geen dergelijk persoon aangesteld is, rust de verantwoordelijkheid voor de nakoming van de verplichtingen in de artikelen 48 tot en met 50 bij de Vereniging van Mede-eigenaars.

§3. Bij gebreke aan Vereniging van Mede-eigenaars zijn alle bewoners van de meergezinswoning hoofdelijk verantwoordelijk voor de nakoming van de verplichtingen bepaald in de artikelen 48 tot en met 50.

Artikel 71

§1. Wanneer het meergezinswoningen betreft, is de natuurlijke persoon of rechtspersoon, belast met het dagelijks onderhoud ervan, verantwoordelijk voor de nakoming van de verplichtingen bepaald in artikel 70.

§2. Indien er geen dergelijk persoon aangesteld is, rust de verantwoordelijkheid voor de nakoming van de verplichtingen in artikel 70 bij de Vereniging van Mede-eigenaars.

§3. Bij gebreke aan Vereniging van Mede-eigenaars zijn alle bewoners van de meergezinswoning hoofdelijk verantwoordelijk voor de nakoming van de verplichtingen bepaald in artikel 70.

Artikel 74

§1. Wanneer het meergezinswoningen betreft, is de natuurlijke persoon of rechtspersoon, belast met het dagelijks onderhoud ervan, verantwoordelijk voor de nakoming van de verplichtingen bepaald in de artikelen 72 en 73.

§2. Indien er geen dergelijk persoon aangesteld is, rust de verantwoordelijkheid voor de nakoming van de verplichtingen in de artikelen 72 en 73 bij de Vereniging van Mede-eigenaars.

§3. Bij gebreke aan Vereniging van Mede-eigenaars zijn alle bewoners van de meergezinswoning hoofdelijk verantwoordelijk voor de nakoming van de verplichtingen bepaald in de artikelen 72 en 73.

Punt 4

De tekst van de artikelen 54 en 156, 5° van de Algemene Politieverordening als volgt goed te keuren:

Artikel 54

Onverminderd het bepaalde in artikel 156, 5° van deze Algemene Politieverordening, is het verboden enig vuur aan te leggen waardoor het gebruik of de aanwezigheid van *open vuur of *vlammen een risico ontstaat voor het publiek, zonder voorafgaande machtiging van de burgemeester.  

De aanvraag tot machtiging dient samen met de nodige stukken, tijdig, minstens vierentwintig uur voor de aanvang van de activiteit ingediend te worden.

Het is enkel toegelaten niet-afvalstoffen te gebruiken die geen hinderlijke rookontwikkeling met zich meebrengen.

Artikel 156

In de openbare parken, pleinen en tuinen is het verboden:

1° […]

2° […]

3° […]

4° […]

5° barbecues te houden of vuurschalen te ontsteken, behoudens :

  • schriftelijke en voorafgaandelijke machtiging van de burgemeester voor zover dit zal plaatsvinden op een niet specifiek daartoe door de stad Kortrijk ingerichte openbare plaats. Deze machtiging wordt - indien daartoe aanleiding bestaat - verleend in de vorm van een “vuurvergunning”;
  • op specifiek daartoe door de stad Kortrijk ingerichte openbare plaatsen, waarbij dan, met inachtneming van het gebruikersreglement, gebruik gemaakt wordt van het ter plaatse door de stad Kortrijk voorziene barbecuestel of de ter plaatse door de stad Kortrijk voorziene vuurschaal (locaties raadpleegbaar via https://www.kortrijk.be/barbecue)In dit geval wordt de vuurvergunning vermoed aanwezig te zijn, op voorwaarde dat het openbaar barbecuestel of de openbare vuurschaal voorafgaandelijk en op regelmatige wijze gereserveerd werd.

Beide bovenstaande uitzonderingen op het algemene barbecueverbod en ontstekingsverbod van vuurschalen gelden enkel voor zover door het Agentschap Natuur en Bos een brandgevaarcode “groen” of “geel” uitgevaardigd wordt (zie www.natuurenbos.be/waarschuwingen). Indien door het Agentschap Natuur en Bos een brandgevaarcode “oranje” of “rood” uitgevaardigd werd, zal de toepassing en uitwerking van de rechtsgeldig verleende vuurvergunning opgeschort worden voor de duurtijd van de uitgevaardigde brandgevaarcode “oranje” of “rood”.

6° […]

7° […]

8° […]

Punt 5

De tekst van artikel 179 van de Algemene Politieverordening als volgt goed te keuren:

§1. Terrassen op het openbaar domein en de openbare weg

De tijdelijke privatief ingebruikname van het openbaar domein of de openbare weg door terrassen en terrasconstructies wordt geregeld door het Terrasreglement, zoals gevoegd als bijlage I bij de Algemene Politieverordening.

§2. Uitstallingen op het openbaar domein en op de openbare weg andere dan terrassen

1° Niemand mag uitstallingen plaatsen of zijn bedrijf uitoefenen op het openbaar domein tenzij minstens vier weken vooraf een schriftelijke machtiging van het College van burgemeester en schepenen bekomen wordt, dit in afwijking van artikel 31. De aanvraag gebeurt digitaal via https://iod.kortrijk.be/#/aanvraag/new.

Deze verplichting geldt niet voor uitstallingen in de binnenstad die tot categorie 1 behoren (zie hieronder onder punt 5°).

2° De aanvraag is pas ontvankelijk als het formulier volledig ingevuld is en vergezeld van:

  • beschrijving van de gewenste uitstalling inclusief afmetingen, materiaalgebruik, kleur en/of fotomateriaal en technische specificaties voor de gewenste uitstalling, welke voldoet aan de voorwaarden hieronder omschreven;
  • situatieschets van de gewenste positie van de uitstalling (plan op schaal 1/50 of 1/100), inclusief alle hindernissen en hun afmetingen in een straal van minimum 4 meter zoals aanduiding van voetpad, straatmeubilair en verlichting.
  • indien de uitstalling buiten de gevelbreedte van de uitbating wordt geplaatst: schriftelijke toestemming hiertoe van de eigenaar(s) van het betreffende aanpalende of naburige pand

3° In de zones zoals weergegeven op de terrassenplannen in bijlage, dienen uitstallingen bijkomend aan volgende voorwaarden te voldoen:

  • De zichtlijnen op de omliggende panden worden gevrijwaard.
  • De uitstallingen worden niet geplaatst binnen de op het terrassenplan als “vrij te houden zone” aangeduide delen van het openbaar domein.
  • De uitstallingen worden voor de gevel van het eigen handelspand geplaatst, tenzij toestemming van de aanpalende eigenaar, (handels)huurder of gebruiker werd bekomen.

4° Volgende algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle mogelijke uitstallingen op het volledige grondgebied van de stad Kortrijk:

  • Een uitstalling mag niet breder zijn dan de gevelbreedte van de handelszaak
  • Een uitstalling mag niet hinderlijk zijn voor de toegang tot gebouwen
  • Op het voetpad moet steeds een minimale vrije doorgang van 1,5m bewaard worden.

5° In de binnenstad, de zone gelegen binnen de binnenstadsring, worden enkel uitstallingen toegestaan die van voldoende kwaliteit getuigen en inpasbaar zijn in het straatbeeld. Uitstallingen worden daarom ondergebracht onder één van de volgende twee categorieën, die bepalend zijn voor het verdere verloop van de procedure.  

Categorie 1 

Volgende uitstallingen worden van rechtswege geacht het straatbeeld niet aan te tasten en te getuigen van voldoende kwaliteit:

  • Een zaakgebonden stoepbord of menubord bij een handels- of horecazaak, dat voldoet aan de volgende voorwaarden:
    • Een stoep- of menubord is maximaal 1,20m hoog en 0,80m breed
    • Er wordt maximaal één bord per zaak toegelaten
    • Het stoepbord of menubord wordt afgewerkt met kwalitatieve materialen (hout, PVC, aluminium,…) en goed onderhouden.
    • Het stoep- of menubord is eenvoudig verplaatsbaar en wegneembaar 

Voor deze uitstallingen is geen verdere ruimtelijke beoordeling nodig. Daarom is voor het plaatsen van deze uitstallingen geen schriftelijke machtiging van het College van burgemeester en schepenen vereist, mits strikt voldaan wordt aan bovenstaande voorwaarden.

Categorie 2

Onder categorie 2 vallen alle uitstallingen die niet ressorteren onder categorie 1.  

Voor deze uitstallingen dient altijd een schriftelijke machtiging van het College van burgemeester en schepenen aangevraagd worden. Bij de beoordeling van deze aanvraag gebeurt een aftoetsing aan de goede ruimtelijke ordening en de geldende reglementering. Hierbij wordt minstens rekening gehouden met volgende criteria:

  • afmetingen
  • materiaalgebruik
  • kleurgebruik
  • wegneembaarheid
  • eventuele hinder
  • algemene beeldkwaliteit en inpasbaarheid in het straatbeeld

Volgende vormen van uitstallingen worden van rechtswege geacht het straatbeeld aan te tasten of van te weinig kwaliteit te getuigen, tenzij uit een gemotiveerde aanvraag blijkt dat de uitstalling afdoende kwalitatief is, bijvoorbeeld door het materiaalgebruik, zodat zij toch geen afbreuk aan het straatbeeld:

  • Het uitstallen van koopwaar, al dan niet door middel van constructies of andere oppervlaktes zoals bijvoorbeeld rekken, tafels, winkelkarren en paletten
  • Beachvlaggen
  • Het plaatsen van meerdere stoepborden voor de gevel van eenzelfde handelspand

Ten tijde van braderieën of gelijkaardige bijzondere gelegenheden geldt het voormelde verbod op het uitstallen van koopwaar niet.

Punt 6

De opheffing van de artikelen 408bis tot en met 427bis, alsook de tekst in de bij TITEL 10. DIENSTEN VOOR INDIVIDUEEL BEZOLDIGD PERSONENVERVOER van de Algemene Politieverordening behorende voetnoot als volgt goed te keuren:

TITEL 10. DIENSTEN VOOR INDIVIDUEEL BEZOLDIGD PERSONENVERVOER

Artikel 408bis -> [...] -> artikel 427bis

Opgeheven

Voetnoot

Aanvragen betreffende een vergunning, een bestuurderspas of een machtiging voor een taxistandplaats in het kader van individueel bezoldigd personenvervoer worden behandeld overeenkomstig de bepalingen en instrumenten van het Decreet van 29 maart 2019 betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer en het Besluit van de Vlaamse Regering van 9 juni 2023 betreffende de exploitatievoorwaarden voor het individueel bezoldigd personenvervoer.  

De modaliteiten voor het gebruik van een taxistandplaats in Kortrijk worden bepaald in het “Gemeentelijk Reglement houdende de voorwaarden tot het verkrijgen van een machtiging voor het gebruik van taxistandplaatsen op de openbare weg op het grondgebied van Kortrijk, zoals gevoegd als Bijlage XIX bij de Algemene Politieverordening"

Punt 7

De tekst van artikel 428 van de Algemene Politieverordening als volgt goed te keuren:

Artikel 428:

§1. In geval van overtreding van deze verordening kan de politie de overtreder aanmanen om de niet-reglementaire toestand ongedaan te maken. De politieambtenaren aangeduid in artikel 20 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties met latere wijzigingen, zijn bevoegd voor de vaststelling van alle overtredingen vervat in deze politieverordening.

§2. Ingevolge de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties met latere wijzigingen, kunnen inbreuken die uitsluitend bestraft worden met een administratieve sanctie eveneens het voorwerp uitmaken van een vaststelling door de hiernavolgende personen : 

1° de gemeenteambtenaren die voldoen aan de door de Koning vastgestelde minimumvoorwaarden, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad inzake de selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid en die daartoe door de gemeenteraad worden aangewezen. In geval van een meergemeentepolitiezone, kunnen deze gemeenteambtenaren-vaststellers vaststellingen verrichten op het grondgebied van alle gemeenten die deel uitmaken van deze politiezone, en desgevallend, van de gemeenten van een of meer andere zones, op voorwaarde dat er een voorafgaande overeenkomst daartoe werd afgesloten tussen de betrokken gemeenten van de politiezone van oorsprong van de ambtenaar en, in voorkomend geval, de gemeente die tot een andere politiezone behoort;

2° de personeelsleden van de autonome gemeentebedrijven. De gemeenteraad wijst de betrokken overheid of entiteit aan waarvan de personeelsleden bevoegd zijn voor de vaststelling van de inbreuken die uitsluitend het voorwerp kunnen uitmaken van een administratieve sanctie. De betrokken overheid of entiteit duidt de personeelsleden aan die belast worden met een vaststellingsopdracht en houdt de namen en de rijksregisternummers van deze personen bij. De overheid of entiteit zorgt ervoor dat een gemeente kan nagaan of een personeelslid van de overheid of de entiteit wel degelijk beschikt over een vaststellingsbevoegdheid op het grondgebied van de gemeente. Jaarlijks deelt de betrokken overheid of entiteit aan de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken mee hoeveel ambtenaren of personeelsleden belast werden met een vaststellingsbevoegdheid. De gemeenteraad somt in het aanstellingsbesluit limitatief de artikelen uit de gemeentelijke politiereglementen op waarvoor deze personen de bevoegdheid hebben om inbreuken vast te stellen. De gemeenteraad kan alleen die artikelen opsommen die in rechtstreeks verband staan met de bevoegdheden van deze personen die voortvloeien uit de regelgeving die op hen van toepassing is. De betrokken overheid of entiteit gaat akkoord met deze bijkomende bevoegdheid. Deze personen moeten voldoen aan de door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, vastgelegde minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving en opleiding.

§3. Op voorwaarde dat voorafgaandelijk een machtiging werd verkregen van de minister bevoegd voor Binnenlandse zaken, hebben alle onder §2 vermelde personen in het kader van de uitoefening van hun bevoegdheden toegang tot de volgende persoonsgegevens van de overtreder uit het Rijksregister:

  • de identificatiegegevens, meer bepaald de naam, voornamen en geboortedatum van de persoon;
  • de hoofdverblijfplaats;
  • het rijksregisternummer;
  • desgevallend de datum van overlijden

Bovendien hebben alle onder §2 vermelde personen, in het kader van de uitoefening van hun bevoegdheden, toegang tot de hiervoor ter zake dienende gegevens van de Kruispuntbank van de voertuigen, op voorwaarde dat voorafgaandelijk een machtiging werd verkregen, zoals bedoeld in artikel 18 van de wet van 19 mei 2010 houdende oprichting van de Kruispuntbank van de voertuigen.

Punt 8

De tekst van de artikelen 429 en 430 van de Algemene Politieverordening als volgt goed te keuren:

Artikel 429:

Voor zover bij wetten, decreten, besluiten, algemene of provinciale verordeningen geen straffen of sancties zijn voorzien, kunnen de inbreuken op de bepalingen van deze politieverordening gestraft worden met :

  1. een administratieve geldboete van maximum 500 euro;
  2. een administratieve schorsing van een verleende toestemming of vergunning;
  3. een administratieve intrekking van een verleende toestemming of vergunning;
  4. een tijdelijke of definitieve sluiting van een instelling.

Indien de dader een minderjarige is, die de volle leeftijd van zestien jaar heeft bereikt op het tijdstip van de feiten, bedraagt het maximum van de administratieve geldboete 175 euro.

De in het eerste lid bedoelde schorsing, intrekking of sluiting worden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen. De administratieve geldboete wordt opgelegd door de sanctionerende ambtenaar.

Artikel 430:

Er is sprake van herhaling wanneer de overtreder reeds werd gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de vierentwintig maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk.

In geval van herhaling bedraagt de administratieve geldboete ten minste het dubbele van de geldboete die bij de eerste overtreding werd opgelegd, met een maximum van 500 euro.

In geval van een nieuwe herhaling bedraagt de administratieve geldboete ten minste het driedubbele van de geldboete die bij de eerste overtreding werd opgelegd, met een maximum van 500 euro.

Het maximumbedrag van 500 euro vermeld in de voorgaande leden wordt tot een maximum van 175 euro verminderd indien de dader op het ogenblik van de vaststelling van de herhaalde feiten, de volle leeftijd van zestien jaar heeft bereikt en nog geen 18 jaar is geworden.

Punt 9

De tekst van artikel 431 van de Algemene Politieverordening als volgt goed te keuren:

Artikel 431:

§1. De sanctionerende ambtenaar kan zowel voor minderjarige als voor meerderjarige overtreders volgende alternatieve maatregelen voor de administratieve geldboete opleggen :

  1. de gemeenschapsdienst, gedefinieerd als zijnde een prestatie van algemeen belang uitgevoerd door de overtreder ten gunste van de collectiviteit;
  2. de GAS-bemiddeling, gedefinieerd als zijnde een maatregel die het voor de overtreder mogelijk maakt om, door tussenkomst van een onafhankelijk bemiddelaar, de veroorzaakte schade te herstellen of te vergoeden of om het conflict te bedaren en recidive te voorkomen.

§2. Een gemeenschapsdienst kan worden voorgesteld mits het akkoord van de overtreder of op zijn verzoek. 

Deze gemeenschapsdienst mag voor meerderjarige overtreders niet meer dan dertig uur bedragen en moet worden uitgevoerd binnen een termijn van zes maanden vanaf de datum van de kennisgeving van de beslissing van de sanctionerende ambtenaar.

Voor minderjarige overtreders mag de gemeenschapsdienst niet meer dan vijftien uur bedragen, dient zij georganiseerd te worden in verhouding tot zijn leeftijd en zijn capaciteiten en moet zij worden uitgevoerd binnen dezelfde termijn als deze die voor de meerderjarigen geldt. Voor minderjarige overtreders kan de sanctionerende ambtenaar beslissen de keuze en de modaliteiten van de gemeenschapsdienst toe te vertrouwen aan de bemiddelaar.

De gemeenschapsdienst bestaat uit :

  1. een opleiding en/of;
  2. een onbetaalde prestatie onder toezicht van de gemeente of van een door de gemeente aangewezen bevoegde rechtspersoon en uitgevoerd ten behoeve van een gemeentedienst of een publiekrechtelijke rechtspersoon, een stichting of een vereniging zonder winstgevend oogmerk die door de gemeente wordt aangewezen.

De procedure van gemeenschapsdienst zal omkaderd worden door een door de gemeente erkende dienst of rechtspersoon. 

Iedere titularis die het ouderlijk gezag heeft over de minderjarige kan op zijn verzoek de minderjarige begeleiden bij de uitvoering van de gemeenschapsdienst.

In geval van niet-uitvoering van de gemeenschapsdienst of weigering van de gemeenschapsdienst kan de sanctionerende ambtenaar een administratieve geldboete opleggen.

§3. De sanctionerende ambtenaar dient verplicht het aanbod tot GAS-bemiddeling aan de minderjarige over te maken, de sanctionerende ambtenaar oordeelt facultatief over het aanbod tot GAS-bemiddeling aan de meerderjarige. Artikel 440 en verder bepalen het verloop van de GAS-bemiddelingsprocedure.

In geval van weigering van het aanbod of falen van de GAS-bemiddeling kan de sanctionerende ambtenaar ofwel een gemeenschapsdienst voorstellen ofwel een administratieve geldboete opleggen.

Punt 10

De tekst van artikel 432 van de Algemene Politieverordening als volgt goed te keuren:

Artikel 432:

Elke overtreding die aanleiding kan geven tot het opleggen van een administratieve sanctie dient te worden vastgesteld door middel van een proces-verbaal of een bestuurlijk verslag. Dit proces-verbaal of dit bestuurlijk verslag wordt binnen de twee maanden na de vaststelling bezorgd aan de sanctionerende ambtenaar, zoals bepaald in artikel 22 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties met latere wijzigingen.

De sanctionerend ambtenaar kan de personen, bedoeld in artikel 428, §1 en §2, 1° en 2° van deze Algemene Politieverordening, verzoeken om bijkomende informatie te verschaffen. Deze bijkomende informatie heeft enkel betrekking op de vastgestelde feiten en/of de geïdentificeerde overtreder met dien verstande dat geen andere persoonsgegevens mogen worden verwerkt dan degene die betrekking hebben op de inbreuk. Het is de sanctionerend ambtenaar niet toegelaten om onderzoeksdaden te stellen.

Punt 11

De tekst van artikel 433 van de Algemene Politieverordening als volgt goed te keuren:

Artikel 433:

Indien de feiten zowel een strafrechtelijke als een administratiefrechtelijke inbreuk vormen, wordt het proces-verbaal binnen de voormelde termijnen na de vaststelling, toegestuurd aan de Procureur des Konings. Een afschrift wordt verzonden aan de sanctionerende ambtenaar.

Indien de feiten enkel met een administratieve sanctie kunnen bestraft worden, wordt het bestuurlijk verslag aan de sanctionerende ambtenaar toegestuurd. Indien het bestuurlijk verslag opgesteld werd door een persoon, bedoeld in artikel 428, §1 van deze Algemene Politieverordening, dan dient de sanctionerend ambtenaar in het bezit gesteld te worden van het origineel bestuurlijk verslag. Werd het bestuurlijk verslag daarentegen opgesteld door een persoon, bedoeld in artikel 428, §2, 1° en 2° van deze Algemene Politieverordening, dan heeft deze vaststeller de keuze om de sanctionerend ambtenaar in het bezit te stellen van hetzij het originele bestuurlijk verslag, hetzij een digitale kopie ervan, voorzien van een gekwalificeerde elektronische handtekening van de vaststeller in de zin van artikel 22, §8 van de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties met latere wijzigingen.

Van feiten lastens minderjarigen die enkel met een administratieve sanctie kunnen bestraft worden, wordt steeds een afschrift van het bestuurlijk verslag overgemaakt aan de Procureur des Konings.

Punt 12

De tekst van artikel 434 van de Algemene Politieverordening als volgt goed te keuren:

Artikel 434:

De administratieve sanctie is proportioneel naar gelang van de ernst van de feiten die haar verantwoorden en van de eventuele recidive. Wanneer de sanctionerende ambtenaar vaststelt dat de gemeenschapsdienst / GAS-bemiddeling correct werd uitgevoerd respectievelijk geslaagd is kan hij geen administratieve geldboete meer opleggen.

Punt 13

De tekst van artikel 437 van de Algemene Politieverordening als volgt goed te keuren:

Artikel 437:

De beslissing wordt door de sanctionerende ambtenaar aan de overtreder ter kennis gebracht door een aangetekend schrijven.

In het geval van een minderjarige overtreder wordt de beslissing op dezelfde wijze ter kennis gebracht aan de minderjarige, evenals aan iedere titularis die het ouderlijk gezag heeft over de minderjarige.

De sancties opgelegd door het college van burgemeester en schepenen worden eveneens ter kennis gebracht aan de overtreder per aangetekend schrijven.

Beslissingen inzake feiten die tevens met een strafsanctie zijn bekleed worden eveneens toegestuurd aan de Procureur des Konings.

Punt 14

De tekst van artikel 439 van de Algemene Politieverordening als volgt goed te keuren:

Artikel 439:

Bevelen van de burgemeester, gegeven in uitvoering van de artikelen 133 tot 135 van de Nieuwe Gemeentewet, dienen te worden nageleefd. De niet-naleving van deze bevelen is strafbaar overeenkomstig de artikelen 429 tot en met 431 van deze politieverordening. Iedere persoon, op de openbare weg alsook in alle openbare plaatsen, moet zich voegen naar de bevelen en/of vorderingen hem door de bevoegde overheid in de uitvoering van zijn ambt gegeven.

In geval van niet-naleving van een tijdelijk plaatsverbod opgelegd overeenkomstig artikel 134sexies van de Nieuwe Gemeentewet kan de dader of kunnen de daders van die gedragingen gestraft worden met een administratieve sanctie overeenkomstig de voorgaande bepalingen.

Punt 15

De tekst van de artikelen 439ter en 439quater van de Algemene Politieverordening als volgt goed te keuren:

Artikel 439ter:

Voorafgaand aan het aanbod tot bemiddeling of, desgevallend, de oplegging van een administratieve geldboete, kan de sanctionerend ambtenaar, indien hij dit aangewezen acht of wanneer iedere titularis die het ouderlijk gezag heeft over de minderjarige of de minderjarige zélf daarom verzoeken, de procedure van ouderlijke betrokkenheid opstarten.

Artikel 439quater:

In het geval dat de sanctionerend ambtenaar de procedure van de ouderlijke betrokkenheid opstart informeert hij, per aangetekende brief, iedere titularis die het ouderlijk gezag heeft over de minderjarige over de vastgestelde feiten. Hij verzoekt hen om, onmiddellijk na het ontvangen van het bestuurlijk verslag, hun mondelinge of schriftelijke opmerkingen mee te delen over deze feiten en de eventueel te nemen opvoedkundige maatregelen. Daartoe kan hij een ontmoeting vragen met iedere titularis die het ouderlijk gezag heeft over de minderjarige, alsook met de minderjarige.

Indien, na het bekomen van de voormelde opmerkingen en/of nadat hij de minderjarige heeft ontmoet - evenals iedere titularis die het ouderlijk gezag heeft over de minderjarige - en indien hij tevreden is over de educatieve maatregel die door deze laatsten werden voorgesteld, dan kan de sanctionerend ambtenaar hetzij de procedure afsluiten, hetzij alsnog de administratieve procedure opstarten. De sanctionerend ambtenaar wint het advies van gespecialiseerde organisaties of diensten uit de jeugdhulp in.

Punt 16

Het TITEL 2 en HOOFDSTUK 2 onder DEEL 3. STRAF- EN SLOTBEPALINGEN als volgt goed te keuren:

TITEL 2. GAS-BEMIDDELINGSPROCEDURE

[...]

HOOFDSTUK 2. De GAS-bemiddelingsprocedure

[...]

Punt 17

De tekst van artikel 440 van de Algemene Politieverordening als volgt goed te keuren:

Artikel 440:

In het kader van de door artikel 12,§1,1° en artikel 18 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, met latere wijzigingen, toegekende bevoegdheden kan de gemeenteraad voorzien in een voorafgaande bemiddelingsprocedure.

Punt 18

De tekst van artikel 442 van de Algemene Politieverordening als volgt goed te keuren:

Artikel 442:

De voorafgaande bemiddelingsprocedure heeft als doel de overtreder de mogelijkheid te bieden de veroorzaakte schade te herstellen of te vergoeden of om het conflict te bedaren, die ten gevolge van een inbreuk op de politieverordening is ontstaan, en recidive te voorkomen. De schadeloosstelling of herstelling van de schade wordt vrij door de partijen onderhandeld en beslist.

Punt 19

De tekst van de artikelen 443, 449 en 450 van de Algemene Politieverordening als volgt goed te keuren:

Artikel 443:

Het bemiddelingsaanbod is verplicht van toepassing voor minderjarige overtreders die op het ogenblik van de feiten de volle leeftijd van zestien jaar hebben bereikt. Voor meerderjarige overtreders is de toepassing van de bemiddelingsprocedure facultatief. De sanctionerende ambtenaar beoordeelt hierbij of het opstarten van de bemiddelingsprocedure wenselijk en nuttig is. De overtreder dient echter in te stemmen met de bemiddeling. De betrokken partijen worden gestimuleerd tot actieve deelname aan het bemiddelingsproces.

De sanctionerende ambtenaar stelt het welslagen van de bemiddeling vast en kan geen administratieve geldboete meer opleggen wanneer deze bemiddeling geslaagd is. In geval van weigering van het aanbod of falen van de bemiddeling kan de sanctionerende ambtenaar ofwel een gemeenschapsdienst voorstellen ofwel een administratieve geldboete opleggen.

Artikel 449:

Tijdens het bemiddelingsgesprek zal de bemiddelingsambtenaar de bemiddelingsprocedure binnen het kader van de gemeentelijke administratieve sancties verduidelijken voor de betrokken partijen. Zij worden geïnformeerd dat ze de mogelijkheid hebben om al dan niet op het aanbod in te gaan en op elk moment de bemiddeling kunnen beëindigen.

Beide partijen krijgen in het gesprek de mogelijkheid een voorstelling van de feiten te geven en toe te lichten hoe ze dit hebben ervaren.

De nadruk ligt tijdens het gesprek in de ondersteunende taak van de bemiddelingsambtenaar ten aanzien van de betrokken partijen bij het zoeken naar een voor allen aanvaardbare, haalbare en proportionele oplossing.

De bemiddelingsambtenaar voert de bemiddeling uit volgens de principes van onafhankelijkheid, neutraliteit en vertrouwelijkheid. Daarnaast houdt hij zich strikt aan het beroepsgeheim wat betreft de identiteit van de betrokken partijen en de onderzoeksgegevens in het dossier.

Artikel 450:

Indien beide partijen een akkoord bereiken, wordt er een overeenkomst opgemaakt. De overeenkomst geeft het resultaat van de bemiddelingsprocedure weer. De gemaakte afspraken tussen de betrokken partijen worden expliciet vermeld.

Na ondertekening van de overeenkomst krijgen alle betrokken partijen een ondertekend exemplaar. Een kopie van de overeenkomst wordt aan de sanctionerend ambtenaar overgemaakt.

Wanneer één van de partijen een beroep doet op een advocaat, wordt de overeenkomst eerst aan de advocaat bezorgd en heeft deze één week de tijd om bemerkingen op de overeenkomst ter kennis te brengen van de bemiddelingsambtenaar. Zonder tegenbericht wordt de overeenkomst ter ondertekening aan de partijen voorgelegd en nadien aan de sanctionerend ambtenaar overgemaakt.

Indien de overeenkomst aan de sanctionerend ambtenaar wordt overgemaakt en op dat moment geen verdere opvolging meer behoeft dan meldt de bemiddelaar dat de overeenkomst correct werd uitgevoerd.

Punt 20

De tekst van de artikelen 444 en 447 van de Algemene Politieverordening als volgt goed te keuren:

Artikel 444:

Wanneer de overtreder een minderjarige is, die op het moment van de feiten de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt, kan deze bijgestaan worden door een advocaat die door de stafhouder van de orde van advocaten wordt aangeduid. Deze advocaat kan ook aanwezig zijn tijdens de bemiddelingsprocedure.

Iedere titularis die het ouderlijk gezag heeft over de minderjarige wordt op de hoogte gebracht van de bemiddelingsprocedure en bij de procedure betrokken per aangetekend schrijven. Voormelde personen kunnen op hun verzoek de minderjarige begeleiden bij de bemiddeling.

Artikel 447:

Na ontvangst van het bemiddelingsdossier nodigt de bemiddelingsambtenaar de betrokken partijen en hun eventuele advocaat tegelijk uit per brief, fax of email tegen ontvangstbewijs. Er worden minstens twee weken voorzien tussen de datum waarop de uitnodiging wordt verstuurd en de datum van het bemiddelingsgesprek.  

Indien de overtreder minderjarig is, wordt iedere titularis die het ouderlijk gezag heeft over de minderjarige ook aangeschreven.

Indien de betrokken partij geen natuurlijk persoon is, dan vraagt de bemiddelingsambtenaar aan de betrokken partij om een vertegenwoordiger aan te duiden, die aan het bemiddelingsgesprek kan deelnemen.

Het staat de bemiddelingsambtenaar vrij alle vereiste maatregelen te nemen en contacten te leggen die nodig zijn om de bemiddelingsprocedure op te starten en tot een goed einde te brengen.

Punt 21

De tekst van artikel 13.1, §3 van het Terrasreglement, zoals gevoegd als Bijlage I bij de Algemene Politieverordening, als volgt goed te keuren:

Artikel 13. Specifieke inrichtingsvoorwaarden terrasmachtiging

[...]

13.1. Horecazone "Grote Markt"

§1. Parasols

[...]

§2. Zonneluifels

[...]

§3. Vaste terrasconstructies

De bestaande en vergunde vaste terrasconstructies zijn zowel naar uitzicht als naar beschikbaarheid van vervangstukken zo verouderd dat de stad na een inspraakproces met de ondernemers van de Grote Markt een nieuw kader neerlegt.

->  Overgangsperiode: alle houders van vaste constructies op vandaag moeten uiterlijk 30/06/2028 in regel zijn met de nieuwe voorwaarden. Zo niet moet de constructie afgebroken worden en wordt in overleg met de stad gekeken om het openbaar domein voor te bereiden op parasols met verankering.

->  Vergunningsplicht: voor het plaatsen van een vaste terrasconstructie geldt de stedenbouwkundige vergunningsplicht (https://www.omgevingsloket.be). Vooroverleg met de teams Onderneem in Kortrijk, Bouwen Milieu Wonen en desgevallend de veiligheidsdiensten wordt aangeraden

->  Uitgesloten voor vaste terrasconstructies :

        o  Panden geklasseerd als monument, behoudens ze een bestaande vaste terrasconstructie hebben

        o  Grote Markt 15-25, in functie van veilige mobiliteit over het plein, doorgang en opstelplaats voor veiligheidsdiensten en belevering

        o  Hoekpanden (Doorniksestraat 1-5, OLV-straat 2, Grote Markt 38). Grote Markt 1 is gedeeltelijk mogelijk in overleg met de stad. De zicht- en looplijnen ter hoogte van deze hoekpanden is essentieel voor veilig verkeer.

->  Oppervlakte: de oppervlakte van de constructie is dezelfde als de oppervlakte van de bestaande vergunde vaste constructie. Voor panden die op vandaag geen constructie hebben, wordt de oppervlakte bepaald door de stad conform de naburige panden.

->  Vorm: de constructie is een klassieke zelfdragende pergola, horizontaal gealigneerd op de gevel van het pand. De hoogte van de constructie situeert zich tussen het gelijkvloers en de eerste verdieping en is te bepalen in overleg met de stad.

->  Materiaal: de constructie bestaat uit gepoederlakt aluminium (Ralkleur 7016) en glas (ontspiegeld veiligheidsglas).

->  Indien een uitbating meerdere panden beslaat, zal de breedte van de afzonderlijke voorgevels vertaald moeten worden in de gevel van de constructie (door een extra dragende kolom te plaatsen). Daarnaast dient per afzonderlijke voorgevel één vrije doorgang te worden voorzien in de gevel van de constructie.

->  Openheid van de structuur :

        o  50% van de totale oppervlakte van de voor- en zijkanten is onbelemmerd open

        o  alle in/uitgangen van het pand moeten in rechte lijn terugkeren als in/uitgang van de constructie en onbelemmerd zijn van vloerpas tot plafond met een minimum breedte van 1,5 meter.  Als de capaciteit in de zaak en de constructie > 49 personen moeten er minstens 2 in/uitgangen voorzien zijn in de constructie. De in/uitgangen in de constructie moeten minstens 30% van de gevelbreedte bedragen

        o  Meer dan 50% sluiten kan alleen als :

                *  de bijkomende maatregelen die verplicht worden opgelegd door de veiligheidsdiensten naar de veiligheid van klanten, medewerkers, andere bewoners van het pand waarin de ondernemer zich bevindt, zijn tegemoetgekomen. Evenals de bijkomende verplichte normen waaraan de constructie moet volstaan. Het advies van de veiligheidsdiensten kan preventief aangevraagd worden vooraleer de omgevingsvergunningsaanvraag wordt ingediend.

                *  bij de bevraging van de aanpalende horecazaak (eigenaar en ondernemer) die ook een constructie wenst en kan plaatsen geen bezwaren worden geuit in het proces van de omgevingsvergunning.

->  Configuratie :

        o  Plafond kan gesloten (sandwichpaneel afgewerkt in gepoederlakt aluminium) of open zijn (lamellen) of een combinatie van beide. Het dakpakket mag niet dikker zijn dan 25cm. Ingeval van een vast plafond is verankering in de gevel toegestaan. Dit moet zich beperken tot het minimum ifv stabiliteit en duidelijk toegelicht zijn in de omgevingsvergunning

        o  Zijkant en voorkant :

                *  Wanden mogen maximum 1,6m hoog zijn gemeten vanaf de vloerpas. 

                *  Deze wanden zijn opgedeeld in 2 panelen van 80cm in glas met aluminimumprofiel. Dit kan één wand betreffen of een guillotinesysteem.

                *  Alle wanden zijn horizontaal georiënteerd; verticale schuifdeuren of -systemen zijn uitgesloten.

                *  De bevestiging in het openbaar domein moet beperkt blijven tot bouten; geen sleuven in functie van verankering

        o  De ruimte tussen bovenkant van de wanden en de onderkant van de dakligger kan voorzien worden van een windvaste verticale zonwering in glasvezeldoek met ritssysteem in de geleiders. 

                *  Deze zonwering in glasvezeldoek moet een minimale windgarantie 3 hebben, diagonaal geweven zijn en een openheidsfactor van 5%. 

                *  RALkleur van het doek is 7021.

                *  De zonwering in glasvezeldoek mag niet lager kunnen dan de bovenzijde van de wanden (dus niet lager dan 1,6m vanaf de vloerpas)

->  Belettering: De naam van de zaak en eventuele sponsoring kan in stickervorm aangebracht worden op de horizontale ligger van de dakconstructie in RAL 1015

->  Energie :

        o  Alle bekabeling en belevering van energie moet in de constructie verwerkt zijn. Opbouw is niet toegestaan.

        o  Bij de omgevingsvergunningsaanvraag moet een uitgewerkt licht- en verwarmingsplan zitten. De stad zal de ambitie van de ondernemer met verlichting en verwarming afwegen tegen het karakter, esthetiek van plein en pand.

        o  Het licht moet warm wit zijn, de kleurtemperatuur tussen de 2700-3000K

->  Transparantie: de constructie en de cumul van constructies heeft een invloed op het pand en de algemene uitstraling van de Grote Markt. Daarom :

        o  Moeten alle glaspartijen onbelemmerd doorzichtig zijn. Raampartijen met steellook of esthetische profielen die geen dragende functie hebben zijn uitgesloten.

        o  Geen gordijnen, screens, bestickering, aankondigingen.. of andere die de doorkijk, inkijk belemmeren.

Punt 22

De tekst van artikel 4 van het Gemeentelijk Reglement m.b.t. kermisactiviteiten op de openbare kermissen en op het openbaar domein buiten de openbare kermissen, zoals gevoegd als Bijlage V bis bij de Algemene Politieverordening, als volgt goed te keuren:

Artikel 4. Toepassingsgebied:

De gemeente richt op het openbaar domein volgende openbare kermissen in:

Paasfoor Kortrijk

vanaf witte donderdag tot en met de tweede zondag na Pasen


Deelgemeenten

Marke

Septemberkermis

WE van 1e zondag van sept.

 

Bellegem

Centrumfeesten

WE van 1e zondag na 29 juni

 

 

Septemberkermis

Laatste WE van september

 

Heule

Tinekesfeesten

2e WE van september

 

Aalbeke

Corneliusfeesten

3e WE van september

 

Bissegem

Septemberkermis

Laatste WE van september


De gemeenteraad machtigt het College van Burgemeester en Schepenen om de data voor de kermissen te bepalen, de soort attracties en de wijzigingen aan het oorspronkelijk plan van de opstelling goed te keuren.

De standplaatsen, ingenomen ter gelegenheid van voornoemde kermissen, mogen niet langer bezet worden dan door het College van Burgemeester en Schepenen vermelde periodes.

Punt 23

De tekst van artikel 6 van het Gemeentelijk Reglement m.b.t. kermisactiviteiten op de openbare kermissen en op het openbaar domein buiten de openbare kermissen, zoals gevoegd als Bijlage V bis bij de Algemene Politieverordening, als volgt goed te keuren:

Artikel 6:

Artikel 6. Toewijzingsregels van standplaatsen op openbare kermissen

6.1 Vacature en kandidatuurstelling standplaats (art. 13 en 14 van KB)

[...]

6.2 Onderzoek van de kandidaturen (art. 15 van KB)

Voor de vergelijking van de kandidaturen onderzoekt de gemeente of voldaan is aan de voorwaarden inzake toewijzing vermeld in artikel 2 van dit reglement.

De standplaatsen worden toegewezen op basis van één of meer van de volgende criteria :

a) de aard van de attractie of van de vestiging;

b) de technische specificaties van de attractie of van de vestiging;

c) de graad van veiligheid van de attractie of van de vestiging;

d) de aantrekkingskracht van de attractie of van de vestiging;

e) de deskundigheid van de uitbater, van de « aangestelde - verantwoordelijken » en van het tewerkgesteld personeel;

f) desgevallend, de nuttige ervaring;

g) de ernst en het zedelijk gedrag van de kandidaat

Het openen van de kandidaturen, hun vergelijkend onderzoek, de controle van de voorwaarden en de gemotiveerde beslissing tot toewijzing van de standplaats worden opgenomen in een proces-verbaal. Indien de foorreiziger bij één of meerdere vorige edities van de Paasfoor aan een van bovenstaande zaken niet heeft voldaan, dan heeft de organisatie het recht om deze foorreiziger te weigeren.

6.3 Bekendmaking van de toewijzing van de stand plaats (art. 15, §5 van KB)

[...]

Punt 24

De tekst van de artikelen 12 en 13 van het Gemeentelijk Reglement m.b.t. kermisactiviteiten op de openbare kermissen en op het openbaar domein buiten de openbare kermissen, zoals gevoegd als Bijlage V bis bij de Algemene Politieverordening als volgt goed te keuren:

Artikel 12:

De gemeente kan het abonnement intrekken of opschorten:

  1. hetzij omdat de titularis van de standplaats niet langer voldoet aan de wettelijke verplichtingen betreffende de uitoefening van kermisactiviteiten of aan deze die van toepassing zijn op de betrokken attractie of vestiging (onder meer het niet (tijdig) aanleveren van de geldende attesten);
  2. hetzij omdat de titularis herhaaldelijk de richtlijnen van de marktleider met betrekking tot de openbare orde, de openbare veiligheid, de goede werking van het kermisgebeuren, onder meer wat de openingsuren, de plaatsing van attracties en bijhorigheden en schade aan het openbaar domein betreft, niet naleeft;
  3. hetzij omdat de titularis van de standplaats de standplaatsvergoeding niet betaald heeft op de datum vermeld op de toegestuurde factuur. Bij niet-tijdige betaling van het bedrag kan zonder enige verwittiging of ingebrekestelling de betreffende standplaats ingetrokken worden. Het stadsbestuur zal dan naar eigen goeddunken over deze plaats kunnen beschikken;
  4. hetzij bij werken aan openbare of privé-gebouwen;
  5. hetzij bij werken van openbaar nut, onder andere werkzaamheden aan het openbaar domein;
  6. hetzij bij manifestaties.

Inbreuken worden vastgesteld door de kermisverantwoordelijke(n).

De beslissing tot schorsing wordt betekend bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs of per e-mail met ontvangstmelding of bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding.

Indien de foorreiziger bij één of meerdere vorige edities van de Paasfoor aan een van bovenstaande zaken niet heeft voldaan, dan heeft de organisatie het recht om deze foorreiziger te weigeren.


Artikel 13:

Het College van Burgemeester en Schepenen kan beslissen dat de standplaatsen van abonnementhouders tijdelijk of definitief kunnen verplaatst worden naar een andere locatie binnen of buiten het kermiscircuit zonder enig recht op schadevergoeding bij:

  1. werken aan openbare of privé-gebouwen;
  2. werken van openbaar nut, onder andere werkzaamheden aan het openbaar domein;
  3. manifestaties;
  4. het verplaatsen van de kermis.

De termijn van de vooropzeg die moet gegeven worden aan de houders van een standplaats wanneer de manifestatie of een deel van de standplaatsen definitief wordt opgeheven zal niet minder zijn dan één jaar behalve in geval van absolute noodzakelijkheid.

Punt 25

De tekst van artikel 19 van het Gemeentelijk Reglement m.b.t. kermisactiviteiten op de openbare kermissen en op het openbaar domein buiten de openbare kermissen, zoals gevoegd als Bijlage V bis bij de Algemene Politieverordening, als volgt goed te keuren:

Artikel 19:

19.1 Voor de Paasfoor wordt een foorcomité opgericht bestaande uit minimum 8 en maximum 14 leden met een evenredige verdeling van afgevaardigden van het stadsbestuur en de foorreizigers.

19.2 [...]

19.3 [...]

19.4 [...]

Punt 26

De naam en structuur van het Huishoudelijk Reglement stedelijke sportcentra, zoals gevoegd als Bijlage XI bij de Algemene Politieverordening, alsook de tekst van het nieuwe artikel 55 van ditzelfde Reglement, als volgt goed te keuren:

Bijlage XI : Huishoudelijk reglement stedelijke sportcentra en overige sportaccommodatie op openbaar domein

        A.   STEDELIJKE SPORTCENTRA

[...]

        B.   OVERIGE SPORTACCOMMATIE

ART. 55   De omnisportterreinen gelegen aan de Diksmuidekaai, kennen op schooldagen - inclusief woensdagnamiddag - overdag prioritair gebruik voor de sportactiviteiten van het Guldensporencollege campus Diksmuidekaai.

Punt 27

De tekst van artikel 12 van het Huishoudelijk Reglement stedelijke sportcentra, zoals gevoegd als Bijlage XI bij de Algemene Politieverordening als volgt goed te keuren:

ART. 12   Er worden geen alcoholische dranken verbruikt in de kleedkamers, gangen en zalen, behoudens wanneer er voldaan is aan de in artikel 13 opgesomde voorwaarden.

Punt 28

De tekst van het Gemeentelijk Reglement houdende de voorwaarden tot het verkrijgen van een machtiging voor het gebruik van taxistandplaatsen op de openbare weg op het grondgebied van Kortrijk, zoals gevoegd als Bijlage XIX bij de Algemene Politieverordening, goed te keuren, zoals verwerkt in het in bijlage gevoegde document "Bijlagen bij de APV - definitieve versie 11.03.2024".

Punt 29

Het plan R36, dat in vervanging van het standaardmodel van "Aanvraag van een machtiging voor het gebruik van de taxistandplaatsen op de openbare weg", als nieuwe Bijlage XX bij de Algemene Politieverordening gevoegd werd, goed te keuren :

Bijlage XX. Bijlage bij Bijlage XIX – plan R36


punt van orde

Behandeld

punt van orde

punt van orde

Motivering


Raadslid Wouter Vermeersch vraagt het woord aan de voorzitter. Hij meldt dat hij heeft vernomen van collega raadslid Carmen Ryheul dat er zich een incident heeft voorgedaan tijdens zijn tussenkomst bij agendapunt 2 'Gemeentelijke administratieve sancties - aanpassing van de Algemene Politieverordening van de Stad Kortrijk - Aanpassing van de verordening - Goedkeuren'. Meer bepaald zou een bij naam genoemde persoon (van op de lijst van Team Burgemeester) uit de publiekstribune zijn middelvinger uitgestoken hebben naar raadslid Carmen Ryheul. Ten gevolge van dit incident vraagt raadslid Wouter Vermeersch de schorsing van de zitting. Hij vindt het niet kunnen dat dergelijke obscene gebaren naar zijn vrouwelijke collega's worden verstuurd. Hij vraagt de voorzitter onmiddellijk op te treden en de betrokkene uit de zaal te verwijderen omwille van dit totaal ontoelaatbaar gedrag. Hij dringt er bij de voorzitter op aan om de zitting te schorsen om dit te bespreken. 

De voorzitter antwoordt dat ze de zitting niet zal schorsen en richt zich vervolgens naar het publiek en stelt voor om het rustig te houden voor het verdere verloop van de gemeenteraad. 

Raadslid Wouter Vermeersch blijft aandringen, waarna de voorzitter antwoordt dat ze het niet heeft gezien. Er ontstaat daarop rumoer in de raadszaal waarna de voorzitter iedereen oproept om rustig te blijven, ook het publiek. Nadat de rust is teruggekeerd wordt de gemeenteraad verdergezet. 

3.

2024_GR_00048 - Samenwerkingsovereenkomst Child Focus - Opstart samenwerkingsovereenkomst met Child Focus - Goedkeuren

Goedgekeurd
3.

2024_GR_00048 - Samenwerkingsovereenkomst Child Focus - Opstart samenwerkingsovereenkomst met Child Focus - Goedkeuren

2024_GR_00048 - Samenwerkingsovereenkomst Child Focus - Opstart samenwerkingsovereenkomst met Child Focus - Goedkeuren
4.

2024_GR_00055 - Samenwerkingsovereenkomst tussen: Stadsbestuur/OCMW Kortrijk en de organisatie Rotary Kortrijk Groeninghe - Organisatie Cultuurprijzen DKO Kortrijk

Goedgekeurd
4.

2024_GR_00055 - Samenwerkingsovereenkomst tussen: Stadsbestuur/OCMW Kortrijk en de organisatie Rotary Kortrijk Groeninghe - Organisatie Cultuurprijzen DKO Kortrijk

2024_GR_00055 - Samenwerkingsovereenkomst tussen: Stadsbestuur/OCMW Kortrijk en de organisatie Rotary Kortrijk Groeninghe - Organisatie Cultuurprijzen DKO Kortrijk
5.

2024_GR_00054 - Tijdelijke politieverordening - Tijdelijke privatisering van een deel van het openbaar domein bij diverse evenementen in de maanden maart en april - Vaststellen

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Helga Kints, voorzitter; Vincent Van Quickenborne, burgemeester; Ruth Vandenberghe, schepen; Axel Weydts, schepen; Axel Ronse, schepen; Wout Maddens, schepen; Bert Herrewyn, schepen; Kelly Detavernier, schepen; Wouter Allijns, schepen; Philippe De Coene, schepen; Jean de Béthune, raadslid; Moniek Gheysens, raadslid; Cathy Matthieu, raadslid; Pieter Soens, raadslid; Koen Byttebier, raadslid; Roel Deseyn, raadslid; Hannelore Vanhoenacker, raadslid; Liesbet Maddens, raadslid; Mattias Vandemaele, raadslid; David Wemel, raadslid; Philippe Avijn, raadslid; Tiene Castelein, raadslid; Wouter Vermeersch, raadslid; Veronique Decaluwe, raadslid; Nicolas Beugnies, raadslid; Lien Claassen, raadslid; Tine Soens, raadslid; Maxim Veys, raadslid; Philippe Dejaegher, raadslid; Jacques Demeersseman, raadslid; Carmen Ryheul, raadslid; Lies Vercaemst, raadslid; Mia Cattebeke, raadslid; Benjamin Vandorpe, raadslid; Dieter D’Alwein, raadslid; Marc Cottenier, raadslid; Sien Vandevelde, raadslid; Carlo Daelman, algemeen directeur
Afwezig
Stephanie Demeyer, raadslid; Mohamed Ahouna, raadslid
Verontschuldigd
Niels Lybeer, raadslid; Nawal Maghroud, raadslid
Secretaris
Carlo Daelman, algemeen directeur
Voorzitter
Helga Kints, voorzitter
5.

2024_GR_00054 - Tijdelijke politieverordening - Tijdelijke privatisering van een deel van het openbaar domein bij diverse evenementen in de maanden maart en april - Vaststellen

2024_GR_00054 - Tijdelijke politieverordening - Tijdelijke privatisering van een deel van het openbaar domein bij diverse evenementen in de maanden maart en april - Vaststellen

Motivering

Aanleiding en context

In de maanden maart en april zullen diverse evenementen in Kortrijk plaatsvinden. De organisatoren doen er alles aan om de veiligheid van de bezoekers te garanderen. Hierbij worden privé-organisaties of vrijwilligers van de eigen organisatie ingeschakeld om bewakingsactiviteiten uit te oefenen. Deze kunnen echter pas ingezet worden na het privatiseren van het openbaar domein, via politieverordening.

Argumentatie

Bewakingsactiviteiten mogen niet uitgeoefend worden op openbaar domein aangezien dit tot de bevoegdheden van de politie behoort. Conform de wet van 2 oktober 2017 kunnen bewakingsactiviteiten wel uitgeoefend worden op openbaar domein, wanneer dit openbaar domein geprivatiseerd wordt via een tijdelijke politieverordening.

Het opstellen van een politieverordening is een bevoegdheid van de gemeenteraad.

Juridische grond
  • Wet van 02 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid.
  • Het Ministerieel besluit van 10 november 2017 tot bepaling van de wijze van aanduiding van het begin en het einde van de zone onder toezicht, bedoeld in artikel 115, 2° en artikel 117, van de wet van 02 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid en latere wijzigingen.
  • Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet
Regelgeving bevoegdheid
De GR is bevoegd op basis van artikel 40-41 decreet lokaal bestuur.

Besluit

De raad beslist eenparig het volgende:
De gemeenteraad beslist:

Punt 1

Akkoord te gaan met het privatiseren van het openbaar domein en de tijdelijke politieverordening van het evenement 'Officiële opening paasfoor 2024', toegevoegd als bijlage, goed te keuren.

Punt 2

Akkoord te gaan met het privatiseren van het openbaar domein en de tijdelijke politieverordening van het evenement 'Planet Groove Open Air', toegevoegd als bijlage, goed te keuren.

Punt 3

Akkoord te gaan met het privatiseren van het openbaar domein en de tijdelijke politieverordening van het evenement 'TEXtival 2024', toegevoegd als bijlage, goed te keuren.

6.

2024_GR_00058 - Kortrijkse scriptieprijs - reglement scriptieprijs - Goedkeuren

Goedgekeurd
6.

2024_GR_00058 - Kortrijkse scriptieprijs - reglement scriptieprijs - Goedkeuren

2024_GR_00058 - Kortrijkse scriptieprijs - reglement scriptieprijs - Goedkeuren

Besluit

De raad beslist eenparig het volgende:
7.

2024_GR_00047 - Immobiliën (GB 1279) - Tweede hernieuwing handelshuur stadseigendom gelegen Rijselsestraat 22 te Kortrijk - Goedkeuren

Goedgekeurd
7.

2024_GR_00047 - Immobiliën (GB 1279) - Tweede hernieuwing handelshuur stadseigendom gelegen Rijselsestraat 22 te Kortrijk - Goedkeuren

2024_GR_00047 - Immobiliën (GB 1279) - Tweede hernieuwing handelshuur stadseigendom gelegen Rijselsestraat 22 te Kortrijk - Goedkeuren
8.

2024_GR_00056 - 2020/2199 - Opdracht - P45 - Sint-Corneliuskerk Aalbeke: nevenbestemming - ruwbouw en afwerking - Eindafrekening

Goedgekeurd
8.

2024_GR_00056 - 2020/2199 - Opdracht - P45 - Sint-Corneliuskerk Aalbeke: nevenbestemming - ruwbouw en afwerking - Eindafrekening

2024_GR_00056 - 2020/2199 - Opdracht - P45 - Sint-Corneliuskerk Aalbeke: nevenbestemming - ruwbouw en afwerking - Eindafrekening
9.

2024_GR_00049 - De Groene Verbinding - Deel Zuidstraat - Guido Gezellelaan - Voorwaarden en wijze van gunnen

Goedgekeurd
9.

2024_GR_00049 - De Groene Verbinding - Deel Zuidstraat - Guido Gezellelaan - Voorwaarden en wijze van gunnen

2024_GR_00049 - De Groene Verbinding - Deel Zuidstraat - Guido Gezellelaan - Voorwaarden en wijze van gunnen
10.

2024_GR_00053 - 2023/00911 - aanleggen fietspad Molenstraat Bozestraat - zaak van de wegen - Goedkeuren

Goedgekeurd
10.

2024_GR_00053 - 2023/00911 - aanleggen fietspad Molenstraat Bozestraat - zaak van de wegen - Goedkeuren

2024_GR_00053 - 2023/00911 - aanleggen fietspad Molenstraat Bozestraat - zaak van de wegen - Goedkeuren
11.

2024_GR_00057 - RUP 't Hoge - voorlopige vaststelling ontwerp RUP - goedkeuren

Goedgekeurd
11.

2024_GR_00057 - RUP 't Hoge - voorlopige vaststelling ontwerp RUP - goedkeuren

2024_GR_00057 - RUP 't Hoge - voorlopige vaststelling ontwerp RUP - goedkeuren
12.

2024_GR_00046 - DRK Websites - Evaluatie & Roadmap DRK - Goedkeuren

Goedgekeurd
12.

2024_GR_00046 - DRK Websites - Evaluatie & Roadmap DRK - Goedkeuren

2024_GR_00046 - DRK Websites - Evaluatie & Roadmap DRK - Goedkeuren
13.

2024_GR_00050 - Straatnaamgeving - Verkaveling Langwater - Definitief goedkeuren

Goedgekeurd
13.

2024_GR_00050 - Straatnaamgeving - Verkaveling Langwater - Definitief goedkeuren

2024_GR_00050 - Straatnaamgeving - Verkaveling Langwater - Definitief goedkeuren