Terug
Gepubliceerd op 15/12/2022

2022_GR_00177 - Belasting op de reclameborden (2023/2025) - Opheffen en opnieuw vaststellen

Gemeenteraad
ma 05/12/2022 - 19:00 gemeenteraadszaal
Goedgekeurd
Dit besluit handelt over een Belastingreglement.

Samenstelling

Aanwezig

Helga Kints, voorzitter; Ruth Vandenberghe, burgemeester; Wout Maddens, schepen; Axel Weydts, schepen; Axel Ronse, schepen; Wouter Allijns, schepen; Bert Herrewyn, schepen; Kelly Detavernier, schepen; Stephanie Demeyer, schepen; Philippe De Coene, schepen; Vincent Van Quickenborne, raadslid; Moniek Gheysens, raadslid; Cathy Matthieu, raadslid; Pieter Soens, raadslid; Koen Byttebier, raadslid; Roel Deseyn, raadslid; Hannelore Vanhoenacker, raadslid; Mohamed Ahouna, raadslid; Liesbet Maddens, raadslid; Carol Leleu, raadslid; Mattias Vandemaele, raadslid; David Wemel, raadslid; Philippe Avijn, raadslid; Tiene Castelein, raadslid; Wouter Vermeersch, raadslid; Veronique Decaluwe, raadslid; Nicolas Beugnies, raadslid; Niels Lybeer, raadslid; Lien Claassen, raadslid; Nawal Maghroud, raadslid; Tine Soens, raadslid; Maxim Veys, raadslid; Philippe Dejaegher, raadslid; Jacques Demeersseman, raadslid; Carmen Ryheul, raadslid; Lies Vercaemst, raadslid; Mia Cattebeke, raadslid; Benjamin Vandorpe, raadslid; Dieter D’Alwein, raadslid; Christiane Vannieuwenhuyze, raadslid; Carlo Daelman, algemeen directeur

Verontschuldigd

Jean de Béthune, raadslid

Secretaris

Carlo Daelman, algemeen directeur

Voorzitter

Helga Kints, voorzitter
2022_GR_00177 - Belasting op de reclameborden (2023/2025) - Opheffen en opnieuw vaststellen 2022_GR_00177 - Belasting op de reclameborden (2023/2025) - Opheffen en opnieuw vaststellen

Motivering

Aanleiding en context

Het is de bevoegdheid van de gemeenteraad om belastingreglementen vast te stellen, op te heffen of te wijzigen.

Argumentatie

Net als alle steden en gemeenten wordt ook stad Kortrijk geconfronteerd met de gevolgen van de torenhoge inflatie. Er werd beslist de tarieven van de belastingen te indexeren vanaf het moment dat de laatste tariefaanpassing is gebeurd. Indien de laatste aanpassing langer is geleden, is de indexering hoger dan wanneer er recent een aanpassing was. Er is ook beslist om voortaan de tarieven jaarlijks aan te passen op basis van de reële evolutie van de index. Op die manier evolueren uitgaven en ontvangsten in dezelfde richting. In reële termen bekeken (koopkracht) betreft dit geen tariefverhoging, maar een status quo gezien de inkomens (wedden, pensioenen, uitkeringen…) ook toenemen met de index.

Er wordt voorgesteld het belastingreglement op de reclameborden, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 2 december 2019 punt 23, op te heffen en opnieuw vast te stellen met ingang van 1 januari 2023.

De stad heft deze belasting in het kader van de financiële toestand van de gemeente.

Regelgeving bevoegdheid

De GR is bevoegd op basis van artikel 40-41 decreet lokaal bestuur.

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Punt 1

Het belastingreglement op de reclameborden als volgt vast te stellen:

Artikel 1:

Voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 wordt een belasting geheven op de reclameborden, geplaatst op het grondgebied van de gemeente langs de openbare weg of een plaats in de open lucht, zichtbaar vanaf de openbare weg en bestemd voor het voeren van reclame.

Wordt verstaan onder:
- reclamebord: iedere reclameboodschap met commerciële doelstelling, ongeacht uit welk materiaal, die niet als uithangbord kan worden beschouwd, ten voordele van een persoon, instelling of product die niet ter plaatse zijn uitbating kent. Onder ‘reclameborden’ worden ook de modern-technologische varianten gerekend, zoals lichtkranten, LED-walls, beeldtapijten,… die al dan niet vaste, wijzigende of bewegende teksten en andere symbolen dragen en die al dan niet tegen een vergoeding ter beschikking gesteld worden van geïnteresseerden, die een boodschap willen verspreiden.

- uithangbord: iedere publiciteit, aangebracht bij de ter plaatse gevestigde uitbating, om aan het publiek de handel, nijverheid of beroep dat er wordt uitgeoefend te kenmerken en te afficheren.

Artikel 2:

De belasting is ten laste van de natuurlijke of de rechtspersoon die de beschikking (vrij gebruik) heeft over het reclamebord.
Is deze niet gekend, dan wordt de belasting ten laste gelegd van de eigenaar van de grond waarop het bord geplaatst is, of van de eigenaar van de muur of de afsluiting waarop het bord is aangebracht.

Artikel 3:

De belasting wordt per reclamebord vastgesteld als volgt:
- Enkelzijdig reclamebord, geen wisselende reclames : 85,00 euro per m² of gedeelte ervan.
- Reclamebord met wisselende reclames : 260,00 euro per m² of gedeelte ervan.

Het bedrag van de belasting wordt jaarlijks geïndexeerd aan de hand van de gezondheidsindex via onderstaande formule:

Als de reclame een onregelmatige vorm heeft, wordt de oppervlakte berekend door een rechthoek te vormen waarbij de zijden horizontaal en verticaal door de uiterste punten van de reclame gaan. 

In de belastbare oppervlakte wordt de omlijsting niet meegerekend.

Artikel 4:

De belasting is verschuldigd voor gans het jaar, ongeacht het tijdstip in de loop van het aanslagjaar waarop het betrokken bord wordt geplaatst of weggenomen, met uitzondering van hetgeen is bepaald in het volgend artikel 5 punt a.

Artikel 5:

De belasting is niet verschuldigd voor:

a)    de borden, die worden opgericht na 1 december van het aanslagjaar;
b)    de borden, geplaatst door openbare besturen of openbare diensten, voor zover geen winstgevend doel wordt nagestreefd;
c)     de borden, die enkel en alleen worden gebruikt voor notariële aankondigingen aangezien het hier over aankondigingen van een openbaar ambt gaat;
d)    de borden, die enkel en alleen worden gebruikt ter gelegenheid van wettelijke voorziene verkiezingen

Artikel 6:

De belastingplichtige dient uiterlijk op 1 april van het aanslagjaar aangifte te doen van de grootte, type, plaats en aantal boodschappen van het reclamebord bij het gemeentebestuur.

Bij gebrek aan aangifte of ingeval van laattijdige, onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte wordt de belasting ambtshalve ingekohierd volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt.

Vooraleer wordt overgegaan tot ambtshalve vestiging van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen, aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

Artikel 7:

De natuurlijke of rechtspersonen die na 1 april van het aanslagjaar overgaan tot het oprichten van (een) reclamebord(en) dienen hiervan spontaan aangifte te doen bij het gemeentebestuur.

Artikel 8:

De aangifte in bovengenoemde belasting zal geldig blijven tot herroeping. 

Artikel 9: 

De belasting wordt ingekohierd op naam van de natuurlijke of rechtspersoon die de beschikking heeft over het reclamebord.
Ingeval de belasting dient ingevorderd te worden ten overstaan van de eigenaar van de grond waarop het bord is geplaatst of van de eigenaar van de muur of de afsluiting waarop de reclame is aangebracht, kan dit gebeuren krachtens hetzelfde kohier, mits aflevering van een nieuw aanslagbiljet op naam van de persoon die verantwoordelijk kan worden gesteld voor de betaling van de belasting.

Artikel 10: 

De belastingplichtige die zijn reclamebord(en) verkoopt of overdraagt, is verplicht dit binnen veertien dagen mede te delen aan het gemeentebestuur. In dit geval mag de voor het lopende jaar betaalde belasting worden overgedragen op naam van de persoon die beschikkingsrecht over het bord heeft verworven.

Artikel 11:

De belasting wordt ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, en wijzigingen, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Artikel 12:

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 13: 

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. Verwijl- en moratoriumintresten zijn op deze belasting van toepassing zoals inzake rijksbelastingen op de inkomsten.

Artikel 14:

De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen (t.a.v. directie Financiën). Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. De indiening kan gebeuren door verzending of door overhandiging. De indiening moet op straffe van verval gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.

Het bezwaarschrift kan ook online worden ingediend via de website van stad Kortrijk in zover in deze mogelijkheid wordt voorzien en binnen de termijnen en onder de voorwaarden vermeld in dit artikel. Meldingen via andere duurzame dragers zoals e-mail worden niet als bezwaarschrift aanvaard.

Punt 2

Bij de inwerkingtreding van dit belastingreglement wordt het reglement dat vastgesteld werd door de gemeenteraad in zitting van 2 december 2019 punt 23 opgeheven.

Punt 3

Deze beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.