Het is de bevoegdheid van de gemeenteraad om de gemeentelijke reglementen vast te stellen, op te heffen of te wijzigen, waaronder ook reglementen die betrekking hebben op gemeentelijke retributies.
De gemeenteraad stelde het retributiereglement voor individueel bezoldigd personenvervoer vast in de gemeenteraad van 14 december 2020 punt 11. Dit werd gewijzigd in de gemeenteraad van 15 november 2021 punt 20 naar aanleiding van de coronacrisis (Decreet 17 juli 2020 over tijdelijke noodmaatregelen voor het individueel bezoldigd personenvervoer ).
Het reglement wordt nu opgeheven en opnieuw vastgesteld omdat de bepaling in artikel 7 betreffende de administratiekost voor aangetekende aanmaningen niet meer correct is.
Het retributiereglement voor individueel bezoldigd personenvervoer als volgt vast te stellen:
Artikel 1
Met ingang van 1 januari 2023 wordt er een gemeentelijke retributie gevestigd voor individueel bezoldigd personenvervoer in 3 categorieën:
Wordt verstaan onder:
Artikel 2
De retributie voor categorie A en C is verschuldigd door de exploitant.
De retributie voor categorie B is verschuldigd door de bestuurder.
Artikel 3
De retributie wordt als volgt vastgesteld:
Categorie A
Categorie B: € 20 voor de aanmaak van de bestuurderspas
Categorie C: € 275/per jaar/per voertuig met een machtiging standplaatstaxi Kortrijk
Artikel 4
De retributies vermeld in artikel 3 zijn verschuldigd voor het hele jaar, onafhankelijk van het moment waarop de vergunning/bestuurderspas of machtiging werd afgeleverd.
De vergunninghouder is de eerste jaarlijkse retributie vermeld in artikel 3, categorie A verschuldigd op het ogenblik van de afgifte van de vergunning en nadien telkens op 1 januari van het kalenderjaar.
De aanvrager van de bestuurderspas betaalt de retributie vermeld in artikel 3, categorie B voordat de bestuurderspas wordt uitgereikt.
De retributies vermeld in artikel 3, categorie A en categorie C zijn jaarlijks verschuldigd en ondeelbaar ten laste van de houder van de vergunning of machtiging vermeld op 1 januari van het kalenderjaar of op het moment van de afgifte.
De vermindering van het aantal voertuigen of het niet langer gebruik maken van de taxistandplaatsen geeft geen aanleiding tot een retributieteruggave. Dit geldt eveneens voor de opschorting of de intrekking van een vergunning/bestuurderspas of machtiging of het buiten werking stellen van één of meer voertuigen voor welke reden dan ook. Het indienen van een klacht heft de invorderbaarheid van de retributie niet op.
Artikel 5
De bedragen vermeld in artikel 3 worden op 1 januari van elk jaar aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan het retributiejaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2019.
Artikel 6
De retributie vermeld in artikel 3, categorie A en C wordt betaald binnen de dertig dagen vanaf verzending van de factuur.
Retributies die niet betaald zijn voor de vervaldag brengen vanaf de ingebrekestelling intresten volgens de wettelijke rentevoet mee.
Bovendien kan het college van burgemeester en schepenen weigeren nog verder de in dit reglement genoemde diensten te verstrekken indien de retributies verschuldigd voor vorige verstrekkingen, door de schuld van de retributieplichtige, niet of zeer moeilijk konden geïnd worden.
Artikel 7
Bij het sturen van een aangetekende aanmaning zal een administratiekost aangerekend worden. Het tarief van deze administratiekost is opgenomen in het algemeen retributiereglement en wordt jaarlijks geïndexeerd. Bij niet betaling van de laatste waarschuwing wordt het verschuldigd retributiebedrag voor invordering aan de gerechtsdeurwaarder overgemaakt. De kosten hiervoor vallen integraal ten laste van de retributieplichtige.
Artikel 8
De retributie zal in voorkomend geval ingevorderd worden via dwangbevel, zoals bepaald in artikel 177 2° Decreet Lokaal Bestuur, of via gerechtelijke weg.
Conform de slotbepalingen van het Decreet individueel bezoldigd personenvervoer van 29 maart 2019 kunnen de lopende vergunningen (5 jaar) hun looptijd uitdoen.
De belasting op de taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder blijft hier van toepassing.
Bij de inwerkingtreding van dit retributiereglement wordt het reglement dat vastgesteld werd door de gemeenteraad in zitting van 14 december 2020 punt 11 en gewijzigd in zitting van 15 november 2021 punt 20 opgeheven.
Deze beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.