Het is de bevoegdheid van de gemeenteraad om belastingreglementen vast te stellen, op te heffen of te wijzigen.
Net als alle steden en gemeenten wordt ook stad Kortrijk geconfronteerd met de gevolgen van de torenhoge inflatie. Er werd beslist de tarieven van de belastingen te indexeren vanaf het moment dat de laatste tariefaanpassing is gebeurd. Indien de laatste aanpassing langer is geleden, is de indexering hoger dan wanneer er recent een aanpassing was. Er is ook beslist om voortaan de tarieven jaarlijks aan te passen op basis van de reële evolutie van de index. Op die manier evolueren uitgaven en ontvangsten in dezelfde richting. In reële termen bekeken (koopkracht) betreft dit geen tariefverhoging, maar een status quo gezien de inkomens (wedden, pensioenen, uitkeringen…) ook toenemen met de index.
De belastingplichtige wordt gewijzigd van diegene die de 'opdracht gaf aan de drukker om te drukken' naar de 'natuurlijke of rechtspersoon onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het drukwerk wordt verspreid'. Op die manier belasten we rechtstreeks de winkels voor wie het drukwerk verspreid wordt.
Er werd eveneens een update gedaan wat betreft het aantal postbussen in Kortrijk en deelgemeenten.
Er wordt voorgesteld het belastingreglement op de huis-aan-huis verspreiding van niet-geadresseerde publiciteitsbladen en -kaarten, catalogi en kranten en gelijkgestelde producten goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 9 maart 2020 punt 9, op te heffen en een nieuw belastingreglement goed te keuren met ingang van 1 januari 2023.
De stad heft deze belasting in het kader van de financiële toestand van de gemeente.
Het belastingreglement op de huis-aan-huis verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken, publiciteitsbladen en -kaarten, catalogi en kranten en gelijkgestelde producten als volgt vast te stellen:
Artikel 1:
Met ingang van 1 januari 2023 tot met 31 december 2025, wordt er een belasting gevestigd op de voor bestemmelingen kosteloze verspreiding aan huis van niet-geadresseerde drukwerken, publiciteitsbladen en -kaarten met handelskarakter, catalogi en kranten welke publiciteit bevatten met handelskarakter en gelijkgestelde producten.
Onder gelijkgestelde producten wordt verstaan de stalen of reclamedragers van gelijk welke aard die er toe aanzetten gebruik, verbruik of aankoop te maken of te doen van de diensten, producten of transacties door de adverteerder aangeboden. Deze opsomming is niet limitatief. Collectieve adresaanduiding per straat of gedeeltelijke adresvermelding wordt niet beschouwd als zijnde geadresseerd.
Artikel 2:
De belastingplichtige is de natuurlijke of rechtspersoon onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het drukwerk of product wordt verspreid. De belastingplichtige doet aangifte van zijn belastingschuld overeenkomstig artikel 5.
De verantwoordelijke uitgever, de drukker en de fysieke of rechtspersoon die de opdracht geeft aan de drukker om het niet-geadresseerd drukwerk te drukken, of die opdracht geeft om het gelijkgestelde product te produceren zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Artikel 3:
De belasting wordt vastgesteld op 0,071 euro per verspreid exemplaar.
Het bedrag van de belasting wordt jaarlijks geïndexeerd aan de hand van de gezondheidsindex via onderstaande formule:
Bij de opmaak van het aanslagbiljet wordt bij het bekomen aanslagbedrag de tweede decimaal afgerond naar boven wanneer de derde decimaal vijf of meer is. In geval de derde decimaal minder dan vijf is, wordt de tweede decimaal naar beneden afgerond.
Artikel 4:
Vrijstelling wordt verleend:
1°) voor publicaties die tenminste 50% redactionele niet-publicitaire tekst bevatten en die niet van commerciële aard zijn.
2°) aan verenigingen, enkel wanneer max. 75% van het drukwerk bedrukt wordt door sponsors.
3°) aan de handelaars die slechts 2x/jaar een bedeling doen waarvan de totale papieroppervlakte ≤ 1 A4 is. De vrijstelling dient aangevraagd te worden bij de aangifte. Als de detailhandelaar toch meer dan 2 verspreidingen doet, of de totale papieroppervlakte bij 1 van de verspreidingen overschreden wordt, worden alle verspreidingen integraal aangerekend.
4°) voor notariële bekendmakingen en/of aankondigingen aangezien het hier over aankondigingen van een openbaar ambt gaat.
Het al dan niet volledig bedrukt zijn van een blad geeft geen aanleiding tot enige vermindering.
Artikel 5:
§ 1. Ten laatste 7 kalenderdagen na de verspreiding moet aangifte gedaan worden bij het stadsbestuur van Kortrijk en moeten alle inlichtingen verstrekt worden, nodig voor de vestiging van de aanslag.
§ 2. Van ieder drukwerk of gelijkgesteld product dient bij aangifte een specimen gevoegd te worden.
Artikel 6:
§ 1. Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 5 vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
§ 2. Indien het aantal verspreide exemplaren niet binnen de artikel 5 vastgestelde termijn wordt medegedeeld, wordt de belasting berekend op basis van het hieronder forfaitair aantal verspreide exemplaren:
a) Kortrijk 8500: 25.543
b) Bissegem 8501: 2.598
c) Heule 8501: 5.857
d) Bellegem 8510: 1.859
e) Kooigem 8510: 395
f) Marke 8510: 3.555
g) Rollegem 8510: 1.322
h) Aalbeke 8511: 1.440
TOTAAL Groot-Kortrijk: 42.569
In geval van ambtshalve inkohiering wordt het aantal exemplaren drukwerk of gelijkgestelde producten berekend op basis van een forfaitair aantal van 42.569 verspreide exemplaren, zijnde het totaal aantal brievenbussen van Groot-Kortrijk. Hier kan van afgeweken worden als de belastingplichtige binnen de termijn van 30 kalenderdagen het bewijs aanlevert van het aantal effectief bedeelde brievenbussen.
§ 3. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van de elementen en het bedrag van de belasting.
§ 4. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
Artikel 7:
Overeenkomstig artikel 6 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 50%, het bedrag van de verhoging wordt ingekohierd.
Artikel 8:
De belasting wordt ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, en wijzigingen, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Artikel 9:
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 10:
De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. Verwijl- en moratoriumintresten zijn op deze belasting van toepassing zoals inzake rijksbelastingen op de inkomsten.
Artikel 11:
De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen (t.a.v. directie Financiën). Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. De indiening kan gebeuren door verzending of door overhandiging. De indiening moet op straffe van verval gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.
Het bezwaarschrift kan ook online worden ingediend via de website van stad Kortrijk in zover in deze mogelijkheid wordt voorzien en binnen de termijnen en onder de voorwaarden vermeld in dit artikel. Meldingen via andere duurzame dragers zoals e-mail worden niet als bezwaarschrift aanvaard.
Bij de inwerkingtreding van dit belastingreglement wordt het reglement dat vastgesteld werd door de gemeenteraad in zitting van 9 maart 2020 punt 9 opgeheven.
Deze beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.