2023_CBS_00650 - Uitrol elektrische laadpalen - Vaststellen aanvullend verkeersreglement

Vlaamse regelgeving

De Vlaamse overheid heeft een regelgevend kader gecreêerd voor de uitrol van laadpaalinfrastructuur voor elektrische voertuigen. Het leidend principe hierin is de “ladder van laden”.

Dit betekent dat men de wagen in de eerste plaats zoveel mogelijk op eigen terrein oplaadt. Dat kan zowel thuis als op de werkplek zijn. Daarom heeft de Vlaamse overheid binnen het Energiedecreet minimumnormen bepaald voor laadinfratsructuur bij omgevingsvergunningsaanvragen. Indien er geen oplaadmogelijkheid is op eigen terrein, dan is het de bedoeling dat men op zoek gaat naar publiek toegankelijke laadinfrastrcutuur op private terreinen. Dat kunnen laadvoorzieningen zijn bij warenhuizen, winkelcentra, kantoorgebouwen e.d. die (minstens gedeeltelijk) publiek beschikbaar zijn. Ook die piste wordt ondersteund door fiscale stimuli (op federaal niveau) en subsidies (op Vlaams niveau).

Indien er geen private of semipublieke oplaadmogelijkheden aanwezig is, kunnen burgers en ondernemingen een publieke laadpaal aanvragen binnen een wandelafstand van 250m van de woning of van de onderneming. Daar zij wel een aantal voorwaarden aan verbonden:

• men moet gedomicilieerd of gevestigd zijn in Kortrijk.
• men moet beschikken over een 100% batterij-elektrische wagen. Men kan dus geen oplaadpunt aanvragen voor een plug-in hybride. 
• enkel personenwagens en lichte vracht komen in aanmerking. 
• men heeft niet de mogelijkheid om een laadpunt te voorzien op eigen terrein. Er is dus geen oprit, garage, autostaanplaats, parking... aan de woning of onderneming. 
• er is nog geen publiek of semipubliek laadpunt binnen een wandelafstand van 250 meter van dewoning of onderneming. 

Concessie uitrol publieke laadpalen

De Vlaamse overheid heeft via een concessie-opdracht een laadpaaloperator aangeduid die de volgende 2 (of 3) jaren zal instaan voor de uitrol van publieke laadpalen in de meeste Vlaamse steden en gemeenten. Voor de regio Kortrijk is dit TotalEnergies.

Een publieke laadpaal kan op 3 manieren geplaatst worden:

• via "paal volgt wagen": burgers en ondernemingen die aan de voorwaarden voldoen kunnen een publieke laadpaal aanvragen. TotalEnergies is dan verplicht om een landpaal te plaatsen
• via "paal volgt paal": indien het gebruik van een bestaande laadpaal een bepaalde drempel overschrijdt, is de laadpaaloperator verplicht een bijkomende laadpaal te plaatsen
• via een strategische uitrol: elke lokale overheid kan aan TotalEnergies vragen om een laadpaal te plaatsen op zogenaamde strategische locaties. Aan de strategische laapalen is geen plaatsingsplicht gebonden. Het exploitatierisico ligt immers volledig bij de laadpaaloperator en indien hij oordeelt dat de laadpaal niet voldoende rendabel zal zijn, kan hij afzien van de plaatsing.

Wanneer een aanvraag voor een publieke laadpaal via de"paal-volgt-wagen"-piste; is goedgekeurd, gaat TotalEnergies op zoek naar een geschikte locatie. De stad kan akkoord gaan met het locatievoorstel of een andere locatie voorstellen. Bij het zoeken naar de meest geschikte locatie wodt rekening gehouden met een aantal parameters:

• bij voorkeur op een locatie waar 400V-netwerk aanwezig is
• bij voorkeur haakse parkeerplaatsen
• bij voorkeur op parkeerclusters op in de nabijheid van een kruispunt
• indien de laadpaal op het voetpad moet worden geplaatst, moet het voetpad voldoende breed zijn (min. 1,8m breed)
• ...

Stand van zaken

Momenteel zijn er 17 lopende aanvragen in Kortrijk. Voor 6 van die aanvragen is er ondertussen overeenstemming gevonden voor de meest geschikte locatie:

• op het Sint-Jansplein, t.h.v. huisnummer 14
• in de Sint-Rochuslaan, t.h.v. huisnummer 28
• in de Sint-Denijsestraat, t.h.v. huisnummer 140
• in de Groeningelaan, t.h.v. huisnummer 26
• op het Maria Desmetplein, t.h.v. huisnummer 1
• in de Filips van de Elzaslaan 114

Aangezien een laadpaal uitgerust is met twee oplaadpunten, worden telkens 2 parkeerplaatsen voorbehouden voor elektrische voertuigen.

Opmaak laadplan

Om in de toekomst sneller de meest geschikte locatie te bepalen is het aangewezen om een laadplan op te maken. Dat laadplan moet de voorkeurlocaties aanduiden voor laadpalen  in de zones waar er nood is aan publieke laadpalen. Bedoeling is dat in die zones binnen een wandelafstand van 250m van elke woning een laadpaal beschikbaar is. 

Bedoeling van die kaart is:

• Pro-actief in te spelen op de “paal-volgt-wagen” aanvragen. Die locaties kan de stad dan overmaken aan TotalEnergies zodat zij meteen weten wat volgens ons de meest geschikte locaties zijn voor laadpalen. Dat zal heel het beslissingsproces vereenvoudigen en versnellen.
• Te bepalen wat de “strategische locaties” zijn voor laadpalen. Dat zijn locaties waar we een laadbehoefte verwachten van “niet-bewoners”. Dat zijn dus voornamelijk publieksaantrekkende functies (OC’s, sportcentra, …) 

Die kaart wordt opgemaakt door het team Mobiliteit en Parkeren in samenspraak met andere teams en diensten: Team Publieke Ruimte, Team Stadsvernieuwing & Omgevingsbeleid, Team Gebouwen en Gebiedswerking.

• de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 en zoals hij van toepassing is krachtens de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988, inzonderheid op de artikelen 2 en 10, op artikel 12, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 december 1982, en op artikel 29, gewijzigd bij de wet van 9 juni 1978;
• het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
• het decreet van 16 april 2021 over zero-emissievoertuigen en voertuigen aangedreven door alternatieve brandstoffen;
• het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, inzonderheid op artikel III, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 juni 1978, 25 november 1980, 8 april 1983, 1 juni 1984, 25 maart 1987, 17 september 1988, 20 juli 1990, 18 september 1991 en 14 mei 2002 (art. 2);
• het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 8 december 1977, 23 juni 1978, 14 december 1979, 25 november 1980, 11 april 1983, 1 juni 1984, 17 september 1988, 20 juli 1990, 19 december 1991 en 14 mei 2002 (art. 6.5 en 9);
• het besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
• het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2021 over de laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen;
• het raadsbesluit van 11 februari 2019 waarin bepaald werd dat ‘aanvullende reglementen over  verkeerswijzigingen” worden opgenomen in het ‘dagelijks bestuur’ waarvoor het college van burgemeester en schepenen bevoegd is;
• de bepalingen van het decreet lokaal bestuur;
• de publicatie- en meldingsplicht overeenkomstig het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.