Terug
Gepubliceerd op 22/12/2022

2022_GR_00207 - Renovatiepremies - herziening en hernieuwing reglementen renovatiepremies (stedelijke verbeteringspremie, private huurmarktpremie) opheffing van de andere premiereglementen - Goedkeuren

Gemeenteraad
ma 12/12/2022 - 19:00 gemeenteraadszaal
Goedgekeurd
Dit besluit handelt over een Subsidie, premie, erkenning.

Samenstelling

Aanwezig

Helga Kints, voorzitter; Ruth Vandenberghe, burgemeester; Wout Maddens, schepen; Axel Weydts, schepen; Axel Ronse, schepen; Wouter Allijns, schepen; Bert Herrewyn, schepen; Kelly Detavernier, schepen; Stephanie Demeyer, schepen; Philippe De Coene, schepen; Jean de Béthune, raadslid; Moniek Gheysens, raadslid; Cathy Matthieu, raadslid; Pieter Soens, raadslid; Koen Byttebier, raadslid; Roel Deseyn, raadslid; Hannelore Vanhoenacker, raadslid; Mohamed Ahouna, raadslid; Liesbet Maddens, raadslid; Carol Leleu, raadslid; Mattias Vandemaele, raadslid; David Wemel, raadslid; Philippe Avijn, raadslid; Tiene Castelein, raadslid; Wouter Vermeersch, raadslid; Veronique Decaluwe, raadslid; Lien Claassen, raadslid; Nawal Maghroud, raadslid; Tine Soens, raadslid; Maxim Veys, raadslid; Philippe Dejaegher, raadslid; Jacques Demeersseman, raadslid; Carmen Ryheul, raadslid; Lies Vercaemst, raadslid; Mia Cattebeke, raadslid; Benjamin Vandorpe, raadslid; Dieter D’Alwein, raadslid; Carlo Daelman, algemeen directeur

Verontschuldigd

Vincent Van Quickenborne, raadslid; Nicolas Beugnies, raadslid; Niels Lybeer, raadslid; Christiane Vannieuwenhuyze, raadslid

Secretaris

Carlo Daelman, algemeen directeur

Voorzitter

Helga Kints, voorzitter
2022_GR_00207 - Renovatiepremies - herziening en hernieuwing reglementen renovatiepremies (stedelijke verbeteringspremie, private huurmarktpremie) opheffing van de andere premiereglementen - Goedkeuren 2022_GR_00207 - Renovatiepremies - herziening en hernieuwing reglementen renovatiepremies (stedelijke verbeteringspremie, private huurmarktpremie) opheffing van de andere premiereglementen - Goedkeuren

Motivering

Aanleiding en context

Het woonplan zet op basis van een grondige analyse de krijtlijnen voor het woonbeleid van de stad uit met het oog op 2050. Een van de 5 grote thema's in het woonplan is kwaliteit. Er worden een aantal ambities geformuleerd rond het kwalitatief verbeteren van onze bestaande woningstock. Het verduurzamen van onze woningstock en in het bijzonder het energiezuinig of zelfs energieneutraal maken ervan is al langer een belangrijk aandachtspunt. Anno 2022 zijn de normen omtrent energie evenwel nog een pak scherper gezet met het renovatiepact 2050. Dit in combinatie met een ware energiecrisis maakt van energieprestatie het grootste aandachtspunt om onze woningen toekomstbestendig te maken. 

De Kortrijkse renovatiestrategie werkt. De combinatie van stedelijke premies en renovatiebegeleiding zorgt ervoor dat de stad een ruim publiek kan overtuigen om te investeren in hun woning en deze duurzamer en veiliger te maken. In de huidige context moeten deze sterke instrumenten optimaal ingezet worden om het beoogde resultaat te behalen. 

We streven ernaar om met de renovatiebegeleiding van de stad zo veel mogelijk mensen te bereiken en zo het aantal renovaties in de stad nog te verhogen. Daarnaast willen we het beschikbare budget van de stedelijke renovatiepremies zo veel mogelijk inzetten daar waar het meest nodig is en effectief het verschil kan maken tussen het wel of niet kunnen uitvoeren van nodige werken. 

Argumentatie

Om deze enorme uitdaging aan te pakken is een grondige evaluatie en heroriëntatie van het premiestelsel nodig. 

In het woonplan werden de krijtlijnen hiervoor grotendeels al uitgezet. De premies moeten maximaal toespitsen op energetische verbeteringswerken en het behalen van de 2050-norm. Daarnaast moet het premiestelsel ook zo veel als mogelijk afgestemd worden op de nieuwe Vlaamse Mijn Verbouwpremie en -lening. Door de verschillende beschikbare instrumenten optimaal aan elkaar te koppelen, kan het verschil gemaakt worden.
Bovendien moet erover gewaakt worden dat iedereen mee kan in deze renovatiegolf en ook het meest kwetsbare patrimonium een kwaliteitsverbetering kan ondergaan. Om dit te bereiken worden de premiebedragen sterker inkomensgedifferentieerd.

De twee grootste premiereglementen, voor eigenaar-bewoners en voor private verhuurders, respectievelijk de stedelijke verbeteringspremie en de private huurmarktpremie, worden grondig aangepast in die zin. De andere thematische premiereglementen worden opgeheven (dakisolatie, hemelwaterputten en groendaken).

Stedelijke verbeteringspremie

De stedelijke verbeteringspremie neemt verhoudingsgewijs de grootste hap uit het renovatiebudget (ongeveer 600.000 euro van de beschikbare 800.000 euro). Voor deze premie worden een aantal aanpassingen voorgesteld.

- Doelgroep

De stedelijke verbeteringspremie is bestemd voor burgers die over minder financiële middelen beschikken. De inkomensvoorwaarden werden eerder al afgestemd op deze van de Vlaamse renovatiepremie. Toch waren er nog een aantal verschillen, o.a. rond eigendomsvoorwaarde.

Intussen werd de nieuwe Vlaamse Mijn Verbouwpremie- en lening gelanceerd. Hierin worden zowel de vroegere Vlaamse premies als deze van de nutsmaatschappijen gebundeld. Een groot aantal renovatiewerken komen hiervoor in aanmerking, net als een heel brede groep van de bevolking. De Mijn Verbouwpremie- en lening werkt met 3 inkomenscategorieën die o.a. het premiebedrag bepalen.

De inkomensgrenzen voor de stedelijke verbeteringspremie worden dan ook opnieuw gebaseerd op deze van de Mijn Verbouwpremie. De inkomensgrenzen worden gelijkgesteld aan deze van de laagste inkomenscategorie van de Mijn Verbouwpremie.

Ook andere randvoorwaarden en definities worden zo goed mogelijk afgestemd op het reglement van de Mijn Verbouwpremie. Dit alles moet bijdragen tot de transparantie van het op zich al erg complexe premielandschap.

- De in aanmerking te nemen werkzaamheden

De werkzaamheden die in aanmerking komen voor de stedelijke verbeteringspremie worden beperkt tot deze werkzaamheden die effectief een energetische verbetering van de woning met zich meebrengen. De te behalen isolatiewaarden worden ook vastgelegd per thema en zijn gebaseerd op de 2050-normen. Voor elk gebouwonderdeel dat wordt aangepakt moet de 2050-norm dus behaald worden alvorens er een premie voor kan worden uitbetaald.

De focus ligt hierbij heel duidelijk op de schil van de woning: daken, gevels en buitenschrijnwerk. Daarnaast is er nog aandacht voor twee quickwins: namelijk de manier van verwarmen en het plaatsen van zonnepanelen. Deze laatste ingreep is op zich geen energiebesparende maatregel, maar beide voornoemde werken hebben wel een directe impact op de factuur en het verbruik van fossiele brandstoffen. De toegang tot deze werkzaamheden zijn daarom voor de vooropgestelde doelgroep toch van belang. Aan deze laatste 2 thema's wordt wel de voorwaarde gekoppeld dat de schil eerst in orde moet worden gebracht alvorens voor deze werken premie kan worden verleend.

- Premiebedrag

We streven er naar om het beschikbare budget van de stedelijke renovatiepremies zo veel mogelijk in te zetten daar waar het meest nodig is en effectief het verschil kan maken tussen het wel of niet kunnen uitvoeren van nodige werken. Het zogenaamde Mattheuseffect, waarbij werken worden gesubsidieerd die sowieso zouden worden uitgevoerd, moet vermeden worden. Om dit te bereiken wordt het premiebedrag verder gedifferentieerd volgens inkomen. Binnen de inkomensgrens om in aanmerking te komen voor de stedelijke verbeteringspremie worden nog 2 subcategorieën bepaald. De inkomensgrens tussen deze beide subcategorieën is gebaseerd op de verhoogde tegemoetkoming van het RIZIV.

Voor de hoogste inkomens binnen deze twee categorieën (cat. B) blijft het maximale premiebedrag van 2000 euro behouden. Voor de laagste inkomens (cat. A) wordt dit maximum opgetrokken tot 4000 euro. 

Gecombineerd met de mogelijkheden die de Mijn Verbouwpremie en -lening met zich meebrengen willen zo echt het verschil maken, daar waar de stedelijke premies vroeger voornamelijk een hefboom waren om verdere begeleiding mogelijk te maken en zo de Kortrijkzaan te ondersteunen in het maken van de beste keuzes .

Daarnaast wordt het maximumbedrag per thema afgeschaft. In het verleden bedroeg het premiebedrag per thema 1/3 van de facturen excl. btw begrensd tot het maximum premiebedrag voor dat thema. Door deze beperking op te heffen, wordt het mogelijk gemaakt om zo nodig één ingreep aan de woning echt grondig aan te pakken (tot het behalen van de 2050-norm) en het premiebedrag per woning daar maximaal voor te kunnen benutten. Enkel voor verwarmingsinstallatie en zonnepanelen blijft een maximumbedrag bestaan. 

Concreet worden volgende aanpassingen voorgesteld:

 

Nieuw max. premiebedrag
cat. A

nieuw max. premiebedrag
cat. B

Vorig max. premiebedrag

Dakwerken

geen maximumbedraggeen maximumbedrag
500

Dakisolatie

600

Buitenschrijnwerk

geen maximumbedraggeen maximumbedrag500

Gevelwerken met gevelisolatie

geen maximumbedraggeen maximumbedrag
500

Optrekkend vocht

//500

Sanitair

//250

Elektrische installatie

//500

Verwarmingstoestellen

/

/

250/toestel, max. 2 toestellen

Centrale verwarming

1000500500
zonnepanelen1000500/

Maximaal totaal premiebedrag

400020002000

 

Private huurmarktpremie

Naast de eigenaar-bewoners met beperkte financiële middelen, waarop de stedelijke verbeteringspremie gericht is, is er uiteraard nog een belangrijke groep in onze stad, namelijk de huurders. Zowat 1/3e van de inwoners van Kortrijk zijn huurders en het percentage huurders stijgt jaar na jaar. De huurmarkt krijgt dus een alsmaar belangrijkere plek in het woonlandschap.

De stad wil dus niet alleen de koopmarkt versterken maar ook het kwalitatief huuraanbod in Kortrijk vergroten en de huurmarkt toegankelijker maken. Onder meer om de druk op de sociale huursector te verlichten, ondersteunt de stad de private huurmarkt.  

Uiteraard moeten de aangeboden woningen ook kwalitatief zijn. De stad wil met de renovatiebegeleiding en de private huurmarktpremie verhuurders aanzetten om hun woongelegenheid te renoveren tot een kwaliteitsvol en toekomstbestendig niveau. In ruil voor de verleende premie wordt door de verhuurder een engagement (in de vorm van een renovatiecontract) aangegaan om de gesubsidieerde huurwoning gedurende 9 jaar aan een betaalbare huurprijs aan te bieden. Zo werkt de stad eveneens aan betaalbaar wonen.

Deze premie was in het verleden gericht op het verbeteren van huurwoningen tot aan de minimale basiskwaliteit, die op het einde kon worden aangetoond aan de hand van een conformiteitsattest. Deze minimale kwaliteitsnormen zijn echter verplicht voor elke huurwoning volgens de Vlaamse Codex Wonen. De stad wil eigenaars dan ook motiveren en ondersteunen om een stap verder te gaan. De focus wordt hierbij opnieuw gelegd op energiezuinigheid van huurwoningen om ook dit deel van het patrimonium mee te nemen in de energietransitie. Ook huurders kunnen op die manier in een kwalitatieve en energiezuinige woning wonen.

De in aanmerking te nemen werken worden ook hier dus beperkt tot deze werkzaamheden die effectief een energetische verbetering van de woning met zich meebrengen. De te behalen isolatiewaarden worden vastgelegd per thema en zijn gebaseerd op de 2050-normen. Voor de duidelijkheid wordt de omschrijving van de werken volledig gelijkgesteld aan die voor de stedelijke verbeteringspremie. Ook enkele andere bepalingen zoals de minimumleeftijd van de woning en de definities worden zo goed als mogelijk afgestemd op de stedelijke verbeteringspremie en de Vlaamse Mijn Verbouwpremie.

Aan het systeem en de premiebedragen wordt verder niks gewijzigd. Het premiebedrag bedraagt het verschil tussen 30% van de totale kostprijs van de uitgevoerde werken en het totaal van de reeds verkregen, in aanvraag zijnde, of te verkrijgen premies bij oplevering van de werkenmaximumbedrag per woning met een maximum van  5000 euro per woning.

Daarnaast worden aan beide reglementen een aantal juridische en vormelijke aanpassingen voorzien:

  • aanpassing begin- en einddatum van het reglement 
  • toevoeging van opheffings- en overgangsbepalingen
  • taalkundige aanpassingen om de leesbaarheid te verhogen

Alle aanpassingen per reglement kunnen nagegaan worden in de vergelijkingsdocumenten in bijlage.

Uitbetaling van de premie

Indien we als stad echt het verschil willen maken tussen het al dan niet kunnen uitvoeren van nodige renovatiewerken, dan speelt het moment van uitbetaling van de premie daar ook een grote rol in. Tot nu toe werd de premie na ontvangst van de facturen 4x/jaar voorgelegd aan het CBS en nadien uitbetaald. Dit wil zeggen dat mensen toch eerst het bedrag moesten voorfinancieren.

We stellen een wijziging aan dit beslissingsmodel voor waarin de premieaanvragen aan de hand van gedetailleerde offertes of meetstaten ter principiële goedkeuring worden voorgelegd aan het CBS. Op basis van deze principiële goedkeuring kunnen de nodige middelen worden gereserveerd. Na ontvangst van de facturen waaruit de effectieve uitvoering blijkt, kan de stad de premie binnen de 14 dagen uitbetalen en kan de aanvrager het premiebudget onmiddellijk gebruiken om de factuur te betalen.

Andere premiereglementen

De premiereglementen voor hemelwaterputten, groendaken en de aparte dakisolatiepremie worden opgeheven.
Deze premies maakten een erg gering aandeel uit van de eerder uitgekeerde premies en waren eerder symbolisch. Het Mattheurseffect speelde met name bij deze premies heel erg. Het premiebudget dat in het verleden naar deze thema's ging, kan nu extra worden ingezet worden via de twee bovengenoemde herziene premiereglementen.

Regelgeving bevoegdheid

De GR is bevoegd op basis van artikel 40-41 decreet lokaal bestuur.

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Punt 1

De herziening en hernieuwing van volgende premiereglementen, zoals opgenomen in bijlage bij dit besluit, goed te keuren met ingang van 1 januari 2023:

  • stedelijke verbeteringspremie
  • private huurmarktpremie

Punt 2

De volgende premiereglementen op te heffen met ingang van 1 januari 2023: 

  • premie voor hemelwaterputten
  • dakisolatiepremie
  • groendakpremie