Terug
Gepubliceerd op 16/12/2021

2021_GR_00183 - Belasting op het niet of niet optimaal afkoppelen van hemelwater (2022-2025) - Opheffen en opnieuw vaststellen

Gemeenteraad
ma 06/12/2021 - 19:00 raadszaal
Goedgekeurd
Dit besluit handelt over een Belastingreglement, type Kohierbelasting.
  • Bijkomende aanslagvoet: Nee

Samenstelling

Aanwezig

Helga Kints, voorzitter; Ruth Vandenberghe, burgemeester; Wout Maddens, schepen; Axel Weydts, schepen; Axel Ronse, schepen; Wouter Allijns, schepen; Bert Herrewyn, schepen; Kelly Detavernier, schepen; Stephanie Demeyer, schepen; Philippe De Coene, schepen; Vincent Van Quickenborne, raadslid; Jean de Béthune, raadslid; Moniek Gheysens, raadslid; Cathy Matthieu, raadslid; Pieter Soens, raadslid; Koen Byttebier, raadslid; Roel Deseyn, raadslid; Hannelore Vanhoenacker, raadslid; Liesbet Maddens, raadslid; Carol Leleu, raadslid; Mattias Vandemaele, raadslid; Philippe Avijn, raadslid; David Wemel, raadslid; Tiene Castelein, raadslid; Wouter Vermeersch, raadslid; Veronique Decaluwe, raadslid; Nicolas Beugnies, raadslid; Niels Lybeer, raadslid; Lien Claassen, raadslid; Nawal Maghroud, raadslid; Tine Soens, raadslid; Maxim Veys, raadslid; Philippe Dejaegher, raadslid; Jacques Demeersseman, raadslid; Carmen Ryheul, raadslid; Mia Cattebeke, raadslid; Benjamin Vandorpe, raadslid; Dieter D’Alwein, raadslid; Christiane Vannieuwenhuyze, raadslid; Nathalie Desmet, algemeen directeur

Afwezig

Mohamed Ahouna, raadslid

Verontschuldigd

Jan Deweer, raadslid

Secretaris

Nathalie Desmet, algemeen directeur

Voorzitter

Helga Kints, voorzitter
2021_GR_00183 - Belasting op het niet of niet optimaal afkoppelen van hemelwater (2022-2025) - Opheffen en opnieuw vaststellen 2021_GR_00183 - Belasting op het niet of niet optimaal afkoppelen van hemelwater (2022-2025) - Opheffen en opnieuw vaststellen

Motivering

Aanleiding en context

Het is de bevoegdheid van de gemeenteraad om belastingreglementen vast te stellen, op te heffen of te wijzigen.

Argumentatie

De gemeenteraad keurde in zitting van 14 december 2020, punt 16 het belastingreglement  op het niet of niet optimaal afkoppelen van hemelwater goed voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2025. Dit reglement wordt nu opgeheven en opnieuw vastgesteld omdat de termijn voor het aanleveren van het keuringsattest aangepast wordt van 3 maanden naar 1 jaar omdat in de praktijk 3 maanden quasi nooit haalbaar is. Er wordt ook duidelijker gesteld na welke werken een keuringsattest moet worden afgeleverd.

Het is niet verantwoord dat de overheid investeert in een (duur) gescheiden rioleringsstelsel en zuiveringsinfrastructuur, zonder dat er garanties worden ingebouwd dat de burger op een correcte wijze de privéwaterafvoer(en) aansluit op de openbare infrastructuur.
De realisatie van de optimale afkoppeling van de privéwaterafvoer bij gebouwen is zeker noodzakelijk bij de aanleg van een gescheiden riolering in de straat omdat bij het bepalen van de diameter van de rioolbuizen op het openbaar domein rekening wordt gehouden met de optimale afkoppeling van het hemelwater op particulier domein waardoor er bij onvoldoende afkoppeling overstromingen zouden kunnen ontstaan van de afvalwaterriool in de straat en in de aanpalende woningen.

De stad Kortrijk ondersteunt maximaal de inwoners van een straat waar wegenis- en rioleringswerken worden uitgevoerd door de aanstelling van een afkoppelingsdeskundige en door het toekennen van een subsidie voor de realisatie van deze afkoppelingswerken.

Deze belasting heeft dus tot doel de afkoppeling op privaat domein te realiseren en heeft enkel een stimulerend effect om de werken te laten uitvoeren.

De stad heft deze belasting in het kader van de financiële toestand van de gemeente.

Regelgeving bevoegdheid

De GR is bevoegd op basis van artikel 40-41 decreet lokaal bestuur.

Besluit

De raad gaat over tot de stemming waaraan 40 raadsleden deelnemen en waarvan de uitslag luidt als volgt :

25 ja-stemmen : V. Van Quickenborne, W. Maddens, R. Vandenberghe, K. Byttebier, S. Demeyer, W. Allijns, M. Ahouna, T. Castelein, M. Gheysens, V. Decaluwe, N. Beugnies, N. Lybeer, L. Claassen, H. Kints, D. D’Alwein, A. Ronse, K. Detavernier, L. Maddens, P. Dejaegher, B. Herrewyn, A. Weydts, P. De Coene, N. Maghroud, T. Soens, M. Veys.

4 nee-stemmen :  W. Vermeersch,  C. Ryheul, C. Vannieuwenhuyze,  J. Demeersseman.

11 onthoudingen : J. de Béthune, P. Soens, R. Deseyn, H. Vanhoenacker, B. Vandorpe, C. Leleu, M. Cattebeke,  D. Wemel, M. Vandemaele, C. Matthieu, P. Avijn.

De Gemeenteraad keurt het volgende besluit goed.

De gemeenteraad beslist:

Punt 1

Het belastingreglement op het niet of niet optimaal afkoppelen van hemelwater als volgt vast te stellen:

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2022 en voor een periode eindigend op 31 december 2025, wordt een belasting geheven op:

  • het niet of niet optimaal afkoppelen (niet conform het afkoppelingsplan of de verplichting opgenomen in de stedenbouwkundige vergunning) van hemelwater volgens de Vlarem-wetgeving bij gebouwen en percelen gelegen in een straat waar de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel is gebeurd en afkoppeling verplicht is zoals voorzien in de Vlarem wetgeving.
    Onder afkoppelen wordt verstaan het gescheiden aanbieden van vuil water en regenwater.
  • het niet of niet optimaal afkoppelen van hemelwater op privéterrein, zoals opgelegd in de stedenbouwkundige vergunning en/of aangeduid op het goedgekeurde plan horende bij de vergunning.
  • bij het vaststellen dat een situatie op privaat terrein niet (langer) voldoet aan de Vlarem wetgeving betreffende optimale afkoppeling en aansluitplicht.
  • het niet afleveren van een keuringsattest van de private riolering na een belangrijke wijziging aan de privériolering die de werking van het openbare rioleringsnetwerk kan bedreigen. Onder belangrijke wijziging worden volgende aspecten verstaan:
    • voor de eerste ingebruikname;
    • het maken van een nieuwe rioolaansluiting;
    • na het vaststellen van een inbreuk, op verzoek van de rioolbeheerder;
    • bij het aanleggen van een gescheiden riolering in de straat, met de verplichting om af te koppelen op uw privédomein.

Artikel 2:

§1 De belastingplichtige is de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van een geheel of gedeeltelijk verhard perceel of gebouw, die naar aanleiding van de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel het hemelwater niet afkoppelt overeenkomstig de Vlarem-wetgeving of wanneer wordt vastgesteld dat afkoppeling op privéterrein door de eigenaar niet is uitgevoerd overeenkomstig de Vlarem-wetgeving of gewijzigd werd zodat de situatie niet langer voldoet aan de Vlarem-wetgeving.

Indien er erfpacht, opstalrecht of vruchtgebruik bestaat, is  de belasting verschuldigd door de erfpachter, opstalhouder of  vruchtgebruiker. Dit ontslaat evenwel de eigenaar niet van zijn hoofdelijke aansprakelijkheid ten aanzien van het bedrag van de verschuldigde belasting op het onroerend goed waarvan hij de eigenaar is en waarop de erfpacht, opstal of het vruchtgebruik rust.

§2 In geval van overdracht onder levenden, wordt de hoedanigheid van eigenaar beoordeeld op datum van de authentieke akte tot vaststelling van de overdracht. 

§3 In geval van mede-eigendom, is iedere mede-eigenaar belastingschuldig voor zijn wettelijk deel. Dit ontslaat echter elke eigenaar afzonderlijk niet van zijn hoofdelijke aansprakelijkheid ten aanzien van het volledige bedrag van de verschuldigde belasting met betrekking tot de entiteit waarvan hij mede-eigenaar is.

Artikel 3:

Er wordt een forfaitaire belasting vastgesteld op € 1.000,00 per jaar, voor elk begonnen jaar waarvan blijkt dat:

  • de afkoppeling van het hemelwater op privaat terrein niet is uitgevoerd 1 jaar na datum van de beëindiging van de rioleringswerken (proces-verbaal van voorlopige oplevering)
  • de aanleg van een gescheiden stelsel niet is gebeurd zoals bepaald in de stedenbouwkundige vergunning en/of volgens het goedgekeurd plan dat hoort bij de stedenbouwkundige vergunning, bij ingebruikneming van de uitgevoerde werken goedgekeurd bij stedenbouwkundige vergunning
  • de situatie op privaat terrein niet (langer) voldoet aan de Vlarem wetgeving betreffende optimale afkoppeling en aansluitplicht
  • er 1 jaar na datum geen keuringsattest (zoals bepaald in het Algemeen Waterverkoopreglement) van de private riolering is afgeleverd:
    - nadat er een eerste ingebruikname was van de aansluiting
    - nadat er belangrijke wijzigingen zijn aangebracht aan het private rioleringsstelsel
  • - op verzoek van de exploitant na de vaststelling van een inbreuk op de gelijkvormigheid.

Voor percelen met een verharde oppervlakte groter dan 5.000,00 m² wordt de belasting vastgelegd op € 1.000,00 per aangevatte 5.000,00 m² verharde oppervlakte.
Indien meerdere belastbare feiten zich terzelfdertijd manifesteren, zal dit geen aanleiding geven tot een gecumuleerde belasting.

De belasting is voor het eerst verschuldigd op 1 januari van het aanslagjaar dat volgt op de datum van vaststelling van niet-conformiteit, en daarna van jaar tot jaar.

Indien het perceel of het gebouw na een tweede opeenvolgende termijn van twaalf maanden niet voldoet aan de afkoppelingsplicht, wordt het belastingtarief verhoogd met 100 % op het initiële belastingtarief.

De belasting is elk jaar onverdeeld verschuldigd tot en met het jaar dat bij de stad:

  • per aangetekend schrijven of afgifte tegen ontvangstbewijs een conform keuringsattest zoals bepaald in het Algemeen Waterverkoopreglement wordt afgeleverd
  • aangifte gebeurt van uitvoering van de nodige aanpassingswerken aan de afvoer op privaat domein per aangetekend schrijven of afgifte tegen ontvangstbewijs en deze aangifte gevolgd wordt door een conform keuringsattest zoals bepaald in het Algemeen Waterverkoopreglement.

Artikel 4:

Aanvraag vrijstelling:

De aanvraag voor vrijstelling van de belasting moet worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen binnen 30 dagen vanaf de verzending van het aanslagbiljet. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling zoals hierna in dit reglement beschreven, dient hiervoor zelf de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de administratie.

Vrijstelling voor een eigenaar zoals bedoeld in artikel 2 met verbouwplannen:

De eigenaar, die op 1 januari van het aanslagjaar minder dan één jaar een stedenbouwkundige vergunning heeft aangevraagd voor verbouwingsplannen met aanpassing van de private riolering, wordt vrijgesteld van de belasting.
Deze vrijstelling geldt voor één aanslagjaar volgend op de datum van de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning.

Vrijstelling voor een nieuwe eigenaar zoals bedoeld in artikel 2:

De nieuwe eigenaar, die op 1 januari van het aanslagjaar minder dan één jaar eigenaar is, wordt vrijgesteld van de belasting.
Deze vrijstelling geldt voor één aanslagjaar volgend op de datum van de notariële akte.

Vrijstelling voor woningen en/of gebouwen volledig gelegen binnen een onteigeningsplan:

De eigenaar, zoals bedoeld in artikel 2, van woningen en/of gebouwen die op 1 januari van het aanslagjaar binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan liggen of waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning meer wordt afgeleverd omdat een onteigening wordt voorbereid, wordt vrijgesteld van de belasting.

Artikel 5:

De belasting wordt ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, en wijzigingen, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.

Artikel 6:

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen op basis van het proces-verbaal van niet-conformiteit dat wordt opgemaakt bij de controle van de riolering op privaat domein of bij ontbreken van een conform keuringattest zoals bepaald in het Algemeen Waterverkoopreglement.

Artikel 7:

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Verwijl- en moratoriumintresten zijn op deze belasting van toepassing zoals inzake rijksbelastingen op de inkomsten.

Artikel 8:

De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening kan enkel gebeuren door verzending. De indiening moet op straffe van verval gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.

Punt 2

Bij de inwerkingtreding van dit belastingreglement wordt het reglement, dat vastgesteld werd door de gemeenteraad in zitting van 14 december 2020 punt 16 opgeheven.

Punt 3

Deze beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.