Het is de bevoegdheid van de gemeenteraad om belastingreglementen vast te stellen, op te heffen of te wijzigen.
Net als alle steden en gemeenten wordt ook stad Kortrijk geconfronteerd met de gevolgen van de torenhoge inflatie. Er werd beslist de tarieven van de belastingen te indexeren vanaf het moment dat de laatste tariefaanpassing is gebeurd. Indien de laatste aanpassing langer is geleden, is de indexering hoger dan wanneer er recent een aanpassing was. Er is ook beslist om voortaan de tarieven jaarlijks aan te passen op basis van de reële evolutie van de index. Op die manier evolueren uitgaven en ontvangsten in dezelfde richting. In reële termen bekeken (koopkracht) betreft dit geen tariefverhoging, maar een status quo gezien de inkomens (wedden, pensioenen, uitkeringen…) ook toenemen met de index.
Er wordt voorgesteld het belastingreglement op het verstrekken van logies vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 2 december 2019 punt 21 en wijzigingen op te heffen en een nieuw belastingreglement vast te stellen met ingang van 1 januari 2023.
De stad heft deze belasting in het kader van de financiële toestand van de gemeente.
Het belastingreglement op het verstrekken van logies als volgt vast te stellen:
Artikel 1:
Voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 wordt een belasting gevestigd op het verstrekken van logies aan personen in daartoe uitgeruste gelegenheden.
Artikel 2:
De belasting is verschuldigd door de natuurlijke- of rechtspersoon die een logiesverstrekkend bedrijf uitbaat.
Als logiesverstrekkend bedrijf wordt beschouwd iedere handelsexploitatie die, ongeacht haar benaming, met daartoe uitgeruste kamers, en ongeacht het aantal, logies verstrekt voor een duur van minstens één nacht.
Artikel 3:
De belasting wordt vastgesteld op 2,00 EUR per persoon (vanaf de leeftijd van 3 jaar) en per nacht. De belasting is verschuldigd per kwartaal.
Het bedrag van de belasting wordt jaarlijks geïndexeerd aan de hand van de gezondheidsindex via onderstaande formule:
Artikel 4:
Is van de belasting vrijgesteld en zijn geen logiesverstrekkende bedrijven:
- ziekenhuizen, rust- en verzorgingsinstellingen;
- opvangcentra;
- onderwijsinstellingen;
- jeugdherbergen en jeugdverblijfscentra.
Artikel 5:
§ 1. Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 5 vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het stadsbestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
§ 2. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van de elementen en het bedrag van de belasting.
§ 3. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
§ 4. Het stadsbestuur is ten allen tijde gerechtigd controle uit te oefenen met het oog op een correcte toepassing van dit reglement.
§ 5. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 25%. Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd.
Artikel 7:
Artikel 8:
De uitbater van een logiesverstrekkend bedrijf moet in geval van stopzetting of het starten van een nieuwe exploitatie dit onmiddellijk meedelen aan de bevoegde stedelijke dienst.
Artikel 9:
De belasting wordt ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, en wijzigingen, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.
Artikel 10:
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 11:
De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Verwijl- en moratoriumintresten zijn op deze belasting van toepassing zoals inzake rijksbelastingen op de inkomsten.
Artikel 12:
De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen (t.a.v. directie Financiën). Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. De indiening kan gebeuren door verzending of door overhandiging. De indiening moet op straffe van verval gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.
Het bezwaarschrift kan ook online worden ingediend via de website van stad Kortrijk in zover in deze mogelijkheid wordt voorzien en binnen de termijnen en onder de voorwaarden vermeld in dit artikel. Meldingen via andere duurzame dragers zoals e-mail worden niet als bezwaarschrift aanvaard.
Bij de inwerkingtreding van dit belastingreglement wordt het reglement dat vastgesteld werd door de gemeenteraad in zitting van 2 december 2019 punt 21 opgeheven.
Deze beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.