De gemeenteraad keurde in zitting van 14 december 2020, punt 14 het belastingreglement op taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder goed voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2024.
Het decreet van 17 juli 2020 staat afwijkingen toe op de gemeentelijke verplichting, vermeld in het decreet van 29 maart 2019 betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer, om een jaarlijkse retributie of belasting aan de taxisector op te leggen. Tijdens de periode van de noodmaatregelen voor de bestrijding van COVID-19 was die sector immers grotendeels inactief en heeft die daardoor maar beperkte inkomsten kunnen verwerven. Daarom wordt aan de steden en gemeenten een volledige of gedeeltelijke kwijtschelding of teruggave van die retributie of belasting toegestaan.
De stad wil de taxisector tegemoet komen en ondersteunen door hen een gedeeltelijke vrijstelling van 50% toe te staan voor de belasting op taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder voor aanslagjaar 2021.
Het volstaat om een wijziging in het belastingreglement op te nemen.
Door het decreet van 17 juli 2020 over tijdelijke noodmaatregelen voor het individueel bezoldigd personenvervoer naar aanleiding van de coronacrisis wordt aan de gemeenten de mogelijkheid gegeven om, als ruggensteun in deze COVID-19 periode, de vergunde exploitanten financieel tegemoet te komen met een gehele of gedeeltelijke vrijstelling of teruggave van de belasting of retributie die ze op basis van het decreet van 29 maart 2019 betreffende het individueel bezoldigd personen moeten betalen voor het aanslagjaar 2020.
Het nooddecreet bepaalt geen concrete einddatum en kan dus ook gelden voor de belasting of retributie voor het jaar 2021.
Hiervoor is een wijziging van het reglement noodzakelijk.
Het is de bevoegdheid van de gemeenteraad om belastingreglementen vast te stellen, op te heffen of te wijzigen.
Het artikel 2 en 3 van het belastingreglement op taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder, goedgekeurd in de gemeenteraad van 14 december 2020 punt 14, als volgt te wijzigen:
Artikel 2:
De belasting op taxidiensten wordt als volgt vastgesteld:
§ 1. 250,00 euro per jaar en per vergund voertuig zonder standplaats op de openbare weg;
§ 2. 325,00 euro per jaar en per vergund voertuig zonder standplaats op de openbare weg maar waarvan de voertuigen voorzien zijn van radiotelefonie;
§ 3. 450,00 euro per jaar en per vergund voertuig bij gebruik van standplaatsen op de openbare weg.
Het tarief voor aanslagjaar 2021 bedraagt 50% van bovenvermelde tarieven conform het decreet van 17 juli 2020.
Artikel 3:
De belasting op verhuurvoertuigen wordt vastgesteld op 250,00 euro per jaar en per vergund voertuig.
Het tarief voor aanslagjaar 2021 bedraagt 50% van bovenvermeld tarief conform het decreet van 17 juli 2020.
Deze beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.